Blad 41 Blad 42
Verslag van de raadsvergadering van 24 maart 2003 Verslag van de raadsvergadering van 24 maart 2003
eigen gevoel voor politieke urgentie om achteraf te
controleren
Mevrouw De Vries (WD)Voor de zelfevaluatie bestuurs
kwaliteit kiest het college voor de variant waarbij burgers
en maatschappelijke organisaties helemaal geen rol hebben.
Als motivering geeft het college aan dat er al voldoende
onderzoeken en rapportages zijn. Die zijn er ook wel, maar
bij de zelfevaluatie is het cruciaal of de gemeente in
staat is de taken, waar ze voor staat, te doen. Dat geldt
zowel voor kleine als grote gemeenten. Ik denk dat
Leeuwarden best wel eens kritisch naar zichzelf mag kijken
wat dat betreft. Dat aspect komt wat ons betreft nog te
weinig aan de orde en daarom is de WD er voorstander van
om op beperkte wijze burgers en maatschappelijke
organisaties erbij te betrekken, want het moet geen
navelstaarderij worden.
(De heer JacobseMaar als je het dan op die beperkte
schaal doetwat is dan uiteindelijk de waarde daarvan. Het
is een rapport dat naar de provincie gaat. Wat is nou de
waarde voor de gemeente zelf, als je een paar mensen vraagt
naar hun ervaringen. Of je vraagt een uitgebreide
discussieje vraagt aan de samenleving in zijn totaliteit
wat ze van bepaalde zaken vinden, als raad ben ik daar grif
voor om zo'n zelfonderzoek te doen, kun je Commissie voor
de Rekening bij betrekken en al dat soort zaken meer, ben
ik helemaal voor. Maar wat is nou de meerwaarde om een paar
mensen daarbij uit te nodigen en die te laten zeggen, want
dat geeft toch geen goed beeld dan, dat is dan een soort
hele kleine steekproefdie je neemt
Wij denken dat die steekproef juist wat toe kan voegen aan
alle rapporten die er al liggen en ik vind het inderdaad
navelstaarderij als wij alleen maar onszelf een beetje gaan
zitten bekijken en hoe goed of hoe slecht wij het doen. Ik
denk, wij doen het uiteindelijk voor de burgers en het
bedrijfsleven en in die zin denk ik dat zij ook hun mening
mogen geven of wij daartoe in staat zijn als gemeente.
Wat ons betreft kan het dus in beperkte vorm. Wij willen
niet dat andere prioriteiten in het geding komen. Het zou
kunnen in de vorm van een rondetafel gesprek. Wat ons
betreft zou ook het concept-eindrapport aan organisaties om
een reactie toegezonden kunnen worden. Volgens ons moet het
ook kunnen binnen de bestaande capaciteit die er is, want
dan moet het interne traject maar iets minder intensief
zijn
De heer Krol (weth.): Het doel van dit onderzoek is niks
meer en niks minder dan bouwstenen aandragen ten behoeve
van de provincie om een beslissing te nemen door
Provinciale Staten, dan wel tot samenwerking van gemeenten,
dan wel tot herindeling. Daarvoor is nodig deze zelfanalyse
en dat is gecommuniceerd met de Vereniging Friese Gemeenten
om het op deze manier te doen.
Drie mogelijkheden, het college heeft gekozen voor de
tussenvariant, omdat wij vinden dat er inderdaad voldoende
gegevens voorradig zijn. Zelf niet kritisch? Ik denk dat
geen enkele gemeente in Fryslan, maar ook niet in heel
Nederland, een zelfevaluatie heeft gehouden naar aanleiding
van de bestuurscrisis, die wij achter de rug hebben. Toen
hebben we open en bloot geheel ons hebben en houden met
betrekking tot bestuurskwaliteit en wat we wel of niet
kunnen en waar we kwetsbaar in zijn, open op tafel gelegd.
Ik denk dat dat niet weer hoeft. Dat weten we zo ongeveer
wel. Daar hebben we nog audits voor gehad, die hebben ook
best wat gekost. Daar zijn aanbevelingen uit gekomen. Dus
de kritische houding van deze gemeente, ik denk dat je daar
niks aan af kunt doen, dat slaat zo ongeveer alles.
(De hear PosthumusHoe folie amtlike kapasiteit kostet dit
wol net, wethalder?)
