Blad 25 Verslag van de raadsvergadering van 12 en 14 mei 2003 Blad 2 6 Verslag van de raadsvergadering van 12 en 14 mei 2003 geding is en dat alle gemaakte kosten in het voortraject ook ten koste van de gemeente komen. Als u zegt dat die be heersing groter is wanneer de gemeente op eigen gelegenheid gaat ontwikkelen, los van alle nadelen die dat verder heeft, dan denk dat daarover te discussiëren valt en dat zoiets bij voorbaat niet het geval is. Dan heeft de PAL/GL-fractie ook een motie ingediend ('het besluit dat het masterplan en wijzigingen daarvan worden vastgesteld door de gemeenteraad'Misschien is het goed om toch nog iets te zeggen over de status van het master plan. Het masterplan is geen formeel juridisch planologisch plan, dat heb ik eerder gemeld, dat geldt wel voor het ont wikkelingsplan, waarop het masterplan ook is gebaseerd. Het maakt deel uit van die privaatrechtelijke contracten, het is een onderlegger bij de SOK. Als u vanavond akkoord gaat met het voorliggende pakket, dan is daarmee het masterplan, dat weer gekoppeld is aan die grondexploitatie, want beide zijn onderleggers van de SOK, vastgesteld. Als u het heeft over het planologisch kader, dan moet u zijn bij het ont wikkelingsplan. Het masterplan en de grondexploitatie zijn onlosmakelijk onderdeel van de overeenkomst. Als u vindt dat het masterplan niet als een volwaardige onderlegger kan functioneren en u dit zo zwaarwegend vindt en zegt van dit nooit, dan moet u daaruit uw conclusies trekken. Maar het maakt volwaardig deel uit van het pakket dat nu voorligt en maakt deel uit van het contract dat gesloten wordt. Voor het planologisch kader moet u zijn bij het ontwikkelings plan. U zegt dat het masterplan apart moet worden vastge steld en dat ook wijzigingen vastgesteld moeten worden door de gemeenteraad. Dat gebeurt in wezen ook. Wijzigingen na melijk in het masterplan komen op enig moment tot uitdruk king in bestemmingsplannen. Nu kan het zo zijn dat er van uit die GEM een voorstel komt om een wijziging in de grond exploitatie en annex daarmee ook in het masterplan door te voeren zijn vertaling krijgt in het bestemmingsplan. Dan zal het college, afgezien van de wettelijke plicht om te informeren, natuurlijk wel gek zijn als het gaat om een cruciale wijziging om te zeggen: wij zien nog wel bij het bestemmingsplan hoe dat in de raad ligt. Want die wijziging komt in het bestemmingsplan weer naar voren, dan wordt het finale oordeel geveld over die wijzigingen. Hetzelfde geldt wanneer er vanuit de raad een goede reden zou zijn het col lege de opdracht te geven om binnen die GEM een voorstel voor wijziging van het masterplan in te dienen. Dat kan ge beuren, dat kan door de marktpartijen ook gebeuren. Dat moet dan in die GEM besproken worden en daar geldt dan die inbreng van de gemeente voor 50% en de besluitvorming op basis van unanimiteit. Hoe je het ook wendt of keert, met dat soort wijzigingen komt u er altijd aan te pas. Het be stemmingsplan daarvoor is cruciaal en de status daarvan daarover heeft de burgemeester zojuist iets gezegd. Hetzelfde geldt in wezen voor de stedenbouwkundige plannen, dat zijn onderleggers bij bestemmingsplannen. Dus op het moment dat het bestemmingsplan aan de orde komt, zal er ook de kaart in zitten, met de toelichting wat de stedenbouw kundige vertaling of onderlegger daarvan is. Dat is ook ge koppeld aan het bestemmingsplan. Daarnaast wijs ik erop dat vorige week naar aanleiding van de behandeling van het bestemmingsplan Leeuwarden Zuid, Fa se A er overeenstemming is gekomen, wat ertoe leidt dat uitwerkingen van die bestemmingsplannen door de raad worden vastgesteld, tenzij de commissie tussentijds aangeeft dat het door het college afgedaan kan worden. Gelet op wat ik zojuist heb opgemerkt over hoe dat gaat met wijzigingen in masterplannen en dat stedenbouwkundige plannen onderleggers zijn bij bestemmingsplannen, lijkt mij deze motie overbo dig Dan nog iets over het beeldkwaliteitsplan. U merkte zelf al op dat het wat u betreft niet eens zo persé hoeft. Daar ben ik blij om. U heeft ook gewezen op pagina 9 van de raads- brief, waarin staat dat bestemmingsplannen en beeldkwali teitsplannen door de raad worden vastgesteld. Dat is een fout in de raadsbriefDaar