Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002 van het voorstel van de D66-fractie. Dan moet zij goed we ten waar zij dan voor is, want dan is zij niet voor het hanteren van regels, maar dan is zij vooral voor het hante ren van een gevoel, denk ik. Ik heb het in mijn commentaar op die regels uitgelegd, er zijn bevoegdheden van het col lege en die zijn nu eenmaal bevoegdheden van het college, zo zegt de wet het en zo zijn de regels. Daar wordt de raad natuurlijk over geïnformeerd, maar pas als het besluit door het college genomen is. Zo zit dat in elkaar en dat is ook de bevoegdheid van het college. De raad wordt daar goed over geïnformeerd, ik heb ook een toezegging op dat punt gedaan en daar stemt u ook allemaal mee in, ik denk dat dat tot een verbetering kan leiden. Daar kunt u natuurlijk de conclusie uit trekken daar nog over te willen spreken en dat een punt van nader beraad te vinden voor de raad, al zal het maar zijn voor een volgende keer als een vergelijk baar iets zich voordoet of om een politiek statement af te geven. Maar de raad wordt over alles geïnformeerd en er kan over alles gepraat worden, maar natuurlijk wel met inacht neming van de regels die er zijn en de bevoegdheden van de raad en de bevoegdheden van het college. Ik begrijp van ie mand anders, die een bijdrage levert, dat wij dit niet als een te letterlijk voorstel moeten zien, maar als een beetje een voorstel dat in de richting komt van wat wij hier met z'n allen willen. Maar dat is natuurlijk wel heel erg vaag. Dan denk ik dat wij toch moeten vasthouden aan wat aan de basis ligt van regels, die hier gehanteerd worden en van daar uit het vertrouwen met elkaar moeten opbouwen. Die re gels worden door dit voorstel niet onderbouwd. Mevrouw Haitsma geeft een beschouwing over het verzet tegen het dualisme van D66 en stelt eigenlijk met andere woorden wat ik daarnet in antwoord heb gegeven op mevrouw Dikken. Mijnheer Jacobse geeft een beschouwing over de wet omzui- ling en een beschouwing over D66 en het dualisme. Ik laat dat ook even voor wat het is. De heer Van Mourik heeft het ook over de gang naar de rech ter, alles wordt in net presidium neergelegd. Wat er aan gemandateerde bevoegdheden is, dan spreekt hij op de let terlijke betekenis van wat in het voorstel van de D66- fractie gaat, wat natuurlijk niet de betekenis van het voorstel van de D66-fractie is, ik denk dat dat een misver stand is. Het artikel, dat hier centraal staat vanavond, is een bevoegdheid van het college. Gemandateerde bevoegdheden is iets heel anders, die zijn er ook. Ik weet zo ook niet hoeveel dat precies voorkomt en wat de invloed daarvan zal zijn. Maar dat is te vatten onder het kopje van 'met in achtneming van de bevoegdheden die de raad en het college heboen'want dat wordt ook daar geregeld. Controversieel, hij heeft natuurlijk daar een punt dat als het college zou gaan uitmaken welke zaken binnen de be voegdheden van het college liggen en het college moet dan uitmaken: dit is weliswaar onze bevoegdheid, maar volgens ons ligt dat een beetje lastig, dus wij gaan er eerst maar mee naar de raad, buiten onze bevoegdheden om. Dan is er altijd een moment - en dat zal ook politiek onmiddellijk als een middel worden aangegrepen - dat een onderwerp, dat Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 26 augustus 2002 misschien objectief niet zo controversieel is, dan toch als zodanig wordt aangegeven, om er dan toch nog een heel punt van te maken. Dan komen wij op een glijdende schaal en daar hebben wij onszelf dan in gebracht, want dan hanteren wij de regels niet zoals ze zijn. Ik stem in met de analyse die de heer Van Mourik daarvan maakt. Daarmee heb ik eigenlijk ook al het een en ander gezegd over het betoog van de heer Van der Wal dat, zoals hij zelf ook zegt, aansluit bij dat van mevrouw Dikken. Ik zeg ook tegen mijnheer Van der Wal dat als je dit voorstel, in zijn letterlijke betekenis zoals dat staat, van de D66-fractie omarmt, moet je goed weten wat je doet, want dan houd je je niet aan die regels, ook niet aan de regels zoals die nu een keer zijn en die wij hier niet in deze raad kunnen ver anderen. Het college geeft alles, de raad bepaalt met in achtneming van de bevoegdheden wat besproken wordt en hoe dat behandeld wordt. Dat is een keuze en een verantwoorde lijkheid van de raad. Ik heb hopelijk geen poging gedaan tot een juridisering van de samenleving. Mijnheer Stoker heeft in zijn woorden aangegeven wat ik nu heb betoogd en mijnheer Dekker waarschuwt voor een schijn vertoning, door ergens over te praten waar de raad geen be voegdheid in heeft. De Voorzitter: Wij moeten nu niet de indruk wekken dat door de dualisering de raad geen bevoegdheden meer heeft. Arti kel 17 is altijd een bevoegdheid geweest van het college, dat is nooit iets geweest dat bij de raad hoorde. Als je kijkt naar artikel 159 en 160 van de Gemeentewet, waarbij die bevoegdheden geregeld worden, dan hebben wij het over zaken die te maken hebben met de ambtelijke organisatie, privaatrechtelijke rechtshandelingen, rechtsgedingen, be zwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures, zaken ter voorbereiding van de civiele verdediging en jaarmark ten, gewone marktdagen, die kunnen afgeschaft of veranderd worden. Kortom, er kan in de periode nog wel wat verande ren, want er is nogal wat in de maak op dit ogenblik bij Binnenlandse Zaken, maar op dit ogenblik moet u niet de in druk wekken dat het zo is dat de gemeenteraad buitenspel staat. De kern van de dualisering is - en daar praat u ook geregeld over in het presidium en met de griffier - hoe de gemeenteraad door haar actieve bemoeienis met de ioxale be volking, met de maatschappij, zoveel mogelijk in een vroeg stadium B&W kan sturen, want dat is de bedoeling aat u con troleert, maar ook 3&W stuurt. En ik denk dat dat r.cg steeds mogelijk is. Alle opmerkingen zijn goed beantwoord door de wethouder, maar ik wil nog één opmerking maken. Mevrouw Dikken was zo aardig om te bedenken dat een rol van de burgemeester zou kunnen zijn om allerlei politiek gevoe lige aspecten naar de raad te brengen. Dat doet de burge meester dus niet en dat doet de burgemeester niet omdat ze daar niet toe bereid zou zijn of dat ze niet welwillend ge noeg zou zijn, maar dat betekent dat ik ga selecteren voor u en dat moet u niet willen. U moet niet willen dat het college selecteert of dat ik selecteer, u moet selecteren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2002 | | pagina 17