Blad 66 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 Nee, maar dat heb ik ook aangegeven meneer Stoker. Als je het he lemaal voor het zeggen had willen houden, dan had je het niet moe ten verkopen. Je kunt ook stellen, nu dat verkocht is kan je pro beren dat stukje inspraak veilig te stellen om nog iets te vertel len te hebben. Want het blijkt wel dat dit onder de mensen leeft en dat mensen een redelijke mate van keuzevrijheid willen hebben en zich niet met commerciële belangen willen laten opschepen. Kortom, ik begrijp er helemaal niks van. Iedereen is tegen en we sturen die mensen weer met dezelfde boodschap in het riet. Ik heb er niet voor gepleit om geen programmaraad in te stellen. Maar ik heb er voor gepleit, en dat is ook de intentie van de motie, wacht tot het landelijke protocol klaar is, dan kunt u instellen en dan kunt u hopelijk de nieuwe programmaraad met meer bevoegdheden haar werk laten doen. (De heer Roekiman: Voorzitterik vind het helemaal niet gepast dat de heer Van Olffen zegt dat we mensen het riet in sturen.) O maar, er zijn wel meer dingen die niet gepast zijn Mevrouw Van Ulzen: Ik begrijp nu beter dat de wethouder het niet verstandig vond om de motie te steunen. De wettelijke bepaling is genoemd. Ik ben ook wel gevoelig voor het argument dat we moeten optrekken met de acht overige gemeenten. Overigens meneer van Olffen, wij willen ook die ballon niet het riet in sturen. Ik ben wel blij, en herhaal dat nadrukkelijk, dat bij de feitelijke selectie iedereen zich zoveel mogelijk kan her kennen in de samenstelling. Dat klopt toch? Mevrouw Mol: Voorzitter, wij hechten waarde aan het collectief. Dus wat je gezamenlijk opzet, dat we daarin niet op dit moment af moeten haken. Aan de andere kant als je dit de burgers laat horen, merk je dat burgers zich daar heel erg bij betrokken voelen en de politiek wel weten te vinden. Dat vinden we toch ook wel iets. De motie is ons op zich sympathiek, maar zoals het er nu staat zeggen wij, is het in haar uitwerking nihil. Dus is het niet verstandig om daar op te wachten. Ons voorstel is om door te gaan met die wervingsprocedure. Gewoon volgens de wettelijke taken dat opstar ten en zorgen dat er een nieuwe programmaraad komt. En laten we die programmaraad in de commissie Welzijn regelmatig evalueren en kijken wat er nu eigenlijk gebeurt. We moeten ons met elkaar in zetten om landelijk zoveel mogelijk invloed te krijgen met de nieuwe programmaraad. Als blijkt dat het een cruciaal punt is dat het onder het oude of het nieuwe protocol valt, laten we dan bij de instelling van de nieuwe programmaraad in ieder geval die bar rière wegnemen en dat proberen uit te sluiten, dat het geen gevol gen heeft voor de toekomst. Dus wij zijn tegen de motie. De heer Brok (weth.Nu heb ik toch het idee dat het begint te glijden in de beeldvorming van wat we van zo'n programmaraad moe Blad 67 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 ten verwachten. Het is natuurlijk heel erg verstandig om middels de ingekomen stukken de commissie Welzijn jaarlijks een verslag toe te sturen wat zo'n programmaraad doet. Maar ook nog in de com missie jaarlijks te evalueren over zo'n programmaraad die helemaal buiten de competentie van de gemeente valt en een oordeel te ge ven, dan houden we ons met zaken bezig waar we ons niet mee bezig moeten houden. Wij gaan daar niet over. We moeten ons beperken, het college en de raad, tot de hoofdzaken. De raad mag natuurlijk alles naar zich toetrekken, maar zij moet ook niet overbelast ra ken, laten we het zo maar formuleren. Meneer Van Olffen zegt: dit is toch een beetje een vreemde situa tie, niemand is tevreden met UPC, die oude programmaraad is opge stapt en nu gaan we gewoon weer door waar we gebleven zijn. Maar er is wel wat veranderd. UPC heeft zich op zijn mist wat ont vankelijker getoond, vooral die negatieve publiciteit, zoals die daar geweest is. En we hebben nu eenmaal te maken met dat wette lijke format. Het lijkt alsof u hier vanavond wilt oproepen tot, op microniveau, een soort burgerlijke ongehoorzaamheid, om iets wat in de wet ver ankerd is vooral niet uit te voeren. Dat kan toch nooit de bedoe ling zijn van uw fractie. (De heer Van Olffen: Ik heb nooit geweten dat dit zoveel zou op roepen. Ik roep niet op tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Als ik dat zou doen, zou ik pleiten voor het saboteren van de programma raad. Ik heb alleen voor uitstel gepleit en me als een trouw bur ger afwachtend opgesteld, van wat komt er in het protocol te staan zodat ik me als burger kan toetsen aan het nieuwe protocol. Er is helemaal geen sprake van burgerlijke ongehoorzaamheid. Voorzitter, het college houdt aan het voorstel vast, we moeten doen wat de wet van ons vraagtNu overgaan tot die wervingsproce dure, vervolgens de leden benoemen voor die nieuwe programmaraad. En mocht dat protocol iets brengen, waarvan wij met z'n allen zeg gen, dat is nieuw en dat is interessant, dan praten we daar in 2002 verder over. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie van de heer Van Olffen. 'Overwegende dat de invloed van een programmaraad te beperkt is mede gelet op de nieuwe ontwikkelingen, dat er landelijk wordt gewerkt aan het protocol waarin de invloed van een programmaraad duidelijker wordt omschreven besluit de instelling van de nieuwe programmaraad op te schorten totdat het landelijke protocol klaar is en brengt het standpunt ter kennis aan de overige deelnemende gemeenten' De motie van de heer Van Olffen namens de PvdA-fractie wordt ver worpen met 10 tegen 24 stemmen. Voor stemden de leden van de PvdA fractie (minus de wethouders) en de SP-fractie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 34