Blad 58
Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001
Ik denk dat inderdaad het initiatief bij de raadsleden kan liggen
en afstemming daarin zal zeker op zijn plaats zijn. In die zin ben
ik het wel met de heer Boorsma eens.
Motie 9. We zijn het eens met wat het college hierover gezegd
heeft. In principe vinden we dat partijen zelf verantwoordelijk
zijn voor de opleiding van hun nieuwe raadsleden en collegeleden.
Aan de andere kant is een goed introductieprogramma voor nieuwe
raadsleden wel nodig en dat is tot nu toe ook altijd door de
gemeenteraad verzorgd of althans vanuit de gemeente verzorgd. Ik
denk dat dat na de verkiezing ook gewoon weer moet gebeuren.
Motie 10, volgen we ook de lijn van het college.
Motie 11, zijn wij tegen, want wij zijn voor een aanpassing van de
cyclus, zoals die wordt voorgesteld in de begroting. De opmerkin
gen die wethouder De Haan over de data heeft gemaakt die zijn wat
ons betreft overtuigend en wij zullen ons zeker bij neerleggen bij
die genoemde data.
Motie 12, de strekking daarvan ondersteunen we, want we maken ons
ook zorgen over de contingenten.
Motie 13. Bij Perspectief zouden we van de wethouder graag het
bedrag willen horen wat dat verlichtingsplan zou kosten. En tegen
die tijd willen we onze afweging maken of we daarmee akkoord gaan
of niet.
Uit de eerste termijn, de opmerkingen van de PAL/GroenLinks-
fractie aangaande de parttime wethouder, denk ik dat het college
zoals het hier nu zit een afspiegeling is van huidige politieke
verhoudingen en de opmerkingen over meer wethouders zijn bedoeld
voor na de verkiezingen.
Aangaande het besloten vergaderen.
(De heer Jacobse: Ik kan mij dat voorstellen. Ik vind het een
slechte gewoonte van Leeuwarden dat je het aantal wethouders
afhankelijk maakt van de politieke verhoudingen. Want dat is
eigenlijk dus ook het knelpunt geweest waardoor dit is ontstaan
Men heeft de afspiegeling gewenst en men heeft daar vervolgens een
getal op los gelaten. Ik denk dat het dus goed is, dat je los van
de politieke verhoudingen in de uitslag van de verkiezingenzegt
van zoveel werk is er gewoon en dat betekent dat je daar zoveel
formatieplaatsen' voor nodig zal moeten hebben, dan is vervolgens
de vraag straks bij de verkiezingen: hoe gaan we die vullen.)
Ja, dat ben ik met u eens.
(De heer Jacobse: Maar ik zou dus wel graag van u willen weten of
u vindt dat het met deze aantallen van de afgelopen 4 jaar
eigenlijk niet zou kunnen.)
Ik denk dat het college erg hard gewerkt heeft en overbelast is en
dat voor de volgende periode naar een verruiming van de college
omvang moeten streven.
Blad 59
Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001
Wij willen ook nog ingaan over besloten vergaderen. In principe
denken wij dat dat een zaak is om dat heel helder nog een keertje
uiteen te zetten. Dat wat ons betreft alleen als het over de
marktpositie van de gemeente gaat of als het over personen gaat,
vergaderingen besloten moeten zijn. Wij roepen voorzitters van
diverse commissies op om hierin ook kritisch te zijn.
Het beeld wat de NLP-fractie heeft geschetst over de gang van
zaken rond de dak- en thuislozen locatie, dat herkennen wij niet.
In de keuze voor beslotenheid was toen wat onze fractie betreft,
ingegeven door de marktpositie van de gemeente.
Tot slot, nog de openingstijden van burgerzaken. Zonder meteen aan
verruiming van de openingstijden te denken zal er ook aan de
problemen tegemoet kunnen worden gekomen door de openingstijden te
verschuiven, bijvoorbeeld van 11.00 uur naar 17.00 uur of nog
anders. Wij zouden hiervoor graag een voorstel van de wethouder
hebben en vragen ook de andere partijen zich hierover uit te
spreken in hun tweede termijn. Dat was het dank u wel.
De hear Wijmenga: Ik sil ek de moasjes dy't yntsjinne binne folgje
by myn reaksje yn twadde termyn.
Earst dan de moasje fan de Partij fan de Arbeid. Dêrfan is al
oanjün dat sy eins de strekking, sa't it kolleezje der ütlis oan
jout, onderskriuwe en yn dy sin kinne wy ek üs wol yn dy moasje
fine
Moasje 2 is ynlutsen, dat liket my düdlik, om't der wetlike
behinderingen binne, dus der hoech ik fjirder net op yn te gean.
Us eigen moasje dêrfan seit de foarsitter dat de punten 1 en 2
hiel neidruklik in opdracht binne oan de ried. Dat haw ik miskien
yn myn ferhaal net sa düdlik oanjün, mar it wie wol hiel neidruk
lik üs bedoeling om oan te jaan dat krekt dy twa punten in
opdracht binne oan de ried seis en net in fraach oan it kolleezje
om üs by de han te nimraen en hjirmei fjirder te gean. Ik nim ek
oan dat de oare partijen yn de ried harren dêr wol yn fine kinne.
Wat myn grutste belang is om hjir mei üt te sprekken dat it in
saak is fan de hiele ried en net fan in pear partijen, mar dat we
dêr as hiele ried by belutsen binne. En wy woene graach fêststelle
dat de ried yn syn gehiel der achter stiet om hjirmei oan de slach
te gean en ek wurk te meitsjen fan de dualisearring en alle
problemen dy't wy oant no ta ek hjir besprutsen hawwe
(De VoorzitterMet uw interpretatie dat 1 en 2 een opdracht is
aan de raad en van 3,4 en 5 heb ik al gezegd dat het college
daarmee akkoord is. Mijn conclusie zou zijn, dat deze motie dan in
die zin overgenomen wordt, dus zou die dan ook niet meer in
stemming gebracht hoeven te worden.)
As it kolleezje dy konklüzje dielt dan hoecht de moasje ynderdaad
net yn stimming brocht te wurden, want dan binne we it iens