Blad 49
Verslag van de raadsvergadering van 23 juni 2003
Blad 50
Verslag van de raadsvergadering van 23 juni 2003
maken. Want het is de bedoeling, dat zeg ik er maar in alle
eerlijkheid bij, dat wij op basis van deze discussie de be
groting gaan inrichten, op basis van de kaders financieel,
zoals wij die nu aan u presenteren - ik kom daar zo meteen
nog op terug - en op basis van de opmerkingen, uitgangspun
ten, richtingen, die deze raad ons meegeeft. Op het moment
dat we dat naar alle redelijkheid hebben opgesteld, is het
vervolgens natuurlijk ook uw taak in te stemmen, dan wel te
zeggen: dat niet. Maar dan rust ook op u de plicht om al
ternatieven aan te dragen, inclusief financiële dekking.
Sommigen hebben opmerkingen gemaakt over wat is nu de hui
dige stand van zaken met betrekking tot de cijfers.
Als ik de heer Van der Wal zo beluister, dan denkt hij, als
we nu nog twee weken wachten, dan is het laatste probleem
ook opgelost. Als dat zo is dan ben ik blij met u, maar we
varen op dit moment, op basis van de gegevens, die we nu
hebben. De meicirculaire zou in juni verschijnen. U weet
dat het vandaag 23 juni is. Hij is nog verschenen. Dat zou
best eens een julicirculaire kunnen worden. We gaan er van
uit dat het gebeurt op basis van de getallen en de cijfers
die we nu hebben. Dus 1 met betrekking tot het gemeente
lijke accres van de overheidsfinanciën. Wij denken dat we
op deze manier de zaak moeten inrichten en de begroting
moeten opstellen. Mocht het zo zijn dat het meevalt, dan
krijgt u bericht, en mocht het zo zijn dat het tegenvalt,
krijgt u ook bericht.
Uitgangspunt blijven de financiële kaders en de opmerkingen
en de richtinggevende discussies die u ons meegeeft.
Sommigen van u zeggen: ja maar, u hebt de burgers nog niet
gehoord en we kunnen niet instemmen voordat we dat hebben
gedaan. Ik denk dat het goed is op te merken dat wij alleen
bouwstenen aandragen op grond waarvan u richtinggevende
uitspraken kunt doen, dan wel met de burgers in contact
kunt gaan. Daar hebben we, daar hebt u, de tijd voor tot
aan de begroting, want die behandelen we in november, maar
wel op basis van de uitgangspunten, die wij vandaag met el
kaar overeenkomen.
De kortingen vraagt de heer Van der Wal ook naar, met be
trekking tot de bijzondere bijstand is een vrij hard gege
ven op dit moment. Is er een basis van de nieuwe bijstands
wet, kortingen worden op voorhand doorgerekend voor 2 004.
Tenzij er natuurlijk in de Tweede Kamer wat anders gebeurt,
kunnen we daarvan uitgaan.
De OZB, u weet dat bij de vorige regering ook de OZB opera
tie onderdeel uitmaakte van de plannen van die regering en
we toen een nadeelgemeente te waren. Het is becijferd door
de Erasmus Universiteit, we gaan er vanuit dat we een na
deelgemeente blijven, ook in de plannen van deze regering
en dat nadeel hebben we gehalveerd en gezet op 1,5 miljoen
euro. Het lijkt ons verstandig daar nu al rekening mee te
houden
Is het verstandig om te plannen voor de langere termijn,
voor de komende vier jaar? Wij denken van wel. Dan kan je
tenminste beleid voeren, gezond financieel beleid. Ik ben
het met sommige sprekers eens dat je moet zorgen dat de re
kening sluit, dat de begroting sluit en dat ook de
jaarschijven op nul uitkomen, zo mogelijk.
Dan een opmerking over de algemene reserve. Ik heb dat ook
gedaan bij de jaarrekening en bij het jaarverslag.
Mijn verhaal is: ga heel zorgvuldig om met die algemene re
serve. Wij hebben een memo gehad van de accountant aangaan
de die reserves. Wij hebben een duidelijk inzicht in hoe de
zaken er voor staan. 7 miljoen is volgens mij ook het ab
solute minimum. We moeten ons vervolgens niet rijk rekenen
over 3 keer 7. Dat klinkt wel heel mooi, maar ik ben met de
heer Van Mourik eens dat we dat nog niet hebben bereikt op
zeer korte termijn. Dan hebben we het over 2007. Vervolgens
zijn er een aantal zaken, waarvoor die algemene reserve
wellicht moet worden gebruikt. Dan hebben we het over in
vesteringen, over co-financiering en al dat soort zaken.
