Blad 24 Verslag van de raadsvergadering van 10 september 2001 neerd zou worden met reparatie van OZB—1. Dat is ongeveer de strekking. Dit is een totaal tegengesteld verhaal aan hetgeen in de eerste raadsbrief naar voren is gekomen. Dat moet u toch met ons eens zijn. Het is niet ongewoon dat de wethouder mid dels een memo reageert op berichten in de pers over bepaalde zaken, die niet juist zijn weergegeven voordat een commissie vergadering begint. Het is ook niet ongewoon dat de wethouder voor een behandeling in de commissie het woord neemt over een bepaald onderwerp om een toelichting te geven, voordat er be paalde misverstanden ontstaan. Beide is niet gebeurd. Het is alsof u wachtte op de reacties in de commissie, wetende dat de ze zouden komen, maar hopende dat ze uit zouden blijven. Gezien de reacties, hebt u willen redden wat er te redden viel en bent u met een geheel nieuw verhaal in de commissie gekomen. In het licht van voorgaande problemen omtrent de OZB een even verbluf fende als ongeloofwaardige ontwikkeling. Los daarvan, wij kun nen er als SP-fractie nog steeds niet bij dat het relatief klein technisch probleem wat geleid heeft tot OZB-2 niet door de ambtenarij te behappen was. Het was een bekend verschijnsel, dat had erbij moeten kunnen. In een vorige voorstelling hebben we middels een motie onze af keuring uitgesproken over de gang van zaken. Als SP-fractie hebben we het idee dat het probleem uit handen is geglipt van de wethouder en onvoldoende gezag uitstraalt om in ieder geval mijn fractie de indruk te geven dat u de problemen nog de baas bent. Hetgeen ik hier nu net geschetst heb, spreekt wederom in uw nadeel. Ook het verhaal dat net van de fractie van de NLP naar voren is gekomen met als aantekening het voorbehoud van het antwoord van de wethouder en het feit dat na de commissie vergadering er toch sprake was een hoger risico dan aanvanke lijk gemeld als de zoveelste druppel, geeft het beschadigd ver trouwen een verdere douw. Wij zullen dit ook uitspreken middels de steun aan de motie van de heer Stoker. De Voorzitter: Ik stel de raad voor om de pauzeren. De Voorzitter schorst de vergadering om 20.45 uur. De Voorzitter heropent de vergadering om 21.05 uur. Mevrouw De Haan (weth.): Ik begin met de heer Jacobse, waarvan het jammer is dat hij niet in de commissie aanwezig was vorige week, omdat ik daar uitvoerig heb uitgelegd hoe de werkelijke gang van zaken geweest is tijdens de OZB-2 affaire. Kort gezegd komt het erop neer dat, en zo hebben we het ook geformuleerd in de raadsbrief, tijdens OZB-1 het bureau Monsma en partners ons geïnformeerd heeft, de afdeling Belasting geïnformeerd heeft, over het probleem van de limietoverschrijding. Dat er vervol gens op ambtelijk niveau een afweging is gemaakt om niet op dat Blad 25 Verslag van de raadsvergadering van 10 september 2001 moment het probleem op te lossen, aangezien men volop in de weer was met OZB-1 en men angst had dat die twee dingen tege lijk afhandelen zou kunnen leiden tot het niet tijdig en goed door de raad heen krijgen van OZB-1. Om die reden heeft men ge dacht, wetend dat het op dat moment niet een groot probleem was, om het probleem van de limietoverschrijding naar het na jaar te verschuiven. Vervolgens is aan het eind de schriftelij ke mededeling van Monsma gekomen, waarin hij nog eens uitdruk kelijk het college adviseert om het mee te nemen. Op dat moment is daar geen aandacht aan geschonken, omdat men in feite de af weging gemaakt had en de raadsdiscussie al in zo'n ver stadium was. Dat is de reden waarom men de fax op dat moment niet meer aan het college heeft voorgelegd. Dan zeg ik de heer Jacobse, die fax was bekend, daar heb ik u voor de zomer ook op gewezen, dat Monsma ons zowel schriftelijk als mondeling op dit probleem heeft gewezen en dat we na de vakantie de raad verder zouden informeren en dat is dus nu aan de orde. Wat dat betreft denk ik dat van de kant van het college geen enkele informatie is achtergehouden, wij hebben de raad voor de vakantie a. geïnfor meerd over het probleem; b. geïnformeerd over het feit dat er adviezen over geweest waren. De raad heeft ermee ingestemd dat we na de vakantie met het oplossen van het probleem, wat we vanavond doen, ook de verdere gang van zaken zouden vertellen. (De heer Jacobse: U heeft dat op 2 en 3 juli tijdens Perspec tief gezegd, dat blijkt ook uit de notulen. De herhaling van die fax is ook van 28 juni, dus op dat moment was die fax weer boven water, om het zo maar eens te zeggen. Wat ik gewoon wil weten is, is het correctzoals mij dat door de ambtenaren is verteld, dat die fax tot 28 juni, tot het bericht in de Tele graaf kwam te staan en men Monsma belde, binnen de ambtelijke dienst niet bekend was.) Nee, dat is niet correct, het feit dat Monsma ons daar schrif telijk over had bericht, mondeling en schriftelijk had beves tigd, was bekend bij de ambtelijke organisatie en hebben we ook teruggevonden. Het feit dat deze fax van 28 juni is, heeft al leen maar te maken met het feit dat Monsma hem opnieuw heeft gestuurd. Maar hij was bekend, dat hebben wij als college kun nen controleren. In die zin is er dus aan het verhaal niets veranderd en zeg ik daarbij, en dat vind ik van belang om van avond te zeggen, omdat meerdere raadsleden daarover gesproken hebben, dat is het enige verhaal en dat is niet een ander ver haal dan wij met de raadsbrief hebben bedoeld. Het feit dat de tekst kennelijk aanleiding is geweest voor raadsleden om dat ook nog anders te interpreteren, is jammer. Om die reden heb ik nog eens uitgelegd hoe het precies gegaan is en heb ik op uw verzoek dat stuk ook zo in de raadsbrief geschreven, dat daar geen misverstand meer over kon bestaan. Maar het is uitdrukke lijk niet een ander verhaal of een andere verklaring, er is nooit een ander verhaal geweest. Dit verhaal hebben we gepro beerd in de raadsbrief op te schrijven en is kennelijk op een andere manier geïnterpreteerd. Als ik het ergens over eens ben met de heer Jacobse, is het dat onze ambtenaren uitermate inte-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 13