Kijk, wat het kost, daar hebben we rekening mee gehouden
met betrekking tot inzet van ambtelijke capaciteit en
hebben u daarom dus ook die tussenvariant voorgesteld van
er is zoveel materiaal, we weten van onszelf een hele hoop,
dat voegen we bij elkaar, bespreken dat met u van 'vinden
we het verantwoord om het op deze manier weg te sturen' en
dat is het dan.
Nog even over wat er allemaal ligt. Ik wil een kleine
bloemlezing even toepassen met betrekking tot bijvoorbeeld
cijfers voor wijken, het wijksignaleringssysteem.
Tweejaarlijks schriftelijke enquête onder 6.000
huishoudens, 28 buurten, een respons van 100 per buurt.
Hoofdstuk 6 onder andere gaat over dienstverlening van de
gemeente. Klachten over de melding, waarom gemeld, de
manier van melding, resultaat van afhandeling klacht en de
tevredenheid. De invloed met betrekking tot het beleid.
Daarin wordt heel nadrukkelijk gevraagd de mate waarin
inwoners denken invloed te kunnen hebben op het gemeente
lijk beleid, mening over het overleg dat de gemeente met de
bevolking voert.
Vervolgens hebben we een GSP rapport. Eens in de twee jaar.
Dus één jaar GSB, één jaar wijksignaleringssysteem. Gaat
over leefbaarheid en veiligheidsvragenWij hebben het dan
over vijf aandachts- en vier referentiebuurten. Respons van
250 per buurt. Daar komen veel trends uit met betrekking
tot de voorzieningen, de leefbaarheid, de veiligheid en de
participatie. Als we dat op ons in laten werken, als we in
laten werken de risicoanalyse die we zelf hebben toegepast,
de kwetsbare opstelling met betrekking tot hoe we er uit
zien, dan denk ik dat we meer dan voldoende bouwstenen
hebben dan wat u nu extra wilt toevoegen en dan gaat het om
een kleine plus van twee avonden met een beperkt aantal
organisaties. Ik vermag niet in te zien wat dat zou moeten
opleveren, meer dan wat wij nu al hebben. Aan de andere
Blad 39
Verslag van de raadsvergadering van 24 maart 2003
Blad 40
Verslag van de raadsvergadering van 24 maart 2003
aan de hand van een kwalitatief goede vragenlijst is wel
licht een goede manier om dit onderzoek vorm te geven en de
kosten ook binnen de perken te houden. Het voordeel van een
vorm van rondetafel gesprekken is, dat zei mevrouw Dikken
ook al, dat ook de raad mee kan doen, weliswaar natuurlijk
in een overzichtelijke vertegenwoordiging. De raad kan dan
op deze systematische wijze informatie opdoen, die ze toe
voegen aan de informatie, die we als raad al krijgen uit
contacten met de samenleving. Op deze manier ontvangen we
een goed, zo compleet mogelijk en actueel oordeel over het
functioneren van onze gemeente, o.a. als democratisch or
gaan en als dienstverlener.
Twee van de zes onderwerpen, die in de zelfevaluatie aan de
orde zijn en die twee hebben met burgers en met die organi
satie te maken. Dus ons voorstel is ook variant B met een
kleine plus. Hiertoe hebben we een amendement voorbereid in
overleg met de WD-fractie en afhankelijk van de discussie
en het antwoord van het college zullen we dat amendement in
tweede instantie indienen.
Mevrouw Inberg (D66)In de commissie hebben we ook al
gezegd dat wat ons betreft deze zelfevaluatie niet hoeft.
Het draait uiteindelijk altijd uit op de discussie over
herindeling en Leeuwarden trekt dan altijd aan het kortste
eind, want die wordt altijd heel onsympathiek gevonden, dan
denken ze dat we weer aan landjepik willen doen. Wij denken
wat dat betreft, laat de provincie zelf maar uitzoeken als
ze zonodig de bestuurder wil evalueren. Dus evenals met het
manifest van de vier grote steden, het draagt niet bij tot
het imago van Leeuwarden om sympathiek gevonden te worden.
Dus wij wijzen dit af.
De heer Jacobse (NLP)Een zelfevaluatie is altijd goed en
altijd nuttig. Alleen dan bepalen wij wat we willen
evalueren en de wijze waarop en wie we daarbij betrekken.
