Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 overeenkomst ook heeft doorgenomen. Daarnaast is er nog van de kant van de gemeente nog opnieuw, voordat het ook aan de raad werd aangeboden in de commissie, nog een second opinion uitge voerd. Wat jurisprudentie in de toekomst uitwijst, daar kunnen we natuurlijk nu geen voorspellingen over doen. Als we ieder risico, en risico wat we nu ook nog absoluut niet kunnen benoemen, willen uitsluiten, moeten we dit soort trajecten niet ingaan. En daar waar u zegt: 'het is de vraag of het college voldoende sturing kan geven aan dit proces'Die vraag is aan de raad om te beantwoorden, als die denkt dat dat niet zou moeten, dan moet die ook als zodanig besluiten, lijkt mij. De heer Roekiman: Voorzitter, in de afgelopen dagen is het duidelijk geworden dat de positie van CHF in Leeuwarden-Zuid van een behoorlijke omvang is, die je wat ons betreft serieus moet nemen. In de eerste termijn heb ik aangegeven dat CHF pachtovereenkomsten heeft. (De heer Van Mourik: Nu wil ik toch even serieus antwoorden. Ik heb nu begrepen van de heer Feenstra, makelaar van beroepdat de corporatie nog niet een vierkante millimeter grond in het plangebied in bezit heeft, dat heb ik ook van de kant van het college begrepen. En de heer Roekiman zegt nu dat de corpora tieholding een forse positie heeft in het plangebied.) Dat klopt, want ik heb zelf met CHF gesproken en die informatie hebben ze mij gegeven. Als de wethouder zegt dat niet te weten, dan lijkt het mij verstandig dat je je in ieder geval een gesprek aangaat, zodat je dat soort informatie boven tafel kunt hebben. Volgende week woensdag hebben we commissie Bestuur en Middelen, de resultaten kunnen we dan bespreken, de dag daarop, hebben we raadsvergadering en dan kunnen we het aftikken. J_De heer Van Mourik: Sinds de Franse tijd kennen we het kadas ter en daar wordt in aangegeven welke rechten en plichten er ten aanzien van percelen grond gelden. Het kadaster is maatge vend bij de vraag of je kunt stellen of een partij positie heeft of niet. Er is nu objectief door twee partijen gezegd dat de corporatie holding, ten eerste geen positie heeft en ten tweede is van de kant van het college gezegd dat ook al zou er een positie zijn, dat het er inhoudelijke niet toe doet. De heer Roekiman gaat daar op geen enkele manier op in. Het enige wat hij doet is het napraten van iemand met wie hij gesproken heeft Mij is de informatie bereikt dat CHF met een aantal boeren een aantal afspraken heeft gemaakt voor het verwerven van gronden en die informatie is het college niet bekend, dat wil ik van het college horen. Als je nou een week de tijd hebt, laat het college dan maar een beetje goeie wil tonen en ga dat maar na, en dan bespreken we het volgende week woensdag in de commissie Bestuur en Middelen. Dan heeft u ook antwoord, meneer Van Mourik. Dus wat mij betreft de informatie graag bij de commis sie Bestuur en Middelen. Wij verzoeken het college, de moties Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 in eerste termijn ingediend, om de zaak op te schorten met een week (De heer Jacobse: Voorzitterik mag dus concluderen dat de heer Roekiman de woorden van de wethouder niet gelooft Nee, ik heb gezegd of de wethouder heeft gezegd niet de infor matie te hebben dat CHF een aantal opties heeft. Dan zeg ik dat er reden temeer is om die informatie boven tafel te krijgen. En dat is heel simpel, in gesprek te gaan met CHF. (De heer Jacobse: Ik heb hem toch duidelijk horen zeggen en ook de heer Feenstra, dat naar zijn objectieve vaststelling daar geen positie is. En als de heer Roekiman zegt: hij is er wel' en de wethouder zegt van niet, dan gelooft hij dus blijkbaar de wethouder niet.) Daar gaat het niet om. De wethouder zegt de informatie niet te hebben dat CHF een aantal opties heeft, dat heeft de wethouder gezegd. Dan is het simpel, een telefoontje of een gesprek met CHF aan te gaan. (De heer Feenstra: Het kadaster is heel duidelijker is dus geen stukje grond dus van de betreffende corporatiesDaar komt bij, laat ze een aantal opties hebben, maar dan is die vraag, die wil ik wel graag dus van de heer Brok hebben, die is nog niet beantwoord, om welke gebieden gaat het? Als ze in het natte natuurgebied zitten, dan levert het geen problemen op voor de start van het verhaal en komen we er later wel op terug. Zolang dat niet duidelijk is, moet de raad geen besluit van avond nemen. Het kan worden opgeschort met een week. (De heer FeenstraDat is wel duidelijkDan moet de heer Roekiman ook nog een keer over nadenkenwat ook de wethouder gezegd heeft, ook vandaag de dag is een corporatie een commer cieel bedrijf, ook een BV. En dat wil ook niet zeggen dat zij het geld allemaal bij voorbaat daar en daar aan bestedenHet geld moet ook naar die aandeelhoudersWij zeggen, wij zijn 50% eigenaar en zo de begroting nu ongeveer is en het zou met 15 jaar goed zijn en de rente zou gelijk blij vendus de toekomst dan wordt er meer dan f 120 miljoen aan ^verdiend'Over die 15 jaar en daar wordt 50% - dat zijn wij 50% - wordt weer besteed aan deze stad, want wij hebben geen aandeelhoudersDus dat geld wordt besteed in de stad en waarvoor dat zien we dan wel.) Dat ik wacht af. De heer Hoogeveen: Het gaat wat de D66-fractie betreft er niet om hier nu vanavond de belangen van een andere partij te behartigen. Die indruk wil ik zeker niet wekken. Wij hebben inderdaad eerder in deze gemeenteraad gesproken over welke partijen betrokken zouden moeten zijn bij de ontwikkeling van dit gebied. De uitgangspunten, die we daarover hebben afgespro ken, staat de D66-fractie op zichzelf nog steeds achter. Dat staat wat ons betreft niet ter discussie. We zitten alleen wel met een lastig feit, een partij die we op andere plaatsen in onze gemeente heel erg hard nodig hebben en waar overeenstem-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 19