had moeten staan 'het steden bouwkundig plan' Dat is ook logisch, want beeldkwaliteits plannen zijn altijd indicatief van aard. Als je dat formeel laat vaststellen, dan zit je met een indicatief plan, dat op een gegeven moment een status krijgt. Dat zou dan bete kenen dat iedere vorm, waarvan je denkt het zou wel eens een afwijking kunnen zijn, ook terug zou moeten naar de raad. Dat is ook niet de werking van een beeldkwaliteits plan, dus dat zou niet de bedoeling moeten zijn. Wat het college betreft zou dat eruit gelaten moeten worden. Boven dien is ook niet wettelijk bepaald dat dit soort stukken door de gemeenteraad moeten worden vastgesteld. Als je kijkt naar bijv. artikel 20, punt 1 van de SOK, daar staat dat de GEM per deelgebied een beeldkwaliteitsplan vervaar digt, dat de goedkeuring van de gemeente behoeft. De ge meente is dan B&W, tenzij wettelijk bepaald is dat de ge meenteraad daar aan zet is. Van het beeldkwaliteitsplan is wettelijk niet vastgesteld dat de gemeenteraad daarin be voegd is. Laat natuurlijk onverlet dat inzage in wat voor stukken, die daarmee te maken hebben, ter kennisname naar de commissie kunnen. Alleen de status, die het zou krijgen ten gevolge van uw motie, is niet juist. Ik snap ook hoe u daartoe gekomen bent, dat is volstrekt logisch, omdat het onjuist in die raadsbrief staat. De WD-fractie maakt een aardige opmerking over de effecten van deflatie voor het Fonds bovenwijkse voorzieningen. Ik vrees echter dat de consequenties voor Leeuwarden in econo mische zin dermate vervelend zullen zijn, dat wij dan de andere optie toch maarvoor lief moeten nemen. Wat betreft de opmerking over duurzaam bouwen: De bijlage, de onderlegger bij de stukken, geeft een streven aan en de uitwerking daarvan moet nog komen. En niet alleen de ge meente, maar zeker ook de marktpartijen zullen erop toezien dat wat ontwikkeld wordt ook verkocht kan worden. Dat is natuurlijk wel een voorwaarde en daaruit kunnen beperkingen Blad 2 3 Blad 2 4 Verslag van de raadsvergadering van 12 en 14 mei 2003 Verslag van de raadsvergadering van 12 en 14 mei voorbaat alleen gekozen is voor grote private partijen. Ik zeg u daarbij dat het een wel overwogen keuze is geweest, die ook op de instemming van de raad kon rekenen en dat het natuurlijk met name ging om de grote kennis en ervaring, niet alleen hier in de nabije omgeving maar ook op lande lijke schaal, die wij ingebracht wilden hebben in het pro ject. Even los daarvan zou ik u toch de tegenvraag willen stellen, als nu toch de corporaties van meet af aan in het project betrokken waren, had u dan gedacht dat het resul taat, dat nu voorligt, bereikt had kunnen worden? Dat heeft niks te maken met onwil van corporaties, maar het heeft bijv. wel te maken met dat wat nu geleverd is aan opbreng sten, denk bijv. aan de bijdrage voor de Haak, waar ik zo meteen wat meer over zal zeggen, en ook de bijdrage voor het Fonds bovenwijkse voorzieningen. Ook de langdurigheid van het contract en dergelijke, het college stelt daar zijn vraagtekens bijmaar bovendien is het een achterafvraag- stelling. Kennelijk heeft u daar andere denkbeelden over. Waar het om gaat, is dat destijds welbewust gekozen is om voor grote landelijk opererende partijen te kiezen om daar mee samen te werken met name ook op basis van die kennis en ervaring, die daarmee ingebracht kan worden. Dan ga ik gelijk in op het indienen van uw motie, waarmee u een aantal ernstige bedenkingen kenbaar maakt. Ik zou daar het volgende over willen zeggen en ik begin met een aantal opmerkingen over de onderdelen waarop de bezwaren van PAL/GL zich richten. Als het gaat om het bewuste artikel 8, punt 3, dat inmiddels bij iedereen bekend is, dat gaat over de publiekrechtelijke risico's, waarvan ik meerdere malen aangegeven heb, dat hoe je het wendt of keert, die risico's uiteindelijk altijd bij de gemeente terecht komen Dat is tijdens de behandelingen twintig keer of meer tegen het licht gehouden om daaraan iets aan te veranderen, maar er is niets aan te veranderen of het moet zijn dat de formule ring net nog iets anders had gekund, maar die risico's blijven te allen tijde bij de gemeente liggen. Daar voelt u zich niet zo gelukkig mee en ik moet u zeggen toen ik dat voor de