Dan ben ik er grif voor om zo'n zelfevaluatie te doen. Dit
is iets anders. Dit is een initiatief vanuit de provincie
met inderdaad bepaalde doelen. De wethouder heeft in de
commissie heel helder gemaakt wat de status van dit onder
zoek is en waarom het college in dit geval gekozen heeft
voor de methode die ze gekozen heeft. In dat kader lijkt
mij dat ook een hele goede keuze geweest. Als wij aan
zelfevaluatie doen, moeten wij onze eigen zelfevaluatie
maken met onze eigen vragen en onze eigen insteek daarin
kiezen, niet dat op deze manier doen, want dat betekent
uiteindelijk dat we dingen half doen, waar niemand wat aan
heeft
De heer Stoker (Christenunie): Dikwijls hoor je het. Een
aantal kleine gemeenten is niet meer goed in staat alle
taken, die zich ook alsmaar uitbreiden, goed te vervullen.
Grote gemeenten hebben weer andere problemen, zoals we hier
recent middels bestuurscrisis en OZB-affaires hebben moeten
vaststellen. De provincie wil daar zicht op hebben middels
deze evaluatie bij haar nadenken over het herindelings-
vraagstuk. Het zal niet anders worden dan een papieren
tijger, maar je weet maar nooit waar het nog eens goed voor
is. Leeuwarden heeft genoeg materiaal voorhanden en het
college stelt naar ons oordeel de meest zinvolle wijze van
uitvoering voor. Rondetafel gesprekken hoeven voor ons niet
zonodig
De hear Posthumus (FNP)Wy hawwe ek hielendal gjin ferlet
fan dit ündersyk en it kolleezje ek net. Yn de kommisje,
doe't de parse al fuort wie, hat de wethalder seis sein dat
der al stapels rapporten lizze oer it funksjoneren fan üs
gemeente en dat Ljouwert der neat wizer fan wurdtDoe'hat
hy ek tajün dat dizze selsevaluaasje eins net past yn de
prioriteiten fan üs gemeente en ek dat mei dizze evaluaasje
streekrjocht op in diskusje oer in nije gemeentlike
weryndieling oankoerst wurdt.
Fierder wurde de ferkearde fragen steld oan de gemeenten.
Se sille beoardiele wurde moatte op de echte prestaasjes
lykas de belestingdruk, wachttiden by in loket boarger-
saken, de tefredenheid fan boargers, esfh. Net op it oantal
beliedsstikken of amtners. Der sit in boarger echt net op
te wachtsjen. Fierder hat it ofwegingskader ek aardich wat
kommunistyske trekjes. It giet der fan üt dat in gemeente
alles seis dwaan wol of in hiel soad yn elts gefal en noed
stean moatte foar de boargers.
Foarsitter, we moatte ek noch wat oerlitte oan it
partikulier inisjatyf.
Konklüzje fan us is dat dit ünsinnige, nalestoarderij is.
De heer Nicolai (PAL/GL)Bij de commissievergadering
hebben wij ons positief uitgelaten over het voorstel van
het college rond de Zelfevaluatie Bestuurskwaliteit. Ik had
de indruk dat we zelfs nog positiever waren dan het college
zelf, wat mij op zich verraste. Ik altijd maar denken dat
het college het meest optimistisch behoorde te zijn over
haar eigen voorstellen. Dat hoeft dus niet persé. Weer een
nieuwe ervaring.
Het voorstel van het college spreekt ons aan, omdat wij het
met het college eens zijn dat het voorstel goed recht doet
aan de duale verhoudingen tussen college en raad.
Wij vinden dat het college het werk moet doen en zelf op
een verantwoorde wijze uitvoering moet geven aan het eigen
besluit. De raad hoeft, wat ons betreft, op dit punt niet
te veel op de stoel van het college te gaan zitten. Als wij
van tevoren vast willen leggen welke maatschappelijke
partners precies en op welke manier geconsulteerd moeten
worden, dan valt er achteraf weinig te controleren en te
beoordelen. We hebben het dan gewoon zelf gedaan! De
politieke urgentie van het al dan niet en op welke manier
spreken met organisaties moet het college zelf beoordelen.
Wij krijgen daar een keurig verslag van, neem ik aan.
Vervolgens heeft de raad ook weer haar eigen netwerk en