MH WHHaHBnMHtaMMiiiHBi&MtaaHssnaHai 31ad 10 Verslag van de raadsvergadering van 13 200; De heer Sluiter (weth.): Mijnheer Feddema heeft het over de bruto-netto sloop nieuwbouw verhouding die ons steeds in moeilijkheden brengt, waardoor wij steeds onze aantallen niet kunnen halen. Hij heeft gelijk om daar op te attende ren, dat is ook een heel pijnlijk en moeilijk punt. Wij hebben tegelijkertijd een verplichting ten opzichte van de woningproductie en een sloopverplichtingHoewel die zo langzamerhand wat op losse schroeven begint te staan na tuurlijk, gezien het veranderende perspectief ten aanzien van de voorraad. Niettemin zit die netto-afrekening ons dwars. Daar is ook krachtig op geattendeerd in het overleg met de staatssecretaris, ook later is het ambtelijk aan de orde gesteld, wij zijn ook niet de enige gemeente die daar mee zit. Maar de staatssecretaris was op dit punt onver murwbaar. Het heeft er ook mee te maken dat het hier, zoals u hebt kunnen lezen, gaat om een intentiedocument van richtlijnen die landelijk gelden, gemengd met een aantal richtlijnen die regionaal zijn geinspreerd. Hier kon de staatssecretaris ons niet van dienst zijn. Dan ten aanzien van de 10% sociale koopwoningen in het bin nenstedelijk gebied, hoe dat met de markt gecommuniceerd wordt. Er is sprake van om te proberen marktpartijen te be wegen op binnenstedelijke locaties zo te bouwen dat wij aan die 10% kunnen voldoen. Verder kan ik er op dit moment niks over zeggen, weet ik ook niet wat de stand van zaken is. Dat het een punt van zorg gaat worden de komende tijd is wel duidelijk, als wij precies aan die 10% moeten gaat vol doen in het binnenstedelijk gebied en dat gedefinieerd aan wat er al was tot 1996. Wij kunnen ook niet toch wat invoe gen bij de nieuwe uitleg en die dan tot binnenstedelijk ge bied verklaren. Wij zullen daar goed op moeten letten. Leeuwarden komt op stoom, zegt de heer Feddema, door nieuwe afspraken geen belemmering. Als hij mij diep in het hart kijkt, dan moet ik zeggen dat ik daar ook wel wat bang voor ben, dat ik het ook wel een ongelukkig dichtgetimmerd ver haal vind af en toe, maar zo gaan wij kennelijk op dit vlak met elkaar om op dit moment. Ik deel zijn zorg dat wij door te veel afspraken te maken ook het risico lopen ons een beetje aan die afspraken op te hangen. Aan de andere kant moeten wij ook de ambitie tonen om aan de afspraken die wi maken, die wij ook moeten maken - het is natuurlijk niet allemaal vrijwilligheid - zoveel mogelijk te voldoen. Mevrouw Inberg heeft het gehad over de verwevenheid van het regioconvenant dat volgend jaar op basis van dit intentie document moet worden afgesloten en de Stadsvisie. Dat wordt ook in het stuk aangeduid. Een andere volgorde was misschien handiger geweest, maar ik kan nu dat i;zer niet met mijn handen breken, want de volg orde is zoals die is en wi- hebben dit intentiebesluit en Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 13 mei 20C2 op basis daarvan wordt het regioconvenant afgesloten. Tegen de tijd dat wij dat doen is de Stadsvisie inmiddels wel be sproken. Wellicht kan die nog voor nieuwe inzichten zorgen. Die enorme inspanning komt mevrouw Inberg dan ook op. Wij zullen aan die inspanning om aan de verplichtingen te vol doen zoveel mogelijk tegemoet moeten komen en ondertussen natuurlijk het contact met Den Haag op dit punt warm hou den. Deze staatssecretaris heeft met dit intentiedocument dat hij met alle stedelijke vernieuwingsgemeenten heeft af gesloten, nog een erfenisje achtergelaten. Wij zullen moe ten afwachten wie de volgende staatssecretaris zal zijn die dit onderwerp onder zijn hoede heeft en daar het contact goed mee houden, zodat wij misschien op de specifieke situ atie van Leeuwarden, die natuurlijk toch wel een aantal ei gen kenmerken kent, kunnen wijzen. De tegenstrijdigheid tussen de compacte stad en het inbrei- den, waarop gewezen wordt, dat er ook een ontwikkeling is die in het binnenstedelijk gebied dient plaats te vinden en tegelijkertijd het groen in stand houden, die spagaat zit er wel een beetje in. Ik kan wat dat betreft ook melden dat een lijst inmiddels ambtelijk is opgesteld, waarbij alle mogelijke bouwlocaties in de stad zijn geïnventariseerd. Daar zijn op dit moment nog geen concrete plannen voor, maar alle hoeken en gaten in de stad, om het zo maar even uit te drukken, zijn geïnventariseerd waar mogelijk bouw- initiatieven ter hand genomen kunnen worden, ook al om te gemoet te komen aan de aantallen die wij in het kader van de afspraken met de provincie en het ontwikkelingskader Leeuwarden moeten halen. Want het is allemaal hetzelfde na tuurlijk: productie, productie, productie. Voorstellen aan de raad voorleggen om die compensatie te verwerven, ik weet niet of dat nu al een rol speelt. Ik kan op dit moment slecht overzien watvoor voorstellen wij nu voor u op tafel kunnen leggen om compensatie te halen. Bo vendien is het kwijtschelden van de verplichting de verkre gen middelen terug te betalen als de prestatie niet gele verd is, dan moet er inderdaad aantoonbaar meer kwaliteit zijn gerealiseerd of moeten wij op allerlei moeilijkheden kunnen wijzen die ons vrij pleiten. Ik kan dat op dit mo ment slecht overzien. Ik denk dat wij vooral heel hard aan het werk moeten om de afspraken na te komen, die wij wel gemaakt hebben, want wij hebben natuurlijk wel ondertekend om die zoveel mogelijk na te komen, wat voor een moeilijke klus dat ook zal zijn. Mevrouw Inberg: Ik was r.eel blij met de ligst van mogelijke bouwlocaties, waar ae heer Sluiter mee kwam. Ik zou nog even wilien vragen of hi} dan naar oe raadsleden toe daar een voorstel over zou kunnen maken, of die in ïeaer geval aan het presidium zou kunnen voorleggen om op de agenaa te laten zetten hoe wij daarmee omgaan en wat wij daarmee wil len, want het zijn in de regel toch een beetje heikele

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 6