Blad M iSZ- Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001 fende ambtenaar ten einde liep, zou dit onherroepelijk het breekpunt zijn geweest of er wel dan niet tot herbenoeming overgegaan zou worden. Zoals ik al zei, dit is slordig. Aan de andere kant, iemand zei dat, ook de ambtenaar zelf heeft geen gewag gemaakt van het feit dat de eventuele her benoeming aan de orde was. De ambtenaar heeft dus daarna nog één jaar en acht maanden huwelijken kunnen sluiten. Op 22 juni heeft het college ook besloten, nu exact aan de betrokken trouwambtenaar schriftelijk te vragen of deze ambtenaar alle wettelijke verplichtingen die de Wet op de huwelijkssluiting vraagt, uit gaat voeren. Dat geldt ook voor de overige zes. Want er mag namelijk, natuurlijk, geen verschil van behandeling ontstaan. Het gemeentelijk beleid was al verwoord, het rijksbeleid was al verwoord, het is dan ook niet staande te houden dat er 1 januari 2000 niets gebeurd zou zijn, of dat zonder verdere discussie tot herbenoeming overgegaan zou zijn. Ik kom bij de motie van de NLP-fractie om de periode van benoeming tot 1 januari 2005 te laten lopen, maar die gaat dan ook uit van de onjuiste overwegingen, met name overwe ging 3, 4, 5 en 6. Overweging 1 klopt: per 1 januari 1998 een wet van kracht is omtrent partnerregistratie. Toen werd al bekend dat de ambtenaar niet daar aan mee wenste te werken. Uitgangspunt 2 klopt ook: dat de gemeente besloot dat bij her en nieuw te benoemen ambtenaren alle wettelijke taken gevraagd zou worden. Overweging 3 klopt in zoverre niet, dat er geen sprake is van verlenging van een contract, maar wel een even tuele benoeming voor maximaal vijf jaar! Daar kunnen we van afwijken van die maximale periode en dat gebeurt ook wel eens. Recent nog met de drie nieuw benoemden. Overweging 4 klopt niet, dat mag duidelijk zijn uit mijn argumenten van wat er al gebeurde rond 1999/2000. En wat er door de burgemeester in de raad is geformuleerd in november 1999. Overweging 5 klopt ook niet, er was wel degelijk beleid. 6 is niet aan de orde in die zin, dat de conclusie gerecht vaardigd is dat dus de buitengewoon ambtenaar een benoeming moet krijgen tot 31 december 2004. Ik heb betoogd dat deze trouwambtenaar door een fout, onzerzijds, dat is waar, juist langer heeft kunnen functioneren. Het zal duidelijk zijn dat het college adviseert op grond van de overwegingen en de conclusies die in de motie van de NLP-fractie staan, die niet kloppen, deze motie niet te aanvaarden Sterker nog, wij ontraden u deze motie, omdat er daarmee een gedoogsituatie ontstaat, tegen ons eigen beleid in dus, Blad ^9 'SI Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001 waarvan wij, qua precedentwerking alleen al, de juridische gevolgen niet kunnen overzien. Resumerend van dit punt: 1. College heeft besloten op grond van het eigen ge meentelijk beleid en op grond van de wetgeving en mede op grond van de juridische adviezen, dat de be treffende ambtenaar een benoeming krijgt tot 1 sep tember 2001. 2. Alle zeven BABSsen dienen een verklaring te onderteke nen en binnen twee weken te retourneren, waarin ze on derschrijven dat ze alle wettelijke taken die de wet vraagt, uitvoeren ten aanzien van het sluiten van huwe lijken en het registreren van partnerschappen. 3. Er is geredeneerd vanuit de situatie 1 januari 2000, op grond waarvan toen al zeer waarschijnlijk de betreffen de ambtenaar geen herbenoeming gekregen zou hebben. Voorzitter, de heer Jacobse spreekt dan voortdurend over contracten. Ik heb u gewezen op het feit dat we niet met contracten werken, het gaat over benoeming. De heer Jacobse heeft gesproken over gevoelens in de samenleving en wijst het college daarop van hoe gaat u daar nu mee om. Ik moet zeggen dat we hier ook heel strikt te maken hebben met het beleid, zoals het door de raad is vastgelegd, en de raad is de toch de vertolker van de gevoelens, inclusief de NLP- fractie. De vragen over feiten, die in het chronologisch overzicht staan, heeft de heer Jacobse opmerkingen over ge maakt, die zijn inderdaad altijd subjectief. Maar gestreefd is naar zo goed mogelijke weergave, alsook een geheugen steun en natuurlijk zijn er nuances aan te brengen. Zeker als men over een zo lange periode in een paar punten het moet vervatten. Ik kom bij de heer Stoker, die was in juli, december 1999 en juli 2000 heel duidelijk, is hij ook nu weer, maar er zijn ons op de opmerkingen van de heer Stoker over het uit lokken - dan moet ik daar heel duidelijk in zijn - geen feiten geworden die ons duidelijk maken of zelfs maar ver onderstellen dat de aanstaande echtparen, waar het hier om ging, dit bewust hebben uitgelokt. Dan vind ik het ook zeer onterecht dat hij dat in deze zaal ter discussie stelt. Er is ook nooit een naam genoemd in de afgelopen periode, over welke ambtenaar het zou gaan. De heer Stoker, mevrouw de voorzitter, gebruikt zware, voor zijn doen zeker, zeer zwa re woorden, fundamentalistisch, intolerant, spreekt over uitlokking en als ik dat bij elkaar in dat ene zinnetje vat en hij heeft daar nog een verhaal omheen gemaakt, dan is het absoluut niet hard te maken wat hij beweert. Het colle ge distantieert zich dan ook verre van zijn uitspraken, ze ker als hij spreekt over intolerantie. Daar herkent het college zich absoluut niet in, in tegendeel. Hij noemt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 92