Vaststellen van de verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van de burgemeester De heer H. ten Hoeve stelt de verordening aan de orde. Mevr. F. Haitsma (CDA) heeft een opmerking. Zij constateert dat in de verordening nog wordt gesproken van leden van het college. Zij verzoekt deze woorden te schrappen. De heer Van Mourik zegt dat dit een technische aanpassing betreft en derhalve mogelijk is. De heer Ten Hoeve concludeert dat er verder geen opmerkingen zijn over de verordening. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. Punt 2 (bijlage nr. 78). Benoeming leden vertrouwenscommissie De Voorzitter geeft het woord aan mevr. S. Inberg. Mevr. S. Inberg (D66): voorzitter, drie weken geleden werden de fractievoorzitters bij elkaar geroepen om. wat toen ter plekke bleek, te praten over de benoeming van mw. De Boer middels een afwijkende sollicitatieprocedure. Op de vraag wat dan de status was van het aanwezige gezelschap, bleek het antwoord te zijn dat de fractievoorzitters (in ons geval een dag van tevoren) op persoonlijke titel waren uitgenodigd door de Commissaris, en ook op persoonlijke titel op dat moment moesten beslissen. Wij waren dus nog geen vertrouwenscommissie en ook de regels van een vertrouwenscommissie, zeker in het duale stelsel, mochten bij het gezelschap -soms net benoemde raadsleden- redelijk onbekend worden verondersteld. Dit even om de aanloop tot vandaag te schetsen. De noodzaak tot de haast waarmee (opnieuw) een onzorgvuldige procedure werd ingezet is ons ook bij navraag tot op heden niet duidelijk geworden. Het waarnemerschap van mw. De Boer had nog wettelijk enkele maanden verlengd kunnen worden en daarna had de raad in alle rust aan een normale sollicitatieprocedure kunnen beginnen. Gezien de bestuurscrisis die we gehad hebben, zou er in Den Haag begrip voor zijn geweest dat we niet hals over kop met een burgemeestersbenoeming aan de gang gingen. Op die manier zouden we toch al in het laatste ambtsjaar van mw. De Boer zijn aangekomen. Duidelijk is dat Democratenóó alleen de aanloop naar de benoeming van mw. De Boer op deze manier al heel onzorgvuldig vindt. Naar onze mening had de Commissaris van de Koningin, zeker na de klachten over de regie bij de ontslagprocedure van de vorige burgemeester, meer tijd voor voorbereiding en instructie aan de Leeuwarder raad moeten gunnen. Sommige fractievoorzitters zijn niet eens bij het gesprek met de Commissaris van de Koningin aanwezig geweest en moesten later telefonisch geïnformeerd worden. Wij vinden dit t.o.v. een net geïnstalleerde raad niet een juiste benadering. Over de nu te gebruiken sollicitatieprocedure zelf hebben wij al te kennen gegeven dit een schijnprocedure te vinden, de andere partijen hadden hier naar onze mening ook niet mee in moeten stemmen. Nu schrijven deze procedure niet geloofwaardig te vinden, doet de raad naar buiten toe zelf weer ongeloofwaardig overkomen. Het vervolg van de nu te gebruiken procedure kan Leeuwarden nog rare situaties opleveren. Wat te doen als zich toch meerdere sollicitanten aanmelden, hoe gaat de Commissaris daar mee om en hoe de vertrouwenscommissie? Krijgt iedere sollicitant straks een briefje van: u heeft het niet goed begrepen: het is niet de bedoeling dat u solliciteert? De eerste aanmelder heeft nog geen antwoord gehad zo lezen we in G&G. Ook de afhandeling in Den Haag zijn we erg benieuwd naar. U weet dat Democratenóó een voorstander van een gekozen burgemeester is. maar dat is in Leeuwarden zelfs in de meest afgezwakte vorm van een referendum niet haalbaar, gezien de raadsmeerderheid die zich nu achter deze procedure lijkt te scharen. Echter, in de zojuist gewijzigde Gemeentewet wordt in ieder geval een v oordracht van twee kandidaten gesteld, tenzij er sprake is van overmacht, door plotseling overlijden van een kandidaat bijv. of een herindeling. Van de aanbeveling van twee personen kan dus slechts in hoogste uitzondering worden afgeweken, de ambtsinstructie bepaalt dat. ik citeer, "de Commissaris een met redenen omklede aanbeveling van ten minste twee personen aan de minister zendt". Slechts in de gevallen van overmacht en herindeling kan hiervan dus worden afgeweken, en de minister vervolgt: "ik ben voornemens te bevorderen dat de Commissaris wordt belast met het toezicht op het ordelijk en dus wetsconform verlopen van benoemingsprocedures. De Commissaris zal de vertrouwenscommissie op de betekenis van de wettelijke bepalingen wijzen en over de inhoud en het verloop van de procedure rapporteren aan de Minister van Binnenlandse /aken. Ook zal de nieuwe benoemingsprocedure via een circulaire onder de aandacht van de gemeentebesturen worden gebracht. De integrale benoemingsprocedure, te beginnen met de profielschetsvergadering en eindigend met het benoemingsbesluit, zal daarin worden beschreven". 'Lot op heden hebben wij van de Commissaris deze informatie nog niet ontvangen, noch uitleg hoe daarmee om te gaan. Kortom, er zijn nogal wat haken en ogen aan een enkelvoudige voordracht die de raad niet zijn voorgelegd. Wij menen dan ook dat er onterecht, onzorgvuldig en overhaast een beslissing tot een afwijkende sollicitatieprocedure wordt genomen en wij doen een dringend beroep op de raad om zich niet te laten opjagen door wie dan ook. maar eerst rustig te gaan uitzoeken wat onze mogelijkheden zijn om te komen tot een normale sollicitatieprocedure. Wij vinden dat deze gang van zaken de raad schade doet door de beeldvorming. Die ontstaat enerzijds door weer hals over kop in te stemmen met een schijnprocedure. waardoor ook het blad 2 Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2002 Punt 1 (bijlage nr. 76). Gemeenteraad van Leeuwarden blad 3 Verslag van de raadsvergadering van 10 april 2002 Gemeenteraad van Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 2