Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 duidelijk te maken. De gemeente moet, met name het grondbedrijf, scherp onderhandelingen voeren namens de gemeente en marktconforme bedragen binnenhalen. Daarnaast moeten college en raad ook oog hebben voor het maatschappelijke belang, dat met veel voorstellen te maken heeft. Het is de PvdA-fractie duidelijk dat de Stichting De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven geen extra financiële inspanning meer kan leveren. Dat is in de Commissie Bestuur en Middelen door het college aangegeven. Daarbij komt dat de stichting zich ver plicht om een aantal noodzakelijke verbeteringen aan te brengen. De PvdA-fractie heeft na bestudering nog de nodige twijfels bij het onderhandelingsresultaat, maar we willen de Stichting De Nieu we Leeuwarder Jachthaven niet frustreren bij het plannen maken voor een nieuwe start. Echter, willen we wel zekerheid dat de ge meente niet, na een bepaalde periode, tot de slotsom komt dat er te goedkoop verkocht is, doordat bijvoorbeeld een investeerder de stichting van zijn problemen verlost. Ondanks dat er vertrouwen is in de stichting, willen we het doorverkopen van de grond en water juridisch afbakenen. Het gaat ons om een kettingbeding bij door verkopen van het complex. Dit kettingbeding is voor de PvdA- fractie een manier om tegemoet te komen aan de nu gederfde inkom sten. Mocht de stichting onverhoopt het complex moeten verkopen, dan willen we niet een optie tot de eerste koop, maar wellicht een percentage van de meerprijs die het complex naar onze mening op zal brengen. We willen graag een reactie van de wethouder en eventueel komen we met een motie in de tweede instantie. De heer Brok (weth.): Voorzitter, de heer Veldhuis die stelt: wij schatten de waarde hoger in. Mijnheer Veldhuis en zijn fractie weten - hij maakt ook verwijzing naar vorige gevallen - dat hier uit een taxatierapport de verkoopprijs gehaald is. Er zijn meerde re taxaties verricht de afgelopen jaren. Hij verwijst terecht naar anderhalf jaar geleden en naar de deal, zoals hij er nu ligt, in clusief de prijs. Als hij dan zegt: wij vinden toch dat dat te weinig is. Dat moge zo zijn, maar het college gaat af op datgene wat een beëdigde taxateur daar over gezegd heeft. En het is niet meer geworden, hoe jammer dat ook is, dan in het voorstel is opge nomen. Ik wijs er nogmaals op dat het hier louter gaat over de ondergrond en het water in de verhuurde toestand. U weet dat er een huurcontract ligt vanaf 1957, dat hier dus sprake is van een relatief slecht ontsloten gebied, dat er ook sprake is van bodem verontreiniging, groot achterstallig onderhoud etc. etc. Daarnaast heeft de stichting in de afgelopen jaren grote investeringen ver richt in de opstal, het schiphuis etc. etc. Dan praten we over tonnen die daar door de stichting zelf in geïnvesteerd zijn. Als we kijken naar het bezit van de Stichting Leeuwarder Jachthaven zelf, is die vele mate groter inderdaad, dan het bedrag waar we nu over praten. De stichting heeft de ambitie om de jachthaven te moderniseren, voor ongeveer een bedrag van f 2 miljoen en daarvoor is ook die hypotheek nodig. Het is dus nodig dat de stichting het een en ander verwerft. Is het dan niet mogelijk om een aantal pro Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 centen terug te vragen op het moment dat de stichting het door gaat verkopen, of zou door gaan verkopen? A: wij hebben geen enke le aanwijzing dat dat daar sprake van zal zijn. B: deze deal is een goede deal in de beleving van het college, met de randvoor waarden die ik net genoemd. Dus dan is er ook geen reden om een aantal procenten alsnog na een verkoop te vragen en voor de hypo theekbaarheid van het één en ander is het alleen maar lastiger als we daar nog bepalingen over op gaan nemen. Bovendien is daarbij een lastige zaak de volgende: stel voor dat het voorstel van de PvdA-fractie gevolgd zou gaan worden, hoe ga je dat dan definiëren op het moment dat er sprake is van de feite lijke verkoop? Over welk onderdeel praat je dan? Dan moet er weer een hele uitsplitsing plaatsvinden van dat deel dat nu op dit mo ment van de stichting is en wat de gemeente vervreemdt. Dan kom je, zeggen onze juristen, buitengewoon moeilijk uit. Dat brengt het college ertoe om negatief te reageren op hetgeen u voorstelt. Wij stellen de raad voor om deze casus na acht jaar discussiëren een keer af te tikken. Geheel in de lijn met raadsbesluiten die eerder genomen zijn over vervreemding van dit onroerend goed. De heer Veldhuis: Ik wil toch de motie indienen, voorzitter. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 15 oktober 2001; overwegende - dat er twee ronden onderhandelingen zijn geweest met de Stichting Nieuwe Leeuwarder Jachthaven en het resultaat naar het oordeel van de PvdA-fractie te laag is; - dat het grondbedrijf marktconform moet werken; - dat de argumenten van het college een hoog invoelend vermo gen heeft; - dat bij deze calamiteit de gemeente Leeuwarden te goedkoop heeft verkocht er in een later stadium wel een deel van de marktconforme opbrengst moet hebben; - dat in geval van de stichting onverhoopt genoodzaakt is om door te verkopen een percentage van de verkoop aan de ge meente toe te komen, om de lagere verkoopprijs te compense ren; besluit het college op te dragen een kettingbeding in het contract vast te leggen; en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door de heer Ten Hoeve en mijzelf namens de PvdA-fractie. (De heer Van Mourik: Voorzitterik wil toch even een vraag stel len. Er wordt hier nu heel boud gesteld dat de opbrengst te laag is, maar er is toen begonnen met een opdracht van de raad om te proberen een hogere opbrengst te realiserenEn die hogere op brengst wordt nu gerealiseerd en die wordt gestaafd door objectie-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 23