eerste keer las, ik daar ook niet zo gelukkig mee was, maar als de uitkomst nu is dat dit zo goed als onver mijdelijk is, dan plaatst het zich wel wat in een ander daglicht Bij punt 3 van het besluit verwijst u naar het feit dat de bijdrage voor de Haak pas op 1 januari 2 0 06 hoeft te worden gestort. Dat is inderdaad anders dan aanvankelijk de ver wachting was, daar heeft u gelijk in, dat heeft ook te ma ken met een bedrag dat daarmee gemoeid is van twee miljoen euro. Maar vervolgens zegt u ook dat het toch wel een te genvaller is dat het bedrag niet geïndexeerd is en datzelf de geldt voor die 30 gulden per vierkante meter. Dan zou ik toch willen, dat wanneer u dat toetst ten.opzichte waarvan het een tegenvaller is, dan kan dat haast niets anders zijn dan wat ten tijde van de intentie-overeenkomst nog aan de orde was en in dat stuk is nooit gesproken over een indexe ring van die bijdrage, voor de Haak in ieder geval niet en als het gaat om die 30 gulden per vierkante meter verwijs ik nogmaals naar de uitspraak die in de intentieovereen komst stond 'wij streven ernaar een bijdrage te realiseren van 30 gulden per vierkante meter' Overigens moet ik bij de Haak nog wel zeggen dat als dat bedrag gestort wordt in 2 006, het vervolgens weer op rente wordt gezet, dus wanneer het in enig jaar ingezet moet wor den voor de bekostiging van die Haak, dat die rente daar wel bij opgeteld moet worden. Wat fundamenteler is en waar het college ook tegen aanloopt bij het beoordelen van deze motie, is dat hier - ik zeg het wat onvriendelijk, maar dat geeft ook aan dat het ons zo dwarszit - lukraak bij een aantal artikelen wordt aangegeven afgezien van het feit dat u daar bij de commissievergaderingen een aantal opmerkingen daarover gemaakt heeft, weliswaar uw motie niet heeft aan gekondigd, maar het staat u vrij om zo'n motie te maken, maar uiteindelijk plaatst u bij een aantal gekozen artike len uw bedenkingen, in de zin van 'daar zijn wij niet zoge- lukkig mee'Waar het hier nu vanavond om gaat, is dat er een akkoord ligt, waarvan het college vindt dat het vol doende acceptabel is om het voor te leggen aan de raad. Het college had ook heel goed kunnen zeggen, dat (zoals art.8, punt 3) staat ons minder aan en dat maakt dat bij ons de vraag gerezen is wat met zo'n motie te doen. Ik denk dat iedere fractie, die hier aanwezig is en akkoord gaat - ik ga ervan uit dat de meeste fracties akkoord gaan - bij een aantal van die artikelen wel bedenkingen kan plaatsen. Het gaat erom dat het deel uitmaakt van een totaalovereenkomst en hoe wordt dan uiteindelijk die totaalovereenkomst beoor deeld. En mocht het zo zijn dat hier wel een groot draag vlak voor is, betekent het dan dat het college over deze punten terug moet naar de onderhandelingstafel? Dat bete kent dat wij geen akkoord hebben, dat wij opnieuw kunnen beginnen met de onderhandelingen. Iedereen heeft erop gewe zen dat er van een verbetering van het economisch tij op dit moment geen sprake is, dan is het de vraag of je er op dezelfde manier weer uitkomt, zit er dan nog enige verbete ring in of komt er helemaal geen akkoord? Een feit is in ieder geval dat wij dan een flinke vertraging oplopen. Maar dan geef ik al een bepaalde interpretatie aan de motie, die misschien niet uw bedoeling is. Ik heb hopelijk weergegeven wat de bezwaren van het college zijn tegen deze motie, die wij dan ook ten zeerste zullen ontraden. U zegt ook als wij zelf zouden gaan ontwikkelen en u ver wijst ook naar claims en risico's die wij zouden lopen, dan zouden wij een aantal van die risico's ook hebben, maar wij kunnen daar zelf dan goed sturing aangeven. Ik zou u toch willen zeggen dat dat ook zeer betrekkelijk is. Ik geef u daarvan een voorbeeld. Als bijv. op basis van procedures de uitkomst is dat een locatie, die daarvoor aangewezen is en de procedures daarvoor gevoerd worden, desondanks tot uit komst hebben dat de locatie niet ontwikkeld kan worden, wellicht ook tot claims leidt, dan heeft dat ook te maken met het feit dat de gronden, die daarvoor aangewezen waren, dat de kosten die voor het verwerven daarmee gemoeid zijn geweest, veranderen, dat de grondwaarde daarvan dan in het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2003 | | pagina 7