Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 weest om een beeld te geven van de verdieneffecten van de aanleg van de ZuiderzeelijnIk heb u ook gezegd dat de overall conclusie is dat de investering die het vergt van de regio veel minder is dan dat wat in al die onderzoeken steeds naar voren komt als opbrengsten. Vervolgens kun je dan kijken van wat is nou de relatie tussen de bijdrage van Heerenveen, Drachten en Leeuwarden. Daar kun je eindeloos over discussiëren of dat wel of niet redelijk is. Drachten, zonder meer duidelijk, gaat er zeer op vooruit, want die heeft nu helemaal geen station en krijgt dan een prominente plaats aan de ZuiderzeelijnDus dat Drachten al in een vroeg stadium van het hele proces fikse bedragen heeft ge noemd om bij te dragen aan het hele project is dan ook niet zo zeer verwonderlijk. Overigens is het wel zo dat Drachten in een later stadium toch wat lager is gaan zitten, toen men hoorde wat de bijdragen van Heerenveen en Leeuwarden zouden zijn. Daar is onderling natuurlijk ook al over ge sproken, ook in overleg met GS en met de colleges van He erenveen en Drachten. Nogmaals de uitkomsten van al die onderzoeksrapporten kun je nuanceringen bij plaatsen, maar ik heb bijvoorbeeld één aangehaald die NEI-rapportage en daar zijn zeg maar de in verdieneffecten voor Heerenveen een stuk lager ingeschat dan die voor Leeuwarden. Dan zou je dus al die conclusies van die rapporten er bij moeten betrekken en waar ligt nou de waarheid? Ik waag mij er niet aan. Op basis van wat er nu geboden is door die verschillende gemeenten kan iedereen zijn eigen conclusie trekken. Voor het college is het geen reden geweest om die bijdragen in dat licht nog eens op nieuw te bezien. Er zijn ook opmerkingen gemaakt over toezeggingen die GS zou hebben gedaan richting Drachten, dan wel Heerenveen, die te maken hebben met een uitbreiding van woningcontin genten, meer woningcontingenten toezeggen dan op basis van de huidige provinciale afspraken zijn gedaan. Ik heb zo juist begrepen, van iemand die ook de statenvergadering heeft bijgewoond, dat daarvan absoluut geen sprake is. Wat er natuurlijk wel aan de hand is, dat is een soort derde, laat ik het maar in treintermen houden, een derde spoor naast de MER tracé procedure en naast de aanbestedingspro cedure en dat is de ontwikkeling van het masterplan, een ruimtelijk structuurplan voor het hele Zuiderzeetrajeet Dat is inmiddels gestart. De eerste besprekingen daarover zijn geweest en waar gaat het dan om? Het gaat dan dus om het verdelingsvraagstuk van de ruimtelijke ontwikkelingen die samenhangen met de komst van die ZuiderzeelijnHet eerste woord over dat verdelingsvraagstuk is nog niet ge zegd, laat staan het laatste. Waar het dan om gaat, bij het maken van dat masterplan, waar dus alle haltegemeenten ook aan deel zullen nemen aan dat bestuurlijk overleg, dat start met de vraag van wat is nou eigenlijk het ambitie ni Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 veau. Dus waar gaan wij vanuit namens alle partijen wat die Zuiderzeelijn nou aan economische effecten met zich mee zal brengen. Dat is ook de vertaling niet alleen in financiën, maar uiteraard ook in ruimtelijke ontwikkeling, in woning contingenten en in bedrijvigheid. Dat niveau moet eerst vastgesteld worden en vervolgens krijgen we dus de discus sie over het verdelingsvraagstuk. Het extra dat die Zuider- zeelijn dan met zich meebrengt en waaraan de partijen zich dan ook verbinden, dat zou ook kunnen leiden tot, en dat is eigenlijk ook wel logisch als je uitgaat van de versterking van de economische positie van het Noorden, extra bedrij vigheid en woningbouw. Waar dat toe zal leiden is nu dus eigenlijk nog onbekend. Uiteraard zal Leeuwarden aan dat bestuurlijk traject voluit deelnemen, maar het kan natuur lijk leiden tot wijzigingen van afspraken, zoals ze nu op provinciaal niveau gelden. En dat kan voor Heerenveen gel den, dat kan voor Drachten gelden en dat kan voor Leeuwar den gelden. Waar het wel om gaat, en dat heeft alles te ma ken met dat Zuiderzeetrajeetdat bij voorbaat al is uitge maakt, dat is ook in de lijn van het rijksbeleid, dat het gaat om uitbreiding van ruimtelijke ontwikkelingen, van wo ningbouw en van bedrijvigheid in die kernzones, dus in de nabijheid van die halteplaatsen van de ZuiderzeelijnDaar mee ben ik ook weer terug bij het belang ook voor Leeuwar den als het gaat om die aanleg van die Zuiderzeelijn en dat we daarbij niet aan de kant mogen staan. De heer Van Mourik heeft ook gevraagd naar inzage in rap porten. Meneer van Mourik, u mag alle rapporten van mij in zien Vervolgens is de conclusie van de VVD-fractie dat het maar niet zo moet zijn dat wij een bijdrage leveren aan. Ik hoop dat ik heb duidelijk gemaakt dat het college dat absoluut niet met de VVD-fractie eens is. Dan de CDA-fractie. Daar waar ik al op gereageerd heb laat, ik liggen. U zegt waarom moeten we nu dat besluit nog nemen, want u heeft al begrepen, er is een bericht uitgegaan dat het aan komende kabinet van zins is om de afspraken, die nu gemaakt zijn met de regio, over te nemen. Ik heb u zojuist gezegd: dan moet er dus wel een akkoord liggen dat ook daadwerke lijk overgenomen kan worden. Want anders moeten we mis schien met het nieuwe kabinet weer een nieuw proces begin nen U vraagt naar de effecten van de komst van de Zuiderzeelijn en dan zeker ook die MZB-variant op de Friese natuur en het landschap. Daarvoor is nu juist die MER tracé studie be doeld, om die effecten in beeld te brengen en dan niet al leen voor de magneetzweefbaan variant, maar voor alle vari anten, dus inclusief de intercity variant.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 23