Blad 66 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 vaak werkwoorden die een verandering van een bepaalde toestand beogen: bevorderen, streven naar, extensiveren, intensiveren, beperken, groeien, dalen, stijgen, stimu leren, ontwikkelen, zonder dat altijd te kwantificeren. De uitkomsten zijn dan vaak diffuus en voor veler uitleg vatbaar. En dan noem ik nog eens niet die woorden die aan elkaar gekoppeld zijn of bij elkaar horen, bijvoor beeld: wij garanderen de veiligheid van de burger. Je moet dan aangeven wat die garantie inhoudt, maar tevens wat de veiligheid inhoudt. Teksten zijn minstens zo be langrijk in de jaarrekening dan de cijfers. Ten slotte: de jaarrekening heeft een te statisch karak ter. Het accent ligt op de verantwoording en het gaat vooral over cijfers. Er wordt alleen teruggekeken, ter wijl de jaarrekening/jaarverslag eigenlijk een functie zou moeten vervullen naar de toekomst toe. Wij constate ren dat in de huidige jaarrekening onvoldoende conclu sies worden getrokken voor de toekomst, ook niet in de begeleidende brief. Ook een jaarrekening behoort een toekomst gerichte functie te hebben. Er staat veel informatie in de jaarrekening. Het probleem van de informatievoorziening in het algemeen is meestal dat de informatiebehoefte wordt bepaald door degene die de in formatie verstrekt, in dit geval vaak de dienst of het col lege. Dit moet juist andersom. Vertaald naar hier: de raad zal zelf veel meer zijn informatiebehoefte vooraf moeten aangeven: waar wil de raad op sturen en op welke onderdelen moet het college dus informatie verzamelen en dat kan in nota's, beleidsstukken, en in de begroting. Voorzitter, we krijgen een nieuwe kans. Een programbegro ting die ingaande 2004 moet worden vastgesteld, dat dwingt de raad expliciet na te denken over te behalen doelen, de effecten. Het verantwoordingsstelsel van het Rijk, de VBTB- systematiek, die uitmondt in de z.g. verantwoordingsdag, de 3e woensdag in mei, zou ook op gemeentelijk niveau moe ten worden uitgeroepen. Het moet weer ergens over gaan. En niet alleen in een vergadering, waarin het college verant woording aflegt aan de raad in een formele bijeenkomst, maar geef het publiek ook een rol op zo'n dag. Want we be trekken het publiek wel bij het ontwerpen van plannen, bij het interactief besturen, maar tot nu toe doen zijn we er nooit in geslaagd de burger te interesseren voor de jaarre kening en jaarverslag om te vragen of we de juiste dingen hebben gedaan en of we ze goed hebben gedaan. Waarom zou de burger interesse moeten tonen in iets waar de raad zelf niet warm voor loopt? Een dag van de verantwoording op ge meentelijk niveau waar de burger, de organisaties, wijkpa- nels, enz. bij betrokken worden om terug te kijken, maar juist ook om naar de toekomst te kijken is misschien zo gek nog niet. En laten we de resultaten van zo'n dag gebruiken Blad 67 Verslag van de raadsvergadering van 26 juni 2002 als input voor het opstellen van de eerstvolgende program begroting. Dan is de cirkel weer rond. De moraal van dit verhaal, de CDA-fractie wil het liefst niet meer in oude instrumenten investeren, dat hoeft niet te betekenen dat het allemaal stil moet staan, maar wat ons betreft richten wij ons op de programbegroting en de daar bijbehorende programrekening, de kaderstellende en contro lerende rol die ons in het duale stelsel is toegedacht. De CDA-fractie stemt in met het (prachtig uitgevoerde) jaarverslag en jaarrekening. Tenslotte: De moties: ik heb begrepen dat er paar moties ingediend worden. Het lijkt mij niet correct hierop nu te reageren. Mogelijk zal ik dat in tweede termijn doen. De heer Jacobse: Voorzitter, dit resultaat is het gevolg van forse afwijkingen ten positieve en forse afwijkingen ten negatieve. Dat betekent dat afwijkingen groot zijn in de kaderstelling van de begroting en daarmee de budgetbe voegdheid van de raad dubieus aan het worden is. Er moet een snel een discussie komen en een besluit komen over de onafhankelijke rekenkamer. We vinden het vreemd dat in de jaarrekening van diensten voorstellen staan over bestemming van het resultaat, ter wijl dat volgens ons expliciet aan de raad had moeten wor den voorgesteld. Dat zijn de drie punten waar wij nadrukkelijk over in de commissie aandacht voor hebben gevraagd. Met betrekking tot de vormgeving en de verantwoordingsslag van de jaarrekening heeft mijn voorganger ook het een en ander gezegd en ik ben het er helemaal mee eens. Dat heeft wel geresulteerd in het feit dat wij wel vinden dat er in ieder geval voor het komend jaar een verandering moet op treden. Wij hebben er begrip voor dat dat niet voor alle producten zal kunnen. Als we zeggen dat we doelstellingen formuleren, dan moet het ook haalbaar zijn, vandaar dat wij zeggen dat minstens van 50% van de producten bij de jaarre kening van 2002 aangegeven moet worden wat de werkelijk ge leverde prestaties zijn. Wij zien dat niet als weggegooid geld maar als een vingeroefening, omdat dat toch ook sowie so bij de nieuwe systematiek zal moeten. Hierbij wil ik de volgende motie indienen: "De gemeenteraad van Leeuwarden, gehoord de beraadslagingen; overwegende dat de jaarrekening 2001 onvoldoende gege vens bevat over de werkelijk geleverde prestaties in 2001 en dat dit voor een goede controle door de raad en verantwoording naar de gemeenschap wel noodzakelijk is;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 34