Blad 4-4 IBS Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001 dat we uit zouden moeten gaan van een herbenoeming van vijf jaar, die van rechtswege heeft plaatsgevonden, omdat u door bent blijven gaan met de betrokken ambtenaar in te zetten. Het is niet de fout van de betrokken ambtenaar dat zei zich niet even gemeld heeft. Zij heeft immers al eerder zonder een geldige benoeming moeten werken, dus zo langzamerhand was zij er al een beetje aan gewend dat het gemeentebestuur niet al te zorgvuldig met die benoemingen omging. Ik denk niet dat u haar daar nu op moet gaan aanspreken. Wij handhaven onze steun aan de motie van de NLP-fractie. Wij zijn onder de indruk van de wijze waarop de wethouder met de afhandeling van deze zaak omgaat, maar we vinden het nog steeds ongelooflijk slordig hoe hij als portefeuille houder P&O deze contractsituatie of benoemingssituatie heeft kunnen laten ontstaan. Daarom blijven we van mening dat de benoeming voor vijf jaar had moeten zijn. De heer Stoker: Ik wil in deze tweede termijn allereerst ingaan op hetgeen gezegd is door de VVD-fractie. De VVD- fractie refereerde aan de scheiding tussen kerk en staat. U zou kunnen weten van mij dat de scheiding tussen kerk en staat ook door mij van harte wordt voorgestaan. Maar geloof laat zich niet gevangen houden tussen kerkmuren of wat voor muren dan ook. Onder andere het nieuwe testament, waarin te lezen is hoe apostelen vanuit de gevangenis geloof doorga ven en overleverden, zijn daar voldoende bewijs van. De heer Van Mourik zou het misschien wel fijn vinden dat ge loof zich beperkte tot de private sector, maar dat is na- ief. Het woord van God is van groot belang op alle terrei nen van het leven. En zoals ik in de eerste termijn al sprak, een diepste overtuiging laat zich niet door een an der voorschrijven. (De heer Van Mourik: Ik vind gewoon heel simpel, als mensen willen trouwen in een kerk, moeten zij dat weten, en als mensen willen trouwen in het stadhuis dan moeten zij dat ook weten, dat geeft ambtenaren, mensen van de kerk, nog niet het recht om te menen dat zij invloed kunnen uitoefe nen bij het burgerlijk huwelijk Maar dat geeft ambtenaren wel, net zo goed als iedere bur ger dat heeft, het recht op een eigen overtuiging. De heer Van Mourik kiest in zijn betoog op een extra sterk accent op artikel 1 van de Grondwet. Het zou goed zijn volgens mij dat hij ook rekening hield met het artikel dat handelt over de vrijheid van godsdienst. (De heer Van Mourik: Uw godsdienstvrijheid wordt toch niet belemmerd, meneer Stoker. U stelt zich een beetje op als een slachtoffer, maar dat is toch niet zo.) Wij hebben het hier over de kwestie BABS en niet over mijn persoonlijke mening. Blad 4-5T IBB Verslag van de raadsvergadering van 3 juli 2001 De heer Kalsbeek, namens de SP-fractie, stelt dat er ook christenen zijn die geen problemen hebben met het sluiten van huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht en dat christenen derhalve niet worden uitgesloten van het vervul len van deze functie. Die christenen niet nee. Maar vele anderen dus wel. Er wordt, mijns inziens, gediscrimineerd op grond van levensovertuiging, op grond van godsdienst. En bij een beroep op de godsdienstvrijheid is het niet vereist dat de meerderheid van de gelovigen die visie moet delen. Aantallen spelen in dat opzicht niet mee, meneer Kalsbeek. In de beantwoording door de wethouder hebben wij duidelijk kunnen horen dat gemeenten kunnen kiezen voor de oplossing, ook die zoals door ons aangegeven. De vraag ligt hier van avond voor of men dat ook wil. Wil men ruimte geven, tole rant zijn in die zin, dat men elkaar zoveel mogelijk ruimte laat, of is men bewust intolerant. Ik vind wel degelijk dat het college zich intolerant opstelt. Er is in deze gemeente een traditie van gedogen, ik hoef maar te wijzen op de ma nier waarop we aan zeer grote hoeveelheden coffeeshops zijn gekomen. Maar, een ambtenaar met gewetensbezwaren is plot seling niet te gedogen. Het lijkt een beetje scheef. De wethouder had het graag anders gezien. Welnu, hij heeft daar alle kans toe. Hij had een minderheidsstandpunt kunnen innemen en aldus principieel stelling kunnen nemen. Dat doet hij niet en dat vinden wij niet gelukkig en wij vinden dat hij daarmee een verkeerde keuze maakt. De wethouder personeelszaken heeft geen antwoord gegeven op mijn vraag hoe het college omgaat met dit eigen gemeente lijke beleid in de richting van het georganiseerd overleg en de medezeggenschapsraad en de vakorganisaties. Dat wilde ik in tweede termijn daarover opmerken. De heer Bilker (weth.Er zijn niet wezenlijk nieuwe as pecten naar voren gekomen, dus het kan wat mij betreft kort. Ik moet toch zeggen dat als de heer Jacobse spreekt over uitsterfconstructie dat dat voor mij nieuw is. Dat hebben wij nergens vastgelegd, zeker niet voor de bestaande ambtenaren. Dat is een ommezwaai. (De heer Jacobse: Met een uitsterfconstructie heb ik be doeld het feit dat men niet herbenoemd zou worden na vijf jaar, dat was het besluit van de Commissie Bestuur en Mid delen, maar in de BenW-nota, wordt heel nadrukkelijk ge sproken over een nieuwe benoeming Het gaat heel duidelijk over als er weer een nieuwe periode aan de orde zou zijn en het gaat over een Buitengewoon Amb tenaar die principiële bezwaren heeft, dan wordt daar ui teraard over gesproken, wil of kan of zal hij/zij de wette lijke verplichten uitvoeren. Zo niet, geen sprake van her benoeming. Dat is het beleid. Maar de heer Jacobse zegt, en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 95