Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
uitgestraald die Leeuwarden momenteel zo hard nodig heeft. Dat is
geen verwijt, maar een vaststelling. Bovendien het dagelijks bestuur
van de gemeente als geheel kan niet meer met elkaar door één deur,
daar hebben we het mee te doen. Maar zoals vaak is het voor een
aanvoerder moeilijk functioneren in een team met veel wisselspelers
en blessures. En vaak hebben twee schuld als twee vechten en dus is
hiermee de kous niet af en kan de kous voor de SP ook niet af zijn.
Want er is nog een belangrijke vraag onbeantwoord: waarom?
Iedere fractie kan los van de overwegingen van de wethouders eigen
redenen hebben om het vertrek te steunen en zoals gezegd verzetten
wij ons ook niet tegen het vertrek op zich. Maar wat voor de SP als
een paal boven water staat, is dat we de afgelopen weken veel te
weinig te horen hebben gekregen over de concrete redenen van de kant
van de wethouders. Zelfs de directe aanleiding hebben we niet mogen
vernemen. Ondanks gesprekken van mijn fractie met wethouders (en ook
met mevrouw van Maaren) hebben wij onvoldoende argumenten gehoord
die het standpunt van de wethouders rechtvaardigen. Wat zich achter
de collegedeuren afspeelt is voor een oppositiepartij vaak tasten in
het duister. Essentiële informatie die raadsleden toekomt om een
overwogen oordeel te vellen is ons in deze onthouden, terwijl er
tijdens de besprekingen met de fractievoorzitters nooit sprake van
is geweest om de oorzaken maar in het geheel te verzwijgen!
Op het moment dat we op de hoogte werden gebracht, waren er al een
aantal gesprekken tussen wethouders en mevrouw van Maaren over haar
functioneren geweest, zonder dat wij hier ook maar iets van wisten
en zonder dat we in de verste verte konden bedenken dat essentiële
informatie voor ons uit zou blijven! Om ons gevoel hierover maar
even helder te omschrijven, wij voelen ons hierdoor simpelweg
genaaid. En dat rekenen we de wethouders aan. En als je de reacties
hoort de Leeuwarder bevolking, die terecht niet minder. De heer
Stoker van de Christenunie zal daarom in eerste termijn mede namens
de SP-fractie een motie van afkeuring indienen betreffende de late,
onvolledige en onzorgvuldige informatievoorziening door de
wethouders
Voorzitter, toen ik zaterdag dacht 'ach, laat ik voor de afleiding
eens mijn horoscoop in de krant gaan lezen'werd mij voorspeld dat
dit een week wordt waarin ik veel ga lachen. Nou was het misschien
de verkeerde krant en gelukkig is de week nog niet om, maar niets is
momenteel minder waar. Ik wil het namelijk even over de miljoenen
guldens hebben. Namens de SP-fractie heb ik reeds vroeg laten weten
op z'n zachtst gezegd grote problemen te hebben met de bedragen die
met het vertrek van Van Maaren gemoeid zouden gaan. In z'n algemeen
heid vinden we dit soort gouden handdrukken schandalig; de regeling
die met mevrouw Van Maaren is getroffen is wat de SP-fractie betreft
wel degelijk exorbitant. Onze gemeente is helaas gebonden aan een
wettelijk minimum. Dit zogenaamde 'normale' wettelijk minimum is
voor mijn fractie tevens het absolute maximum, daar had geen moment
over onderhandeld hoeven worden.
De raadsbrief en zelfs de PvdA- en PAL/GroenLinks-fractie vinden dat
de f 1,75 miljoen die Van Maaren meekrijgt alleszins redelijk is.
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 29 oktober 2001
Hoe komt het dan toch dat ik er heilig van overtuigd ben dat de
gemiddelde burger van Leeuwarden (en van Nederland in het algemeen)
hier pertinent anders over denkt? Van de honderden mensen, die ik er
tot nu toe buiten de politiek over gehoord heb, waren er slechts
twee mensen het met u eens. U spreekt over miljoenen alsof het
zakgeld is, wij zijn hier absoluut op tegen! We pleiten er dan ook
voor dat dit soort regelingen landelijk terug te brengen tot
redelijke proporties. Immers, de gemiddelde werknemer krijgt in een
vergelijkbaar arbeidsconflict eerder een schop mee dan een zak geld.
Misschien dat de PvdA- en PAL/GroenLinks-fractie zich alsnog
geroepen voelen om met ons een poging te doen het bedrag naar
beneden te brengen. Ik hoor het graag, de raad heeft immers vandaag
alsnog het laatste woord.
Uit oogpunt van goed fatsoen is er helemaal niks mis mee om af te
spreken niet met modder te smijten en niet na te trappen richting
mevrouw Van Maaren. Mijn fractie heeft van begin af aan gezegd daar
ook geen enkele behoefte aan te hebben. Maar ik denk dat ik namens
meerdere fracties spreek als ik concludeer dat de manier waarop deze
intentie, waar wij dus achter staan, zoals vlak voor de bewuste
buitengewone raadsvergadering in de regeling aan de fractievoorzit
ters voorgelegd, op z'n zachtst gezegd niet goed is besproken. We
hebben gedurende het tiental hectische minuten voor de raadsvergade
ring niet goed de invulling, uitwerking, juridische houdbaarheid en
de gevolgen ervan voor raadsleden en ambtelijk personeel op een rij
gehad, waardoor er duidelijke nuance- en interpretatieverschillen
zijn ontstaan. Nog vóór de buitengewone raadsvergadering van de
bewuste vrijdagmiddag heb ik reeds tegen twee afzonderlijke
wethouders gezegd dat er de nodige rek in artikel zat. En het grote
probleem is, dat is afgelopen week duidelijk gebleken, dat de
regeling dusdanig verschillend geïnterpreteerd is dat de uitwerking
ervan averechts heeft gewerkt. De media spraken van een zwijgplicht
- begrijpelijk gezien het feit dat er geen inhoudelijke informatie
naar buiten kwam. De SP-fractie heeft, dat is later in de week
gelukkig ook bevestigd door wethouder De Haan, echter vanaf het
begin verklaard helemaal niet van een zogenaamde 'zwijgplicht' te
spreken, simpelweg vanwege het feit dat we vonden - en dat wordt
erkend in het persbericht van de gemeente van 25 oktober - dat
(citaat persbericht) 'het artikel altijd de ruimte geboden heeft om
zonder boetes een openbaar debat te kunnen voeren'Nu het bewuste
artikel dusdanig wordt uitgelegd dat we maar in't geheel onze mond
moeten houden, stel ik voor de duidelijkheid voor het artikel er
maar helemaal uit te gooien. De raad heeft immers nog het laatste
woord - wij zijn er ook toe verplicht - bovendien hebben we grote
twijfels aan de manier waarop het tot stand is gekomen, daar kom ik
zo meteen nog even op terug.
Waar we, al vanaf de eerste keer dat we op de hoogte zijn gebracht
van de breuk, behoefte aan hebben is het inzichtelijk krijgen van de
oorzaken, zoals die bij de wethouders leefden om de samenwerking te
beëindigen. Bijvoorbeeld in de vorm van een verklaring waarin helder
en vooral concreet staat geformuleerd op welke specifieke punten
dusdanige meningsverschillen zijn ontstaan waardoor verdere