Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 dat lijkt mij meer grondpolitiek en daarom denk ik dat het uw vraag is.) Ja, dat zeg ik bij deze toe. De NLP-fractie zegt, we hebben toch wel een beetje zweet in de handen als je dan naar zo'n hele casus kijkt en zij wijst op de andere partijen en juristen, die daar zouden zitten. Eigelijk proefde ik een beetje dat wij die niet zouden hebben en niet opgezet zouden hebben. Het project is zo groot en zo omvangrijk en ook zo risicovol, dat geeft het college direct toe, dat we ook geen enkele garantie kunnen geven of dat alles ook over 25 jaar helemaal goed komt op allerlei onderdelen, zoals die ook nu benoemd zijn. Maar de indruk die je toch een beetje wekt van: is er wel goed bij de gemeente naar gekeken. Ik kan u zeggen dat onze eigen meneer Maat boven op deze kist heeft gezeten, en dat dat één van onze beste mensen is, die nauw betrokken is bij het project. Dat mag ook wel eens gezegd worden, met alle complimenten die daarbij horen. Wij hebben geen enkele aanleiding om op dit moment te veronderstellen dat daar iets mis zou zijn, anders zou het college ook niet dit voorstel in deze vorm aan de raad presenteren. De heer Jacobse waagt zicht ook aan een aantal formuleringen, waar ik maar beter niet op in kan gaan op dit moment met betrekking tot de formulering die gekozen zijn door Corporatie Holding Friesland. Is er gevaar voor de overeenkomst als niet alle grond er is. Ik heb u net gezegd dat alle grond er is op één srukje na. Wij gaan ervan uit dat ook dat ene stukje nog verder geformaliseerd kan worden, alvorens er sprake is van een samenwerkingsovereen komst. Maar zoals het er nu uitziet is het ook mogelijk om die samenwerkingsovereenkomst te sluiten als op dat moment nog niet helemaal die casus is afgesloten. Dan wijst hij nog een keer op de uitspraak die gedaan is van: 'de heer Brok heeft de deur dicht gesmeten'Nou, daar is geen sprake van, voorzitter. Ik wil u best verklappen, ik heb één keer live gesproken met de heren en we hebben daar gezegd dat we van mening verschillen. Ik helemaal niet met deuren gesme ten. Ik heb gewezen op afspraken zoals die eerder gemaakt zijn, afspraken die na overleg met uw raad gemaakt zijn. Afspraken die in uw raad verankerd zijn. Ik ben geacht datgene te doen wat met de raad is afgesproken, al helemaal als het een voor stel van het college is geweest. Dat daar op enig moment niet iedereen even blij van blijft, daar kan ik en kan het college niets aan doen. Voorzitter, ik heb daarmee alle opmerkingen gemaakt die ik vanuit mijn portefeuille zou moeten maken in mijn beleving. Mevrouw Waanders (weth.): Ik begin met een aantal opmerkingen en vragen die de heer Feenstra heeft gesteld, voor zover ze Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 niet meer betrekking hebben op de kwestie van de corporatie. Hij heeft een aantal opmerkingen gemaakt over Europese aanbe steding, ook anderen zijn daar op ingegaan. Het is inderdaad zo, en daar heeft de heer Van Mourik al op gewezen dat in een nog latere versie dan die u ter beschikking stond, een opmer king is opgenomen met betrekking tot die Europese aanbesteding. Ik zal hem voor de duidelijkheid nog even voorlezen zoals die erin komt. 'Bij de uitoefening van hun taken zullen GEM en GEM- beheer steeds de geldende aanbestedingswetgeving, waaronder de Europese aanbestedingsrichtlijnen, voor zover zulke wetgeving van toepassing is op de activiteiten van GEM en GEM-beheer in acht nemen'Zo is die tekst opgenomen. De vraag is of dat eigenlijk überhaupt noodzakelijk was, want je wordt je gewoon geacht te houden aan die richtlijnen. Maar om die onduidelijk heid te voorkomen is dat er toch aan toegevoegd. Maar in wezen noodzakelijk is het niet, want we gaan er ook vanuit bijvoor beeld dat wij ons aan allerlei andere wettelijke verplichtingen houden, zoals de belastingwetgeving, als je daar steeds dat type teksten op zou nemen, dan ben je dus echt bezig met overbodige zaken. Maar het leek ons, gelet ook op de gevoelig heid en ook de opmerking die van de kant van CHF daarover zijn gemaakt toch goed om toch zo'n passage op te nemen. Zolang er nog geen sprake is van aanbesteding van werken staat ons niets in de weg om overeenkomsten aan te gaan en een intentieovereen komst te sluiten met de partijen, zoals wij dat ook van plan zijn. De f 30,- per m2, dat is ook in de commissie door verschillende partijen aangeroerd. Er wordt nu gesproken van een streven naar die f 30,- voor die fondsenvorming. De heer Feenstra zegt kan dat nog wat harder gemaakt worden, wat is de ruimte die daar nog inzit. Dat is dus een kwestie van ook onderhandelingen en praten met die partijen, niet alleen over die f 30,-, maar ook over andere voorwaarden die hard geformuleerd moeten worden in die samenwerkingsovereenkomst. Ik heb in de commissie al gezegd dat we heel lang hebben gesproken over die intentieovereen komst. weet ook dat we dat nog eens een keer hebben uitge steld, toen ging het o.a. inderdaad ook over die f 30,- per m2. Op een gegeven moment moet je zeggen van dit is eigenlijk de inhoud, zoals we er nu naar kijken, gaat eigenlijk al verder dan normaal gesproken bij een intentieovereenkomst gebeurt. Dus we zijn al aardig op weg met het maken nu ook van een samenwer- kingsoverkomst, zeker als het gaat om een aantal uitspraken daar behoort die f 30,- ook toen. Wat in ieder geval gaat gebeuren, is dat in die samenwerkingsovereenkomsten ten aanzien van die van die fondsvorming een hard bedrag afgesproken moet worden en dat dat het streven is, dat moge duidelijk zijn, dat staat er niet voor niets. Dan heeft hij gevraagd hoe het zit met die voorbereidingskos- ten, die zowel door gemeente zijn gemaakt als door de marktpar tijen. In artikel 9 van de intentieovereenkomst wordt afgespro ken hoe die werkwijze in elkaar steekt. Uiteindelijk komt het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 17