Blad 56 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 De Voorzitter: Dat is uw mening meneer Dekker en op basis van uw mening kunt u zometeen ook uw stemgedrag laten bepa len We gaan over naar de tweede termijn. Ik hoop dat u mijn verzoek nog in uw oren hebt klinken, alles heel beknopt als u persé het woord wilt hebben. Mevrouw Haitsma: De CDA-fractie heeft zich wederom beraden en wij zullen verdeeld stemmen. Waarom? Mensen die voor stemmen blijven ook de mitsen en de maren zien, maar die geven het plan het voordeel van de twijfel en hebben voor namelijk de hoofdstad van Fryslan, Leeuwarden, in het oog en de belangen van Leeuwarden in het oog. Ook zij zeggen er is niet aan de voorwaarden voldaan, maar wij geven het plan het voordeel van de twijfel. Degenen die tegen zullen stemmen blijven moeite houden met de wijze van besluitvorming en de haast waarmee dit alle maal besloten moet worden. Zij blijven zien dat er niet aan de voorwaarden voldaan is, blijven ook twijfelen aan de status van de brief die hier bij hoort, vinden ook dat het plan toch te weinig toevoegt voor Leeuwarden in verhouding tot het geld dat ter beschikking moet worden gesteld. De heer Van Mourik: Ik wil graag allereerst de wethouder en het college bedanken voor de hele heldere beantwoording. Ik denk - we hebben er ook wel iets van mee gekregen - dat af gelopen weken niet gemakkelijk zijn geweest om uit deze he le heikele afweging, met een verhaal naar ons als gemeente raad toe te komen. De zaak staat onder zware tijdsdruk, maar ik heb de discussie van vanavond wel als waardevol er varen. Dat wilde ik toch ook even naar voren brengen, me vrouw de voorzitter. Inhoudelijk gezien blijft de VVD-fractie grote problemen houden, ons standpunt is niet gewijzigd, met de voorstellen die nu voorliggen. De wethouder heeft onder andere gezegd dat bijvoorbeeld de financiering van het station Werpster- hoek onlosmakelijk verbonden is met de zaken die in de sa menwerkingsovereenkomst worden geregeld. Als ik de letter lijke tekst lees van de brief "wanneer station Leeuwarden Zuid voldoet aan de geldende criteria uit de gota kleine stations, zal dit station worden gerealiseerd", dan kan ik daar niet anders dan uit concluderen dan dat het afhanke lijk is van omstandigheden uit de toekomst, waarop wij op dit moment geen invloed kunnen uitoefenen. De wethouder heeft dat open en fair aangegeven. Maar er wordt op dit mo ment wel een besluit van ons verwacht, een besluit aan de hand waarvan we een heel fors gedeelte, het complete tweede gedeelte van het SIOF 2005-2010 moeten afboeken, met als gevolg dat andere zaken in deze stad niet door kunnen gaan. De juridische constructie is voor ons ook buitengewoon las tig. Qua verplichtingen maken we met het voorgestelde be Blad 57 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 sluit voor 100% deel uit van het project en qua rechten niet. Dat is op dit moment nog niet geregeld. Ook de tekst van de brief zelf roept dus al vragen op, laat staan de ma nier waarop de inhoud van die brief zou moeten worden ver werkt in de overeenkomst. Bij het project Leeuwarden-Zuid hebben wij soms voor ingewikkelde constructies juridische contra expertises ingewonnen als het ging om contracten. Daar hebben we soms f 40.000,- tot f 50.000,- voor over, en terecht, want het gaat om miljoenen bedragen, die tot in de verre toekomst voor de gemeente van belang kunnen zijn. Hier moeten we eigenlijk noodgedwongen binnen een paar da gen een besluit nemen over juridische constructies, waarbij denk ik het ministerie penvoerder is geweest, die doet dat vaker, die zeer grote consequenties kunnen hebben. Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing, dat houdt oain dat als je je beroept later op omstandigheden om de overeenkomst te ontbinden en die omstandigheden waren al bekend op het moment dat je ondertekende, dat je juri disch niet de meest sterke positie hebt. In de brief wordt o.a. gezegd dat de eisen van Leeuwarden in de prijsvraag mee zullen worden genomen. Artikel 15 van de overeenkomst zegt dat eisen of randvoorwaarden die afwijken van de scope van aanbestedingen, MER-procedure, topeisen etc., de in stemming behoeven van het bestuur een en ander volgens de procedure en dan gaat het verder. Het woord prijsvraag komt er niet in voor. De aanvullende eisen van Leeuwarden worden in de brief in een voortraject van de procedure gedrukt om te bekijken van hoe verhoudt zich dat tot het budget en wij hebben toch heel stellig het idee, bijvoorbeeld gelet op ervaringen met aanbestedingen van het Noordzuidlijn in Am sterdam, dat er niet sprake zal zijn van een situatie waar bij er een meevaller is waardoor er extra werk in de aanbe steding zal kunnen worden gedrukt, want daar gaan we eigen lijk vanuit, maar dat er eerder sprake zal zijn van een keuze magneetzweefbaan inruilen meneer Stoker en dat we be talen voor de HSL of voor een intercity, want die kant gaat het natuurlijk op. De beweging om er dan uit te stappen, de ruimte om er dan uit te stappen voor Leeuwarden is niet bijster groot en wat er dan precies met ons budget gebeurt, waartoe we ons zelf nu juridisch verplichten, is niet ze ker Heel kort mevrouw de voorzitter: ik ben al ingegaan op de motie van de PAL/GroenLinks-fractie De moties betreffende de referenda, de motie van de SP- fractie ondersteunen we niet, omdat ik dat typisch een on derwerp vind dat de provincie moet doen. De afweging over de hele provincie. Bij ons gaat het om het opwaarderen ei genlijk van het spoor Heerenveen-Leeuwarden en de vraag of wij daar geld voor beschikbaar willen stellen. De andere motie die is veel beter geformuleerd. Die zegt van we moeten de gewenstheid van de deelname, ook de finan ciële inbreng, daar zouden wij naar moeten kijken, gelet op

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 29