Blad 34
Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002
die ambities heeft, die wat ligging betreft niet de meest
ideale positie heeft, maar juist om die rede ook heeft ge
zegd dat bij de verbetering van die bereikbaarheid van het
noorden Leeuwarden niet uit beeld mag verdwijnen.
Et zijn ook opmerkingen gemaakt over de snelwegverbindin
gen, de A6, de A 7 die langs Leeuwarden voorbij is gegaan.
Dat is voor het college, ook wetende wat in de jaren '70 is
gebeurd, ook een reden temeer geweest om te zeggen dat mag,
nu het gaat om een snelspoorverbinding naar het noorden,
mag het niet zo zijn dat Leeuwarden ook daar aan de kant
blijft staan en niet meedoet. Overigens is, als het gaat om
die snelwegverbinding, dat het inderdaad niet alleen een
kwestie geweest van provinciale besloten, daar heeft Leeu
warden zelf ook een standpunt over ingenomen.
Laten we niet al te veel de historie ingaan, wij vinden,
het college vindt, dat er groot belang bij is dat Leeuwar
den zo volwaardig mogelijk deel uitmaakt van dat Zuiderzee-
project
Dan hebben we ook te maken met de voorwaarde die Leeuwarden
van meet af aan bij de start van dit proces ook heeft ge
steld en de uitkomsten daarvan, heeft gelijk als u zegt
dat de zaak verschrikkelijk onder druk is gezet. Daar heb
ben wij als college uiteindelijk ook weinig aan kunnen
doen, omdat er echt ook ingezet is om nog met dit demissio
nair kabinet tot een akkoord te komen. Het laatste signaal
is dat ook het aankomende kabinet, daar verwees mevrouw
Haitsma ook naar, ook heeft gezegd - dus dat is heel duide
lijk het bericht - bereid te zijn om dat akkoord ook over
te nemen. Maar dan moet er dus wel akkoord zijn, vandaar
ook het belang om tot het akkoord te komen.
Dat akkoord heeft Leeuwarden altijd verbonden en ook de
bijdrage van Leeuwarden naar de voorwaarde waaraan zou zijn
voldaan. In de bijlage bij het raadsvoorstel, dat u gister
heeft ontvangen, ziet ook nog een keer een vergelijking
staan tussen datgene wat Leeuwarden gevraagd heeft en dat
gene wat tot nu toe de onderhandelingen ook hebben opgele
verd. Misschien is het goed om aan de hand van dat over
zicht in die bijlage nog eens in te gaan op een aantal vra
gen en opmerkingen, die vanuit de raad zijn gemaakt.
In de eerste plaats is het natuurlijk van belang dat Leeu
warden via een overstap in Heerenveen wordt aangesloten op
die ZuiderzeelijnDan kunt u zeggen: we hebben nu ook een
verbinding tussen Heerenveen en Leeuwarden, dat klopt maar
dat is nog wat anders dan wanneer je via het station in He
erenveen-Zuid, dat er zou moeten komen, dat ook in het pro
ject is opgenomen, een directe aansluiting, een directe
verbinding naar Leeuwarden krijgt. Dat is in ieder geval
gegarandeerd.
Het station Werpsterhoek is inderdaad een belangrijke voor
waarde voor ons geweest en daar hebben we tot ook op het
Blad 35
Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002
laatste moment op aangedrongen om dat intergraal deel uit
te laten maken van het project. Het is niet opgenomen in
het project als zodanig, maar in de side-letter, dan wel de
brief van de minister, heeft u ook kunnen lezen wat daar op
dit moment het resultaat van is in relatie tot wat wij ge
vraagd hebben. Die brief moet op onvoorwaardelijk deel uit
maken van die samenwerkingsovereenkomst, dus met het teke
nen van die samenwerkingsovereenkomst moet ook die brief
met diezelfde inhoud worden ondertekend, dat is een harde
voorwaarde die heeft GS, die heeft de provincie ook ge
steld, zo is het ook in het raadsbesluit overgenomen en zo
is het ook met het rijk afgesproken. Dus die samenwerkings
overeenkomst wordt één op één ondertekent met die brief
waarin de afspraken met de minister zijn gemaakt over de
zaken die voor Leeuwarden zo belangrijk zijn. Eén ervan is
dus dat station.
(De heer Zwart: Kan de wethouder ook uitleggen wat dan het
grote probleem is om in de samenwerkingsovereenkomst te
verwij zen naar die brief? Waarom blijven dan twee aparte
documenten
Dat heeft te maken, dat staat ook in de brief zelf, met de
aanbestedingsprocedure. De financiële afspraak is bewust
niet in een concept-samenwerkingsovereenkomst opgenomen,
wel opnemen in overeenkomst zou de uitdaging voor private
partijen om met oplossingen te komen - dan heb ik het voor
al over die baanvakaanpassing - wegnemen.
(De heer Zwart: Dat slaat met name op het tracé en dat
slaat minder op de aanleg van station Werpsterhoekals ik
het goed begrepen heb.)
Wat dat betreft moet ik volstaan met wat ik zojuist gezegd
heb, dat wij dus voortdurend ook via de provincie gepleit
hebben voor opname van dat station, zover is het rijk niet
bereid om te gaan. Wij moeten het doen met, en daar klinkt
ook al enige teleurstelling in en dat klopt ook, de opmer
king dat wanneer station Leeuwarden-Zuid voldoet aan de
geldende criteria uit noordelijke kleine stations dit sta
tion zal worden gerealiseerd. Eén van de belangrijkste cri
teria, waaraan dan getoetst zal worden, is dat op het sta
tion Werpsterhoek, dat heeft te maken dus met prognoses die
je daarop los laat, dat daar dagelijks duizend passagiers
extra gebruik maken van de Zuiderzeelijn, van de trein. Ik
heb ook navraag gedaan van wat voor inschatting is dat, zal
Leeuwarden een probleem krijgen om aan dat criterium te
voldoen. Daarvoor zien wij op dit moment geen probleem. In
het Statenvoorstel van GS heeft u ook kunnen lezen dat ook
de provincie vindt dat het station zo snel mogelijk moet
worden gerealiseerd, het ook jammer vindt dat het uiteinde
lijk niet in de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen.
Maar als u het heeft over preprioriteiten die door het rijk
worden gesteld, dan gaat het inderdaad ook zeker op voor
het station Leeuwarden-Zuid. Dus er zal, als Leeuwarden
voldoet, als dat station voldoet aan die criteria uit dat