Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 tussentijds intern geïnformeerd of de opbouw er zo op kon, en dat schijnt te kunnen. Begin 2000, grond- en funderingsonderzoek, conclusie met huidig ontwerp geringe kans op lichte verzakking van bestaande woning. 19 maart 2000, tijdens de raadsvergadering heb ik een toespraak gehouden over dit onderwerp. Mijn vraag was om binnen de huidige procedure uit te laten zoeken welk formaat dakopbouw er dan wel mogelijk zou zijn. Na mijn toespraak werd ik door de toenmalige wethouder, Peter den Oudsten, aangesproken. Deze deelde mij mee dat wij in die week nog een gesprek zouden hebben over het formaat van de dakopbouw. Het gesprek heeft 23 maart 2001 plaatsgevonden in het bijzijn van ambtenaar Peter Jager. Tijdens dat gesprek is toegezegd dat gemeente in het kader van het door haar reeds bestempelde project Nijlan de kosten zou dragen voor de berekening wat voor gewichten aan opbouw erop de huizen zou kunnen. Een paar dagen later werd bekend dat Peter den Oudsten elders burgemeester zou worden. Je zou zeggen dat bij de wisseling van de wacht afspraken ook worden overgedragen. Daar ging ik ook vanuit. Een tijdje later echter werd ik door Peter Jager gebeld met een mededeling dat de herberekening niet doorging, omdat deze te duur zou zijn. Navraag bij het bedrijf, die de berekening zou doen, leerde dat er nooit een prijsopgave was gegeven, dat er wel een aantal keren contact was geweest met Peter Jager, maar dat ze nog geen tijd hadden gehad om een prijs te bepalen. Toen ik vervolgens met Jager contact opnam deelde die mij mede dat het eigenlijk anders zat. Namelijk dat de opvolger van Den Oudsten, wethouder Bearn Bilker, niet met de zaak verder wilde, omdat hij de zaak te oud vond. Bovendien leverde navraag bij de SVK op dat de gemeente Leeuwarden hen had verboden verdere actie ondernemen. Ik had er genoeg van en heb contact opgenomen met de nationale ombudsman. Tot mijn verbazing verklaarde zowel Den Oudsten, als Jager tegenover de ombudsman dat de toezegging van Den Oudsten dat de gemeente de kosten zou dragen niet zo zijn gedaan. Als dat zo was geweest, had ik hier gelijk bij de volgende gemeen teraadsvergadering weer gestaan. Den Oudsten verklaarde tegen over de ombudsman dat er wel bepaalde dingen waren toegezegd, hij moet daarmee in zijn verklaringen in de war zijn geweest. Want zijn verklaring betrof het funderingsonderzoek en die was er in januari 2001 al geweest. Dus die toezegging was er al lang. Ook bleek dat zowel Den Oudsten als de gemeente Leeuwar den het met de inzending van hun antwoorden naar de ombudsman niet zo nauw namen. Den Oudsten was te laat en werd daarop aangeschreven door de ombudsman, en de gemeente Leeuwarden vroeg te laat uitstel. Ik sta hier dus nu weer. Al twee wethouders die met deze zaak bezig zijn geweest zijn inmiddels burgemeester geworden, ze hebben meer succes dan mij, maar ik schiet daar niets mee op. Ik heb voortdurend met ander poppetjes te maken. Nu zelfs ook al met een andere burgemeester, die ik overigens veel succes wens Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 21 november 2001 In de brief van 18 juli 2001 verklaart uw gemeente dat een opbouw binnen de gestelde normen mogelijk moet zijn en dat een onderzoek naar wat er wel op zou kunnen, zelfs bij de gemeente zelf berekend kan worden. De gemeente stelt dat dergelijke dingen niet voor particuliere worden gedaan. Maar hoe kan het dan, dat het funderingsonderzoek van f 9.000,- dan wel door haar is betaald? Doen ze dat altijd voor een particulier? Is dat dan gebruikelijk? En is het ook gebruikelijk als je indivi dueel een bouwvergunning aanvraagt, waar jezelf een principe besluit voor hebt ontvangen en nog een aantal bewoners gelijk tijdig hetzelfde als jou moet doen? Het lijkt wel dat het net is hoe de gemeentelijke wind waait, de ene keer wordt gezegd dat het een wijkaangelegenheid is en de andere keer dat er puur particulier initiatief is. Het lijkt erop dat het ermee te maken heeft welk poppetje het wanneer en op welke afdeling behandelt. Ik moet volgens de gemeente de hele procedure opnieuw starten. Dat zou dan weer veel geld en tijd gaan kosten, en dat terwijl binnen de lopende procedure geregeld kan worden. De gemeente heeft mij meerdere malen gevraagd de aanvraag bouwvergunning in te trekken, niet gebruikelijk lijkt mij. Ik heb dat ook nog nooit eerder van iemand gehoord. Ik zou dan alle kosten terug krijgen. De gemeente zou dan mooi van alles af zijn. Omdat ik argwaan krijg ben ik dat gaan uitplui zen en het bleek dat ik slechts een deel van leges terug zou krijgen. De kosten die ik dan nog voor mij rekening zouden komen belopen enkele duizenden en dat als gevolge van een schriftelijke toezegging door de gemeente. Bovendien ben ik op 26 februari 2001 door een boze ambtenaar van de afdeling Bouwen gebeld met de vraag of nu eindelijk eens met de zaak verder wilde gaan. De zaak lag namelijk al zolang in de kast. Later heb ik vernomen dat de afdeling Bouwen en de afdeling Gebieds- ontwikkeling zo goed als geen overleg met elkaar hebben en behoorlijk langs elkaar heen werken. Bovendien is gebleken uit de wijkenquête dat het aantal voor- en tegenstanders even groot is. Bovendien is er dan nog sprake van een aantal geen mening mensen. Deze zijn dus in principe geen tegenstander, anders hadden ze wel gereageerd. De tegenstanders hebben over het algemeen de kinderen de deur al uit, maar ze zijn ook niet verplicht om ook te bouwen. De aanvraag is puur individueel, omdat je andere mensen niet moet kunnen verplichten een opbouw te plaatsen. Al zou je het in mijn ogen dan wel moeten tolere ren als een ander zoiets wil. Mijn vraag is wederom om op kosten van het project Nijlan, wat er volgens P. de Jager eerst wel was en waarvan hij later beweerde dat het nooit heeft bestaan, te berekenen wat voor opbouw erop kan en mij zo spoedig mogelijk een individuele bouwvergunning te verlenen. De opbouw zal kleiner moeten uitvallen, dat weet ik, en dat moet ook, dat is voor de tegen standers natuurlijk mooi meegenomen. Als je als mensen verschil van inzicht hebt, dan moet je een compromis kunnen sluiten en dat ontstaat dus in dit geval op grond van omstandigheden. Als je als gemeente A zegt moet je ook B zeggen. Al moet ik zeggen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2001 | | pagina 3