Blad 122
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
Het voorstel om dit verhaal te herstellen komt na de grote
vakantie en tegelijkertijd zeg ik en daar vind ik dat u te
voorbarig bent, het eigenarentarief is niet onverbindend,
zo ver zijn we nog lang niet en de risico's die daar aan
zitten gaan niet over de totale groep, gaat alleen over die
mensen
(De heer Roekiman: Voorzittermet alle respect. Ik hecht
er waarde aan om na de zomervakantie op dit punt terug te
komen, want we hebben nu op dit moment perspectief. Ik wil
er best wel inhoudelijk over praten, maar het college zegt
ook na de zomervakantie en dat willen we graag volgen. Het
lijkt me op dit moment te ver doorvoeren om een brede dis
cussie op deze manier te hebben. Wat mij betreft komen we
na de zomervakantie erop terug.)
(De heer Van Mourik: Ik had dat ook graag gedaan, meneer
Roekimanmaar de realiteit is gewoon dat op dit moment een
situatie dreigt te ontstaanwaarbij elke huiseigenaar in
Leeuwarden een nieuwe kans op bezwaar en beroep krijgt.)
Dat is niet het geval. Een nieuwe kans op bezwaar en be
roep, heeft niks te maken met de bezwaren en beroep waar ik
het over heb en het onverbindend verklaren van het tarief.
Dat zijn twee totaal verschillende dingen. Dat moeten we
niet door elkaar heen halen.
Dan blijft er nog een vraag liggen over de publicatie en
waarom het zo lang geduurd heeft. Op zichzelf heeft deze
hele zaak een lang proces gehad. Het gaat om erg grote
zorgvuldigheid, dus ook het publiceren van het besluit en
de manier waarop je dat opzet, vergt even, maar voor de
rest heeft het geen enkele inhoudelijke betekenis en is het
ook niet zo dat er een zelfde soort haast als bij de be
sluitvorming nodig is voor de publicatie. Ook die twee din
gen hebben niet echt met elkaar te maken.
(De heer Hoogeveen: Dit is een interessant antwoord op een
vraag die de heer Van Mourik gesteld heeft. De opmerkingen
die ik gemaakt heb gingen met name over de stukken die ken
nelijk door de heer Monsma zijn aangeleverd en die wij des
tijds niet gekregen hebben. Daar zou ik graag toch wel wat
meer uitleg over willen hebben.)
De brieven die de heer Monsma gestuurd heeft aan de raad,
zijn, voor zover ik weet, allemaal doorgestuurd naar de
raad, voor de rest zit er natuurlijk een ambtelijk circuit,
waar mensen met elkaar overleggen en waar mensen over en
weer ook teksten over en weer sturen. Ik denk dat dat na de
vakantie gewoon de hele correspondentie er is, daar zit
verder geen probleem in. Dus we hebben niks achter gehou
den, we hebben het probleem niet onderkend. Dat is eigen
lijk het belangrijkste punt wat hier speelt. We hebben het
geweten, we hebben het teruggevonden in de correspondentie,
we hebben het niet als probleem opgepakt. Dat heeft te ma
ken met het feit dat het tot dan toe nooit een probleem ge
weest is en wij dus de volle concentratie gericht hebben op
Blad 123
Verslag van de raadsvergadering van 2 juli 2001
het oplossen van het andere OZB-probleemDaar ligt de kern
van onze discussie OZB-2.
(De heer Van Mourik: Maar kunt u nu ook concreet antwoord
geven op de vraag of het een collegebeslissing is om nu tot
publicatie over te gaan, terwijl al een aantal weken ge
duurd heeft. Daar zit niet een termijn aan verbonden. U
hebt zelf net gezegd dat het spoedtraject eigenlijk niet
meer in die mate speelt. Wat gaat u nu doen met de afkondi
ging van die verordening?
Als het aan mij ligt gaan we gewoon het raadsbesluit publi
ceren, want dat raadsbesluit is genomen en ik wil daar geen
verwarring over.
De heer Van Mourik zegt dat het niet zijn bedoeling is om
die hele discussie over te doen, laten we dan ook niet naar
buiten die schijn wekken.
(De heer Van Mourik: Maar ik heb de risico's ook geschetst.
U weet inmiddels dat wij in strijd met de Gemeentewet een
besluit hebben genomen.)
Dat is zeer de vraag, dat bestrijd ik tot nu toe, dat kunt
u zo hardop niet zeggen. Daar moet nog een uitspraak op ko
men. Zo ver is het nog lang niet. Dat maakt u ervan, maar
zo ver is het nog niet.
De heer Van Mourik: Dat ben ik niet met u eens. Ik heb hier
een motie, mevrouw de voorzitter.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering
bijeen op 2 juli 2001, behandelende de Perspectiefno
ta 2002-2005,
overwegende
dat bij het besluit van 28 mei 2001 gewijzigde ta
rieven van de OZB zijn vastgesteld,
dat naderhand is gebleken dat deze tarieven strij
dig zijn met artikel 220 onder g van de gemeente
wet
dat de uitvoering van dit besluit impliceert dat
de gemeente aanzienlijke financiële risico's
loopt,
besluit
het college op te dragen de uitvoering van dit be
sluit op te schorten totdat in de commissie be
stuur en middelen bespreking van de thans ontstane
situatie heeft plaatsgevonden,
en gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is ondertekend door:
Mevrouw van Ulzen namens de VVD-fractie en door mijzelf na
mens de VVD-fractie.