Blad 2# Ha
verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
De VVD-fractie heeft geen behoefte aan de moties die zijn
ingediend. Die zullen wij ook niet ondersteunen. Voor ons
is artikel 1 van de Grondwet leidend. Wij houden daaraan
vast. Wij vinden wel dat het rijk krom is omgegaan met de
manier waarop deze wetgeving tot stand is gekomen. Maar wij
vinden principieel dat er geen ruimte is voor gewetensbe
zwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand. Wij vinden het
ook belangrijk vanuit een oogpunt van de scheiding van kerk
en staat. Als ik de heer Stoker zo hoor, dan moeten we daar
ook heel hard aan werken en dat moeten we dat heel goed be
waken
De heer Kalsbeek: Het lastige in dit soort discussies is,
waar trek je de grens. Wij zijn van mening dat wij wetge
ving en regelgeving gebaseerd op wetgeving boven individue
le gewetensbezwaren moeten verheffen. Daarnaast is het ook
zo dat er ook christenen zijn die gewoon de wetgeving uit
voeren. Er is derhalve dan ook geen sprake van discrimina
tie van christenen. We vinden de lijn, die door het college
wordt uitgezet, daarom helder en consequent. Er moet wetge
ving worden uitgevoerd en daar staat het college en ook de
SP-fractie voor. Bovendien trekken wij als SP-fractie de
grens bij de afweging tussen actieve en passieve discrimi
natie. Als iemand uit godsdienstige overtuiging vindt dat
homo's niet moeten kunnen huwen, dan is dat zijn of haar
mening. Er is sprake van een passieve beleving van gedach
tegoed. Iets anders is het in het voorliggende geval, waar
in iemand actief bezig is homo's te discrimineren door hen
niet te willen huwelijken. Immers, een wettelijk recht,
wordt hen door een trouwambtenaar ontnomen. Dat is voor ons
niet acceptabel. Ook waren wij van mening dat de regeling
afdoende zou zijn maar in de praktijk, al dan niet gefor
ceerd door het COC, zie je dat het toch niet helemaal goed
uitpakt. Wat is er dan beter dan om gewoon helderheid te
geven
Is het nu zo dat betrokken ambtenaar al voordat het con
tract officieel verlengd had moeten worden op de hoogte had
kunnen zijn van het collegestandpunt, dat wetgeving uitge
voerd moest worden? In de historische schets is te lezen
onder punt 5, laatste zin, dat het college ervan uitgaat
dat de wetgeving uitgevoerd wordt. Dan gaat het over de be
raadslaging tijdens de begrotingsraad van 8 november 1999.
In dat geval had de ambtenaar bij contractverlenging waar
schijnlijk het contract geweigerd. Dus wij denken dat het
niet zoveel uit had gemaakt.
Wij steunen het beleid van het college in deze en zullen
niet voor de moties stemmen.
Blad 2-9 IJl
Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001
Mevrouw Sijtsma: De wijze waarop het college heeft gehan
deld bij de kwestie van de ambtenaar van de burgerlijke
stand, die weigert huwelijken tussen personen van gelijk
geslacht te sluiten, is volgens de PvdA-fractie de juiste
wijze. Op 12 juli 2000 heeft de Commissie Bestuur en Midde
len ingestemd met het voorstel van het college dat bij her
benoeming van ambtenaren van de burgerlijke stand deze amb
tenaren bereid moeten zijn de wet in de volle omvang uit te
voeren. Daarmee werd de bereidheid tot het sluiten van alle
huwelijken de gemeentelijke beleidslijn. Slechts één ge
meenteraadsfractie, de fractie van toen nog GPV/RPF/SGP,
wees die beleidslijn af. Alle andere partijen, waaronder de
PvdA, gingen zonder voorbehoud akkoord. De PvdA-fractie
vond en vindt dat het niet zo kan zijn dat een ambtenaar
van de burgerlijke stand het sluiten van een huwelijk tus
sen twee mensen van hetzelfde geslacht kan weigeren door
een beroep te doen op gewetensbezwaren. Dat zou ook niet
stroken met artikel 1 uit de Grondwet dat discriminatie we
gens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid,
ras, geslacht of op welke grond dan ook, niet toestaat. Bij
het sluiten van een huwelijk gaat het om de twee mensen die
elkaar het jawoord wensen te geven. Uiteraard mogen ambte
naren van de burgerlijke stand hun opvattingen hebben over
een huwelijk, maar persoonlijke overtuigingen ontslaan hen
niet van de plicht de wet uit te voeren volgens welk het
geslacht van de twee huwelijkskandidaten er niet toe doet.
Uitvoering van de wet is dan ook de enige verplichting die
aan een ambtenaar van de burgerlijke stand met een gemeen
telijke beleidslijn wordt opgelegd. Het mogen sluiten van
huwelijken is dus een recht, dat op voorhand aan niemand
wordt onthouden. Als een ambtenaar van de burgerlijke stand
met een beroep op gewetensbezwaren wel zou mogen weigeren
twee mensen van hetzelfde geslacht in de echt te verbinden,
valt niet in te zien waarom een ambtenaar van de burgerlij
ke stand een huwelijk om andere reden dan het geslacht van
de huwelijkskandidaten niet zou mogen weigeren met een be
roep op gewetensbezwaren. Die kant moeten wij niet op. De
praktische oplossing, waarover in de Tweede Kamer is gede
batteerd, is volgens ons dan ook geen acceptabele oplossing
want het laten voltrekken van een homohuwelijk door een an
dere ambtenaar dan de aanvankelijk aangewezen ambtenaar
laat onverlet dat die aanvankelijke ambtenaar dan in staat
wordt gesteld te weigeren de wet in volle omvang uit te
voeren
Het heeft de PvdA-fractie ontzettend verbaasd dat een aan
tal partijen, die in juli nog akkoord gingen met de princi
piële lijn van het college, in de afgelopen weken van
standpunt is veranderd. Het debat in de Tweede Kamer heeft
aan de wetgeving niets veranderd. Dus ook niet aan de auto
nomie van de gemeenten hun eigen opstelling te bepalen. Met
name de opstelling van de CDA-fractie in de afgelopen peri
ode heeft ons verbaasd. De heer Krol liet via de media we-