Blad 24
Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002
dat inmiddels alles wat het college besluit bij alle
raadsleden tijdig beschikbaar is.
Op basis van de besluitenlijst van de collegevergadering
kan het presidium prima een inschatting maken en vervolgens
spreekt dan de raad.
Ik kom tot een antwoord op het voorstel dat mevrouw Inberg
in drieën doet en stel dan het volgende:
1. Kwesties als bedoeld zijn niet gemandateerd, maar beho
ren tot de originele bevoegdheden van het college en
dat alle besluiten worden voorgelegd aan het presidium.
2. Waar de wet dat voorschrijft, worden alle kwesties,
voorstellen en dergelijke aan de raad voorgelegd, zodat
politieke beïnvloeding kan worden gebruikt om een voor
nemen of een voorstel van het college te wijzigen of te
keren en waar de wet dat voorschrijft neemt het college
zonder raadpleging van de raad een besluit.
3. De inschatting van wat politiek gevoelig moet worden
geacht en wat niet behoort eerst recht tot het dage
lijks handwerk van de raad en tot de controlerende ta
ken van de raad en daarom ligt de verantwoordelijkheid
daar ons inziens ook in eerste instantie.
De Voorzitter: Dank u wel, ik heb nauwelijks wat toe te
voegen. Ik wil alleen zeggen ten aanzien van de besluiten
lijst dat vanaf 1 september, dat is zo eind van deze week,
u altijd kunt doorlinken op uw pc naar de onderliggende
stukken. Dat betekent dat de besluitenlijst geheel toegan
kelijk is en die zullen wij wat breedvoeriger redigeren,
alle stukken die daaraan ten grondslag liggen kunt dan
meteen doorlinken.
(De heer Jacobse: Misschien dat voor de helderheid daarbij
dan ook vermeld kan worden of het om een autonome bevoegd
heid van het college gaat of dat het om een zaak van de
raad gaat. Dan is die verdeling ook gelijk helder.)
Mocht dat er niet al in staan, volgens mij staat het er al
in, dan moet dat er in staan, daar hebt u volstrekt gelijk
in. Daarmee bent u meteen in een aanmerkelijk betere posi
tie - terecht overigens - wat betreft de besluitvorming en
de onderbouwing daarvoor dan de Kamer, want u weet wellicht
dat de besluitenlijsten van de Ministerraad nooit of te
nimmer naar buiten komen en u weet ook dat de onderliggende
stukken daar vrijwel ook nooit naar buiten komen. Dus u
bent op een betere manier en terecht voorzien van stukken
dan de Kamer. Maar op het ogenblik dat dat nog verbeterd
zou kunnen worden, moeten wij daar vooral met elkaar over
praten, want het gaat er natuurlijk niet om dat wij hier
elkaar precies de maat namen wat u wel nog net mag hebbenen
wat u net niet mag hebben. Het gaat er om dat u uw taak als
raad zo goed mogelijk kunt uitvoeren en wij zijn er van
overtuigd dat het op deze manier kan.
Dus besluitenlijst helder geformuleerd, alsmede alle onder
liggende stukken met bijzonderheden wat wel of niet tot de
bevoegdheden van de raad behoort.
Dit was een toelichting die misschien nauwelijks nodig was
ten opzichte van de beantwoording van de wethouder.
Mevrouw Dikken: Ik vind het perfect dat de D66-fractie met
een aantal andere fracties dit soort zaken aan de orde
Blad 25
Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002
stelt, ik denk ook dat het goed is dat wij als raad daar
nog een keertje over praten. Maar wat ik dan heel jammer
vind, is dat in het laatste deel van de bijdrage van de
D66-fractie, zij spreekt over artikel 17 van de Wet op de
ruimtelijke ordening, waarin wij dan als raad de mogelijk
heden zouden hebben dat constant naar ons toe te halen, zo
dat het college daar een aantal besluiten niet over zou
kunnen nemen. Dat vind ik jammer, dat is denk ik bijna een
vorm van chantage: van pas op college, als u niet doet wat
wij willen, dan zullen wij.... Dat vind ik heel jammer, het
is prima om dit soort zaken te bespreken, we moeten daar
denk ik ook een aantal dingen in regelen, maar ik zou het
meer willen doen in consensus, in een gentleman agrement,
dan dat het op die toon gaat.
(De heer Van Mourik: Ik had ook de neiging zojuist om te
reageren. Mevrouw Inberg stelde namelijk dat artikel 17
zouden wij als raad uit het bestemmingsplan kunnen halen.
Maar artikel 17 is gewoon een autonoom wetsartikel, dat
door het college moet worden uitgevoerd, dat niet in het
bestemmingsplan wordt opgenomen en waar de gemeenteraad
verder eigenlijk ook weinig over te melden heeft.)
Fijn dat u die informatie nog even geeft, want dat wist ik
absoluut niet.
Dan naar aanleiding van de brief van de D66-fractie, waarin
zij een aantal zaken tussen de raad en het college verder
wil regelen. Ik heb ook al eventjes geïnterrumpeerd dat ik
het wat jammer vind dat wij enerzijds praten alleen over
het informatierecht dat je hebt als raad, maar dat wij toch
iedere keer weer verzeild raken in de discussie over het
Rengerspark. Wat mij betreft doen wij dat op een later
tijdstip. Ik zeg daar dus ook absoluut niks over. Ik heb
daar wat dat betreft op dit moment ook even geen oordeel
over. Ik heb het wel, maar ik zeg het niet.
We merken wat betreft de discussies in de raad dat wij echt
in een fase zitten waar wij in het dualistische systeem te
gen allerlei zaken aanlopen. De discussie in het presidium
over onze rol, maar ook in de commissie, is daar duidelijk
een voorbeeld van. Aan de ene kant nodigen wij de wethouder
uit, soms vergeten wij dat, dan mag hij weer het woord voe
ren, dan mag het weer niet. Wat dat betreft zijn dit zaken
waar wij heel duidelijk nog in aan het proberen zijn.
Het belangrijkste is, als wij het hebben over het duale
systeem, dat wij ook meer inhoud willen geven aan de con
trolerende en de volksvertegenwoordigende taak, om op die
manier ook meer tijd en ruimte te creëren.
Het Reglement van orde hebben wij het al over gehad, dat
geeft ook een aantal richtlijnen over hoe je met elkaar om
gaat, maar er blijft toch altijd een schemergebied, dat
merk je aan een aantal zaken. Uitgangspunt van de PvdA-
fractie is dat wij op grond van vertrouwen proberen zo goed
mogelijk de stad te besturen.
De D66-fractie zegt nu dat op grond van de casus studenten
huisvesting Rengerspark het artikel 169 van de Gemeentewet,
waarin de informatieplicht van het college staat beschre
ven, nader moet worden ingevuld. Wij vinden dat daar ook
wel wat voor te zeggen is. Juist om als raad op tijd op po
litiek gevoelige zaken invloed te kunnen uitoefenen. Wat
ons betreft zijn wij het eens met het uitgangspunt om za-