Blad 84 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 heid (een aantal partijen waar onder de NLP vond dat wij die aan delen niet moesten verkopen omdat wij vonden dat wij zelf die zeg genschap moesten houden, maar dat staat vanavond niet ter discus sie) van de partijen in de raad toen akkoord ging met die verkoop. Zij vonden allemaal dat dat juist de argumenten waren om voor dat bod van NUON te kiezen, boven het bod dat er ook lag van anderen. Er is ons toen van alle kanten verzekerd dat Leeuwarden vestiging van de hoofddirectie zou zijn en zou blijven. Er werd gesproken over vijf jaar, tien jaar, wat dat allemaal zou kunnen gebeuren, watvoor scenario's er allemaal op zouden kunnen treden. Want wij wisten natuurlijk op dat moment wel dat er allemaal ontwikkelingen waren van fusie, schaalvergroting, overnames en dat soort zaken. Al die varianten zijn aan bod geweest op initiatief met name ook van de heer Krol en iedere keer in commissie en raad is ons verze kerd: het zit goed. U begrijpt dat wij toch verbaasd waren en een beetje kwaad waren toen wij uit de krant moesten vernemen dat het niet goed zat, dat er toch besloten was om de hoofdzetel elders te plaatsen. Toen voelden wij ons, ook al hadden wij daar min of meer al voor ge waarschuwd, toch een beetje bekocht. Nu kun je zeggen, is dat toen allemaal waterdicht afgetimmerd. Ons is toen in ieder geval verzekerd van wel. En nu kun je natuurlijk zeggen er zijn alle trucjes bedenkbaar waarodoor je wellicht onder juridische bepalingen uit zou kunnen. Er stond vanavond een arti kel in de krant van de directeur van het Waterleidingbedrijf, waarin hij een en ander suggereerde. Maar het is duidelijk in ie der geval voor mij dat wij toen helderheid hadden met elkaar, waar ook NUON volledig mee akkoord was. Dan heb je meer dan juridische overeenstemming, dan heb je ook morele verplichtingen aan elkaar. Als wij zelfs van dat soort concerns niet meer mogen uitgaan dat zij hun woord houden, dan moeten wij inderdaad op een hele andere manier met bedrijven omgaan, ook met bedrijven die nog altijd in overheidshanden zijn. Een van de zaken, waar in die onderhandelingen de nadruk op lag, was het feit dat commissarissen uit Friesland een vetorecht hadden over een aantal besluiten, waaronder het besluit dat de hoofdves tiging in Leeuwarden zou blijven. Dat was de garantie, die zouden daar op toe kunnen zien. Wij hadden dus ook verwacht en mogen ver wachten dat daarop toegezien was. Uit de publiciteit blijkt dat de commissarissen afkomstig uit Friesland geen gebruik hebben gemaakt van dat vetorecht. Dat verbaast ons. Wij hadden verwacht en mogen verwachten dat zij op basis van de gemaakte afspraken met ons fel tegen deze zaak geprotesteerd hadden en alle middelen hadden ge bruikt om Leeuwarden als hoofdvestiging voor NUON-water te behou den Dat brengt mij bij het tweede punt en dat is dat ook bij de be sprekingen van januari 1999 ons toegezegd is als zo'n situatie zich zou voordoen, dat dan ook de raad uiteraard daar weer bij betrokken zou worden. Dat is het punt dat ik ook heel nadrukkelijk hier wil noemen, het feit dat wij als raad daar niet bij betrokken zijn. Wij hebben weliswaar natuurlijk onafhankelijke commissaris- Verslag van de raadsvergadering van 15 en 16 oktober 2001 sen, maar die zijn wel door ons benoemd. De een staat wat nauwer bij ons dan de ander. Maar het had toch een kleine moeite geweest om even te polsen wat de fracties er van vonden. Dan ook hadden wij tijdig, in ieder geval nog eerder dan nu, gezamenlijk de krachten kunnen bundelen om actie te ondernemen, om Leeuwarden als plaats van vestiging van de hoofddirectie te bepleiten en alles uit de kast te halen om er voor te zorgen dat afspraak ook af spraak zou zijn. Nu moeten wij eigenlijk in een soort achterstand situatie aan de strijd beginnen en dat is jammer. Nu kun je zeggen: het hoofdvestiging zijn is niet zo belangrijk. Ik heb toch heel veel discussies de afgelopen twintig jaar meege maakt, maar meestal is het toch zo dat wij altijd, of het nu om CCF-Frico-Domo ging of om andere concerns ging, gezegd hebben: het is juist heel belangrijk dat wij de hoofdvestiging hebben, dat geeft meer dan alleen een stukje status. Wij hebben in die andere gevallen ook niet gezegd, zolang die fabriek hier maar blijft of zolang die kantoren hier maar blijven zijn wij eigenlijk wel te vreden. Destemeer in dit geval ook omdat er gesuggereerd wordt dat wij er iets voor terug krijgen, maar als je het besluitvormings traject nog eens even doorloopt, dan was dat al bij de verkoop bedongen, wij zouden zo'n technisch centrum al krijgen, zo'n hoog waardig bovenregionaal centrum, met de mogelijkheid van groei. Of je het nu een technisch centrum noemt of een laboratorium, dan ben je weer met woorden bezig. Volgens mij krijgen wij gewoon waar wij volgens de verkoop al recht op hebben. Dan zeg ik dus: wat blijft er nog over voor ons? Los van het feit dat ik vind dat je geen enkele prijs zou moeten accepteren voor het feit dat je de hoofdzetel verliest, hebben wij hier afspraken gemaakt met het college, met de aandeelhouder, met de commissarissen, die namens de gemeente vanuit de raad in NUON zaten. Afspraken waar wij als raad aan gehouden zijn, maar waar wij van mogen verwachten dat ook degenen met wie wij die afspraken gemaakt hebben zich aan die afspraken zouden houden. Dat is niet het geval en omdat wij op de achterhand zitten blijft ons niet veel meer over dan af te keuren, dat het zo gegaan is. Dat hadden wij ook zo in onze conceptmotie verwoord, die heeft u allen gekre gen De afgelopen dagen en vandaag is er overleg geweest over dit punt tussen de partijen in deze raad en wij hebben met elkaar besloten dat wij met een gezamenlijke motie zullen komen. Dat betekent dat ik de motie, zoals ik die heb toegezonden, hier niet zal indienen, maar dat de heer Van Mourik straks namens ons een gezamenlijke motie zal indienen. Voorzitter, ik wou u voorstellen hem nu het woord te geven, zodat hij het verhaal kan completeren met de motie. De heer Van Mourik: In het vragenkwartiertje van 12 juni jl. heb ben wij de aandacht gevraagd voor het mogelijk vertrek van NUON- water uit Leeuwarden. NUON-water is opgesplitst in een tweetal werkmaatschappijen, waarbij de Raad van Commissarissen van NUON-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 43