Blad 36 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 station, dan komt het er. Dan is het niet meer de vraag van misschien zijn er elders in dit land ook nog van dat soort aanvragen en dan moet er dus een afweging plaatsvinden, nee, zo hard is het nu wel dat wanneer we aan die criteria voldoen, dan komt dat station er. (De heer Van MourikMaar het is niet zo, als wij de samen werkingsovereenkomst ondertekenendat we dan ook een ga rantie hebben dat aan dat criterium wel wordt voldaan en dat Werpsterhoek wordt aangelegd, terwijl we wel de volle dige bijdrage beschikbaar stellen Nee, dat kan natuurlijk ook nooit, je kunt nooit vooruit lopen op een toetsing, die nog moet plaatsvinden. Waar het wel om gaat, is dat je op een gegeven moment, uiteraard voordat de Zuiderzeelijn is gerealiseerd, een onderzoek doet en waarbij je dus een prognose maakt van die aantallen reizigers. Nogmaals, daar zit niet ons grootste probleem, wij verwachten dat we aan die toets goed kunnen voldoen en als we daar aan voldoen, dan komt dat station er. Daaraan gekoppeld is een maximale bijdrage van het rijk van 10 mil joen gulden (heb ik het dan over) (De heer Jacobse: Mag ik dus ook concluderen dat op het mo ment dat wij die intentie niet ondertekenen dat het gewoon een regeling is dat als we aan de duizend criterium voldoen dat die er überhaupt gewoon komt.) Als we de samenwerkingsovereenkomst niet ondertekenen? Nee, nee, nee, het is altijd een samengaan van het tekenen van de samenwerkingsovereenkomst en het ondertekenen van de brief door de Minister van Verkeer en Waterstaat. Die twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Want als wij de samenwerkingsovereenkomst niet tekenen doen wij dus niet mee aan het project Zuiderzeelijn, dus vervallen ook deze toezeggingen of deze afspraken. Nee, dan krijg je dus een situatie waarin het rijk ook na zal gaan van welke aanvra gen liggen daar nog meer, daar is een bepaald budget voor beschikbaar voor het aanleggen van stations ja, en dan kan het dus zijn dat Leeuwarden buiten de boot valt of voor langere tijd buiten de boot valt. Bovendien, als die goede aansluiting op die Zuiderzeelijn niet gerealiseerd wordt, dan is het natuurlijk sowieso de vraag of daar überhaupt ooit een station komt bij de Werpsterhoek. Daarmee zet je veel meer op losse schroeven, als u de samenwerkingsover eenkomst niet tekent. Dus die twee die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er is ook een vraag gesteld als gaat om de bijdrage die noodzakelijk is voor het realiseren van een station. Het exacte bedrag kan ik u niet geven, dat is ook nog niet be rekend. Als het gaat om een klein station, en dan noem ik even als voorbeeld het station Grou, dan zit je ongeveer op kosten van 10 tot 15 miljoen gulden. Ik doe het even in guldens, want als het gaat om dit aspect hebben we steeds geredeneerd in guldens, dus dat doe ik nu ook even voor het Blad 37 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 gemak. Dat is echter een station, vergelijkbaar met Grou, dat toch niet het station is zoals wij dat voor ogen hebben bij Werpsterhoek, dat zal toch een wat grootschaliger ka rakter moeten krijgen. Dan zit je al snel op investeringen van zo'n 20 a 25 miljoen gulden. De maximale bijdrage van het rijk is 10 miljoen gulden en dat betekent dus dat daar ander geld bij zou moeten. Dan vraagt u natuurlijk: waar moet dat vandaan komen? Gelet ook op de uitspraken, die de provincie heeft gedaan over het belang van dat station en ook over de wens dat het er zo snel mogelijk moet komen, zullen wij uiteraard ook alles in het werk stellen om naast de bijdrage van het rijk financiering door derden ge realiseerd te krijgen. Maar dat daar ook bijdrage van de gemeente Leeuwarden zelf bij zal moeten, dat lijkt ons ook heel reëel uitgangspunt. Daarmee heeft u ook één van de re denen, wellicht ook de belangrijkste redenen, waarom het college toch in de laatste instantie, kijkend naar het uit eindelijk bod, heeft gezegd: wij zullen ook moeten investe ren nog in zo'n station en daarom vinden wij het ook rede lijk, omdat dus niet aan al die voorwaarden is voldaan, al thans niet in optima forma, om die eerder toegezegde bij drage van 15 miljoen euro, als aan alle voorwaarden zou worden voldaan, terug te brengen naar een bedrag van 10 miljoen euro, omdat we ook weten dat we in dat station nog zullen moeten gaan investeren. Dan gaat het om het station. Dan de frequentie in de treinen per uur, per richting. De voorwaarde zoals we die gesteld hadden, aansluitend op de Zuiderzeelijn van/naar de Randstad dus twee, vier of zes keren per uur, afhankelijk van de frequentie van treinen die op de Zuiderzeelijn zullen gaan rijden. Wat nu is toe gezegd is minimaal twee keer aansluitende treinen en daar naast minimaal twee keer treinen die op tussenliggende sta tions stoppen. Dat betekent sowieso een winst natuurlijk, want we hebben nu één keer snel één stop en in een nieuwe situatie zou dat betekenen twee keer snel en twee keer stop. Die snelle treinen zullen dan in ieder geval aan moe ten sluiten op dat Zuiderzeenetdus via die overstap van Heerenveen de verbinding naar Leeuwarden en de andere twee stoptreinen zullen ingepast moeten worden in de dienstrege ling. Dus die kunnen uiteraard alleen rijden op het moment dat de treinen van het Zuiderzeelijntrajeet niet rijden. De reistijden zijn ook opmerkingen over gemaakt, dat toch aan die veertien wordt gehecht. Je kunt ook kijken naar de winst die wij sowieso behalen door die aanleg van de Zui- derzeerlijn, namelijk een reistijd van Schiphol naar Leeu warden binnen het uur, ik dacht dat het 57 minuten was. Dat is natuurlijk de winst van die Zuiderzeelijn zonder meer. Het is ongeveer 1,5 uur verschil ten opzichte van de huidi ge reistijd, die wij kwijt zijn. Nu kunt u zeggen: ja, maar die 20 minuten halen we nu ook. Maar als we die 4 treinen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 19