Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002
ken, die politiek maatschappelijk gevoelig liggen en waar
het college formeel voor verantwoordelijk is, aan het pre
sidium voor te leggen en daar te beslissen of het wel of
niet op de agenda geplaatst moet worden. Op die manier
voorkom je dat achteraf allerlei zaken nog besproken moeten
worden en achteraf is de invloed van de raad meestal veel
kleiner. Maar het uitgangspunt blijft wat ons betreft dat
wij niets willen veranderen aan de taakverdeling tussen
raad en college. In het huidige systeem is het college om
trent sommige onderwerpen, de wethouder noemde dat ook al
even, eerder en soms ook beter, geïnformeerd dan de raad.
Wij vinden het dus ook niet een goed uitgangspunt om het
college alleen zelf verantwoordelijk te maken voor die in
formatieplicht. De wethouder en de burgemeester zeggen daar
ook al een aantal zaken over, zij schuiven de bal helemaal
terug naar de raad, wat ons betreft is dat wat de makke
lijk, maar ik denk wel dat je een gezamenlijke verantwoor
delijkheid daarvoor moet hebben. Omdat het college toch
eerder en soms beter is geïnformeerd, zou het zo kunnen
zijn dat wij het misschien niet eens in de gaten hebben.
Dan is het natuurlijk wel prettig dat het college ons daar
in elk geval ook even attent op maakt. Maar nogmaals, het
is ook een hele belangrijke verantwoordelijkheid van de
raad
Ik zou mij ook kunnen voorstellen dat de voorzitter - de
voorzitter is dan voorzitter van het college, maar ook
voorzitter van de raad en ook van het presidium - soms met
bepaalde zaken, zij heeft meer inzicht in wat er speelt op
verschillende plaatsen, ook in staat is om richting presi
dium daar de informatie aan te geven.
Kortom, wij zijn het strekking van het voorstel eens, maar
zouden dit willen verbreden naar het presidium, c.q. de
raad. Het woord 'controversieel', want dat is waar wij ons
een beetje aan storen, wordt wat ons betreft 'politiek ge
voelige kwesties'. Dat zouden wij willen veranderen, omdat
wij controversieel teveel een waardeoordeel vinden.
Wat ons betreft zijn wij het dus wel met de strekking eens.
Mevrouw Haitsma: De D66-fractie doet een voorstel namens
nog twee andere partijen. Het komt er op neer dat het col
lege moet aangeven welke kwesties het college controversi
eel acht en het college moet deze kwesties dan aan de raad
voorleggen, ook al heeft de raad in die kwesties geen be
slissende bevoegdheid. Wij denken dat dat geen goed idee
is. Dit voorstel komt ons voor als een laatste verzet tegen
het dualisme, waarin het college nu eenmaal meer bevoegdhe
den heeft gekregen of gaat krijgen dan voorheen, of wij dat
nu betreuren of niet. Wij leiden hieruit af dat de D66-
fractie blijkbaar toch nog niet goed toe is aan bestuurlij
ke vernieuwing. Bovendien, welke punten zijn controversi
eel? Daar zal per partij ook nog eens verschillende over
gedacht worden.
Voor ons als raad staan instrumenten ter beschikking als
het stellen van vragen, het houden van interpellaties, het
doen van een onderzoek naar het gevoerde bestuur, het naar
huis sturen van wethouders eventueel als deze regels schen
ken of kaders die de raad heeft gesteld negeren enz. Laten
wij er ons op richten om die instrumenten, die wij hebben
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002
op de juiste wijze te gebruiken. In deze overgangsfase van
monisme naar dualisme stuurt het college nog regelmatig za
ken naar ons toe, die het college eigenlijk niet meer be
hoeft te sturen, omdat het om bevoegdheden van het college
gaat. Wij zouden ons dus zelfs kunnen voorstellen dat ver
derop in deze raadsperiode het college dat minder uit eigen
beweging doet, zodat de grens tussen bevoegdheden van raad
en college scherpen in beeld komen en de spelregels zuiver
der kunnen worden gehanteerd. Wat er nu wel of niet naar
het college of naar de raad zou kunnen, dat is misschien
interessant om in een discussie over de informatieplicht
eens nader te gaan bekijken.
Natuurlijk kan de raad blijven vragen om informatie over
zaken waar de raad niet meer over gaat, telkens als de raad
daar behoefte aan heeft.
Bij dit nieuwe systeem is het wel noodzakelijk dat de be
sluiten van het college op tijd tot ons komen en helder ge
formuleerd zijn. De heer Sluiter zegt dat zojuist toe en
ook mevrouw De Boer had hierin bemoedigende opmerkingen.
Zodat de raad zijn controlerende en volksvertegenwoordigen
de taken op een adequate wijze kan uitoefenen.
U begrijpt dat wij niet akkoord gaan met het voorliggende
voorstel
De heer Jacobse: Ik wil kort op twee elementen van de brief
van mevrouw Inberg ingaan, het specifieke voorbeeld van de
vergunningverlening en het gedeelte over de vermeende af
stand tussen raad en college.
Vooraf wil ik stellen dat het ruim omschrijven van dit
soort aanvragen algehele praktijk is, helaas wellicht. Los
daarvan weten wij dat in ieder geval een lid van het colle
ge en één partij, die dit college steunt, onlangs nog zelf
via derden en een ruime omschrijving van activiteiten meen
de vergunning te moeten krijgen, terwijl zij wist dat die
activiteit was verboden. Vraag is of het niet wat naïef is
om vervolgens van dit college te verwachten dat zij dit
soort praktijken afwijst. Overigens meerder partijen in de
ze raad vinden het vaak geen punt via constructies de wet
te omzeilen. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de steun aan uit-
geprocedureerde asielzoekers via Respons.
In zijn algemeenheid dus, heiaas, in de hele samenleving is
het ruim omschrijven iets via een bepaalde wijze neerzet
ten, wetsomzeiling noem ik het maar even, een van de meest
favoriete sporten in Nederland. Ze noemen aat ook wei norm
vervaging
Punt 2, de afstand tussen raad en college, mevrouw Haitsma
heeft daar ook ai op gewezen. Deze situatie heeft dus hele
maal niets te maken met de dualisering. In het monistische
stelsel was deze rolverdeling er ook al. Toen denk ik dat
het hier terecht bij wordt betrokken. En dan kan ïk alleen
maar zeggen dat de NLP tegenstander was van dualisering,
juist omdat het de rol van raadsleden beperkte. Maar duali
sering is bij uitstek een kind van bestuurlijke vernieu
wing, die juist door D66 zo is voorgestaan. Ik heb dan ook
enige moeite om hier de positie van de D66-fractie te bepa
len. Als zij hier al vindt dat de raad buitenspel wordt ge
zet, past mevrouw Inberg dan wel bij D66, die juist zo'n