Blad 80
Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001
Dan onze eigen motie investeren in de kwaliteit van het bestuur.
Ik moet zeggen dat ik blij ben met een aantal reacties die hier
vanmiddag gegeven zijn, niet omdat ze zo positief zijn, maar wel
omdat het in ieder geval is wat discussie los maakt. Vooral de
heer Van Mourik maakte toch wat los en prikkelde bij mij in ieder
geval een discussie. Ook uw reactie, mevrouw de voorzitter, was de
moeite waard om nog eens op te reageren.
Als u zegt die f 2,5 ton voor de opleiding van gemeenteraadsleden
en wethouders is niet nodig, want politieke partijen hebben zelf
hun opleidingstrajecten. Dat weet ik, sterker nog ik sta zelf op
de lijst van trainers van het opleidingscentrum van D66 en die
trainingen hoeven niet betaald te worden uit dit budget. Dat wordt
allemaal keurig gefinancierd, dat is geen enkel probleem. Ik vraag
ook niet hier om trainingen, die raadsleden moeten leren om
politieke standpunten in te nemen of om politieke debatten te
voeren. Dat moeten die politieke partijen inderdaad zelf maar
regelen. Het gaat mij hier inderdaad om het soort opleidingen waar
de heer Jacobse over spreekt, waar we het hebben over de techniek
der dingen, vooral de techniek van zaken die op dit moment in de
gemeente Leeuwarden aan de orde zijn. Dat zijn zaken die je niet
op basis van allerlei open inschrijvingscursussen kunt gaan
regelen bij politieke partijen, omdat dat in iedere gemeente
verschillend is en dat zal je dus binnen gemeente moeten gaan
regelen. Dat heeft niets met politieke sturing te maken, maar dat
heeft er gewoon mee te maken dat je op de hoogte moet zijn van
technische zaken en de weg moet weten in de regelgeving. Daar heb
je wat geld voor nodig, daar heb je wat budget voor nodig.
Daarnaast vinden wij dat een flink opleidingsbudget geïnvesteerd
zal moeten worden in onze topbestuurders, in onze wethouders, dat
hebben ze nodig, dat hebben ze wel aangetoond de afgelopen tijd.
Dan het tweede deel van onze motie, het voorstel om nou ook echt
actief aan de gang te gaan met een goeie selectieprocedure voor
wethouders. Het is zeker niet ons voorstel om het werven van
kandidaten volledig uit te gaan besteden. Ik zei u in eerste
termijn al dat als we dat al zouden willen, dat aanzienlijk meer
zou kosten dan dit bedrag. Dat moeten die politieke partijen
inderdaad maar doen. Die moeten maar met voorstellen voor
kandidaten komen, wij zullen dat ook doen. Maar het is dan wel aan
de raad om te besluiten of zij vinden dat de kandidaten, die die
politieke partijen leveren, voldoen aan de kwaliteitseis, die wij
daar met z'n alle aan willen stellen.
(De Voorzitter: U kent de wet niet.)
Nee, ik ken de wet inderdaad niet uit mijn hoofd. Maar daarvoor
gaan we technische opleidingen doen.
(De Voorzitter: Nee, we hoeven elkaar helemaal niet de vliegen af
te vangen. Het gaat in het nieuwe systeem niet meer zo dat de raad
een wethouder benoemt.)
Nee, maar het zou wel zo moeten zijn dat we als raad vertrouwen
hebben in dat dagelijks bestuur. Dat is niet alleen aardig, het is
ook gewoon noodzakelijk. Wij vinden dus dat het dagelijks bestuur
van de gemeente Leeuwarden het vertrouwen echt moet kunnen winnen,
niet alleen van de raad, maar ook van de burgers en daarvoor heeft
Blad 81
Verslag van de raadsvergadering van 12 november 2001
de huidige bestuurspraktijk aangetoond dat we naar een hogere
kwaliteit toe moeten. Daar willen aan gaan werken en dat zal geld
gaan kosten, daar zullen we in moeten investeren, voorzitter. Het
zal best dat u gelijk heeft dat de politieke partijen daar een
belangrijke rol in hebben, maar het is nodig om daar meer in te
investeren en het is nodig dat er in ieder geval ook een goeie
discussie op gang komt over hoe wij er voor zorgen dat er nu eens
echt kwaliteit op die stoelen terechtkomt.
Voorzitter, dat over onze eigen motie.
Dan ga ik naar motie nummer 1 van de Partij van de Arbeid-fractie
Met de opmerkingen van de burgemeester is die feitelijk wat
overbodig geworden, daar gaat het over het betrekken van burgers
bij beleidsvoorstellen en de inspraak die daarom heen moet. In
feite is dat wat voor een groot deel al moet op grond van de
inspraakverordening, zoals de heer van Mourik al zei.
Tenslotte, over deze motie voorzitter, roept het bij ons ook een
beetje het gevoel op dat een cultuurprobleem wordt gebureaucrati
seerd, dat door ergens een regeltje op te schrijven wordt gedaan
alsof het probleem is opgelost, terwijl het meer in een houding
zit en dat los je niet met dit soort regeltjes op. Laten we nou
eens met simpele dingen beginnen, door bijvoorbeeld te zorgen dat
wanneer we inspraakavonden plannen, informatieavonden plannen, die
ook plaatsvinden op momenten dat het voor mensen mogelijk is om
die te bezoeken en dat het ook voor raadsleden mogelijk is om
daarbij te zijn. Een simpel voorbeeld: een discussie over de
gedoogruimte voor drugsgebruik combineren met een wij kinformatie-
bijeenkomst van de oranjewijk, is natuurlijk wel heel erg raar op
één avond. Eén van beide is niet doorgegaan, dus het probleem was
opgelost. Maar het is raar en niet goed dat dat soort dingen,
terwijl je weet dat mensen voor beide avonden belangstelling
hebben, op één avond terechtkomen. Dat lossen we dus niet op met
zo'n bureaucratisch regeltje, dat gaat om houding en gedrag.
Motie nummer 2, van de Partij van de Arbeid is teruggetrokken, dus
daar hoeven we het verder niet over te hebben.
Motienummer 3 van de CDA-fractie zijn door de burgemeester
opmerkingen over gemaakt en met in achtneming van die opmerkingen
is de motie feitelijk overgenomen. Daar zijn wij het mee eens.
Dan de motie van de PAL/GroenLinks-fractie over de 4,3% stijging
voor de declaratieregeling. Daar hebben wij onze handtekening
onder gezet en ondanks het verzoek om bedenktijd van het college
hebben wij geen reden om onze steun daaraan terug te trekken. Wij
hebben die bedenktijd niet nodig, wij zijn het met deze motie
eens
Dan het amendement van de Nieuw Leeuwarder Partij over de hoogte
van de algemene reserve. Dat is wat ons betreft net zo'n arbitrair
getal als het getal wat we nu op dit moment hebben staan. Dus wij
hebben aan dit amendement op dit moment geen behoefte.