Blad 70 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 De motie, zoals mevrouw Dolstra die heeft ingediend, zullen wij niet steunen. Het lijkt mij in ieder geval niet een motie die past binnen de lijn van wat wij op dit moment aan ideeën hebben. Je moet nu eenmaal keuzes maken. De keuze ligt veel meer in het ver ruimen van de declaratieregelingen, dat komt in de evaluatie. Wij willen graag prioriteit stellen voor de kerstgratificatie van de WiW-ers, maar daar wachten we de voorstellen van de PvdA-fractie af De heer Feddema: Mevrouw Dolstra zei het al, Sinterklaas staat voor de deur, dat vinden wij dus ook. Maar dat betekent niet dat je op lokaal niveau aan inkomenspolitiek zou moeten willen doen. We vinden overigens dat dit punt, wat terecht genoemd is, op een hele goede manier besproken is in de commissie. Het is een be leidsstuk, het is een vaststelling daarvan. Ik vind het ongepast om op deze wijze dit als kapstok te gebruiken, zonder een dusdani ge link die ligt op dit werkveld. Want als je fase 4 zou willen honoreren, wat is er dan met fase 3? Zou dat dan ook niet een beetje scheef zijn, misschien de armoedeval te bewerkstelligen? Wij vinden het onverstandig dat op deze wijze, in deze raad over dit onderwerp voor Sinterklaas wordt gespeeld. Het spijt ons ge weldig Wij kunnen natuurlijk, dat begrijpt u wel, niet met die motie mee gaan De heer Jacobse: Ik wil toch even iets zeggen, omdat ik vind dat we zo langzamerhand toch bepaalde paden opgaan die ik niet gewenst vind. We hebben het hier over het jaarverslag, dus over het afge lopen jaar. We hebben morgen in de commissievergadering de begro ting, die hebben we binnenkort hier. Daar horen dit soort voor stellen van mevrouw Dolstra en niet achteraf bij de vaststelling van jaarverslagen. Ik vind dat wij als raad zelf ook in de hand moeten houden dat we niet bij allerlei agendapunten hele andere agendapunten, die op dit moment niet ter zake doen, gaan toevoe gen De heer Kalsbeek: Het gaat hier inderdaad om het vaststellen van het beleidsverslag. Daar valt niks op of af te doen. Wat ons op valt, is dat de hoeveelheid fase 4-mensen toch nog steeds vrij groot is. Ik denk dat het goed is om in de Commissie Welzijn eens te kijken of wij als de raad straks toe is aan nieuwe computers (ik geloof dat dat volgend jaar is, dan zijn de dingen die we nu in gebruik hebben afgeschreven) die dan niet voor een zacht prijs je ter beschikking kunnen stellen aan die mensen die op dit moment een achterstand hebben in informatie. Wat de motie van mevrouw Dolstra betreft. Ik denk niet eens dat we die in behandeling kunnen nemen, want ze heeft hem ingediend voor Blad 71 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 een partij die niet in deze raad zit, namelijk Leefbaar Leeuwar den Mevrouw De Haan (weth.): Mevrouw Dolstra begint met dat zij begaan met de mensen die in fase 4 zitten. Ik heb haar al vaker gezegd, dat is in ieder geval iets wat voor het college ook geldt. Zij constateert, daar is het verslag ook voor, dat de opbouw van het bestand is gewijzigd. Wij hebben nu met meer mensen te maken die in fase 4 zitten, we hebben het dan ook wel eens over de blijvers in de bijstand. Vandaar dat wij ook hebben gezegd, in de discussie daarover: ga je nu de armoedebeleid volgen of armoedevalbeleid Wij hebben ook steeds gezegd, armoedebeleid blijft nodig, juist voor deze mensen, die blijvend in de bijstand zijn. Alleen is het lastige dat als we het hebben over blijvers in de bijstand, dat dit nogal een variabel begrip is. Want mensen die bijvoorbeeld nu in de bijstand zitten: moeders met kinderen beneden vijf jaar die geen sollicitatieplicht hebben, zitten ook in fase 4Maar op het moment dat die kinderen ouder worden, worden vrouwen geacht wel te gaan solliciteren. Mevrouw Dolstra stelt dat dit mensen zijn die nooit meer uit fase 4 komen, dat bestrijd ik, dat betwijfel ik ook, omdat een deel van die groep om een andere reden nu in fase 4 zit en daar op termijn ook wel weer uit zal komen, verwachten we. Zij heeft een verhaal gehouden over het belang van de positiever betering van mensen van fase 4Dat is precies het beleid dat wij voeren, om juist allerlei trajecten daarvoor ook uit te zetten, met de bedoeling dat deze mensen, die in fase 4 zitten, uit hun sociaal isolement komen en uiteindelijk ook in een betaalde baan terechtkomen. Dat zal voor een deel van deze groep niet mogelijk zijn, deze mensen zijn bijvoorbeeld aangewezen op gesubsidieerde banen. Maar ook dan kunnen zij van allerlei regelingen meeprofite ren. Dus zij zet een wat somberder beeld neer dan dat ik dat heb. Zij zegt ook: dat werk is er niet. Nou, er is nog heel veel werk, er is nog veel vraag. Dus ik kijk daar toch wat anders tegenaan. Haar voorstel om een eindejaarsuitkering aan fase 4-mensen te ge ven, steun ik ook niet. Ik steun de motie ook niet, om redenen die ik net wel aangaf. Bovendien schraapt zij nu wat middelen bij el kaar, zij zegt er worden minder uitkeringen aangevraagd. Dat bete kent dat wij ook minder geld in de gemeentekas krijgen. Zij maakt een optelsom, die in de praktijk er helaas heel anders uit ziet. Zij heeft het over een eindejaarsuitkering van ruim acht ton en komt niet met een adequaat dekkingsvoorstelZij weet zelf ook dat we bij de Perspectiefnota de discussie hebben gehad over middelen die nu nog beschikbaar zijn voor de declaratieregeling en voor de bijzondere bijstand, die zijn voldoende voor dit jaar. Maar er zit dus absoluut geen rek in, voor wat voor een extra uitkering dan ook. Dus ik kan me voorstellen dat zij zegt, deze mensen moeten gewoon wat meer hebben, nogmaals, wij zetten daarop in middels ons reïntegratiebeleid, dat deze mensen op traject gaan, zodat ze uit eindelijk ook financieel beter komen te zitten. En het verhaal van mevrouw Dolstra, zoals zij dat houdt over die doeluitkeringen, komt niet overeen met de realiteit, helaas.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 36