Wees daar heel erg terughoudend mee, roep niet meteen: dat
kan wel uit reserve. Dat kan maar één keer.
Ik merk ook dat sommigen van u een aantal zaken door elkaar
halen met betrekking tot structurele middelen en incidente
le middelen. Sommigen denken dat als je een project maar
niet door laat gaan, dat je dan structurele financiën hebt,
dat je dan gauw die 5 miljoen hebt opgelost. Ik denk dat
het niet geval is en dat u daar heel zorgvuldig rekening
mee moet houden en niet moet verwarren in de discussie, die
u nog met elkaar zult aangaan, als u het hebt over structu
reel dan wel incidenteel.
Dat waren wat algemene opmerkingen.
Ik loop nu de sprekers nog even langs
Het valt mij op dat heel veel van u melden waar de partijen
tegen zijn. Hier niet; dat niet; dat willen we beslist
niet; dat moeten we ontzien; er mag geen burger last van
hebben, dat is een uitgangspunt wat nauwelijks te hanteren
valt bij ombuigingen. Het ware ook verstandig in tweede
termijn nog wat helderder neer te zetten, vooral die par
tijen die een hele waslijst hebben van zaken waar ze tegen
zijn, om ook aan te geven dat als je bijv. de OZB niet ver
hoogt, dat je dan ergens anders een paar ton moet weghalen.
Als je bijv. niet bezuinigt op Welzijn, dat je het dan el
ders wegmoet halen. Het is niet een soort vrijblijvende
discussie, roept u maar: college, dit willen we niet en dat
niet. Nee, het is ook aan u aan te geven welke richting het
uit moet gaan met betrekking tot het financiële kader.
Blad 47
Verslag van de raadsvergadering van 23 juni 2003
Blad 48
Verslag van de raadsvergadering van 23 juni 2003
Programma 3: nieuw Zaailand, kan wat ons betreft voorlopig
wel in de ijskast, om plaats te maken voor behoud van de
subsidie voor tussenschoolse opvang, de buitenschool.
En wanneer je in de toekomst een optimalisering van het
Leeuwarder bos wel kunt uitvoeren, zorg er dan ook in één
keer voor dat de toegankelijkheid voor gehandicapten verbe
tert
Dan staat er op blz.17 van de aanbiedingsbrief een belang
rijk rijtje onder het kopje: 'schrappen van taken'.
Topsport staat daarbij en dat is iets waar wij mee instem
men.
Als tweede wordt genoemd de subsidie voor tussenschoolse
opvang. Daar zijn wij het niet mee eens. De overheid heeft
op landelijk niveau, maar ook lokaal, zich ingespannen om
het tweeverdienerschap te stimuleren. Wij als Christenunie
hebben daarbij altijd veel kanttekeningen geplaatst. Maar
de meerderheid ijverde voor de afschaffing van het begrip
kostwinnerschap en wie kanttekeningen plaatste bij de eman
cipatiezending, die de overheid bedreef, was toch niet an
ders dan politiek niet correct. Dat was de opinie. En de
gevolgen, veel tweeverdieners, al is het alleen maar uit
economische noodzaak, u hebt dat zo graag gewild. En dan nu
zeggen: ach, die broodschool, nou dat moeten die ouders
zelf maar regelen, hoor! Gezinsbeleid, een wethouder ge
zinszaken? Kom nou, ouders redden zichzelf maar. Met het
gevolg dat heel wat ouders, die er wel voor kiezen dat één
van beiden thuis de zorgtaken verricht, het aan alle kanten
buitengewoon moeilijk hebben. En voor hen die zich dat niet
konden, of wilden, veroorloven zegt u: die tussenschoolse
opvang subsidiëren wij niet meer. De Christenunie is het
daar niet mee eens. U moet staan voor datgene wat uzelf
hebt veroorzaakt.
Ook de buitenschool is al meerdere keren het doelwit ge
weest van de lokale bezuinigingsdrift. Ouders met kinderen,
die dit speciaal onderwijs nodig hebben, hebben al vaak ex
tra veel onkosten. Het is dus niet juist om hen dan nog
eens met extra bezuinigingen te treffen. Misschien kan de
school het opbrengen, vaak wel, maar dan gaat het weer ten
koste van andere noodzakelijke dingen.
Met het schrappen van de subsidieregeling godsdienst- en
vormingsonderwijs kunnen wij wel leven. Niet dat wij gods
dienstonderwijs niet belangrijk vinden. Integendeel. Het
liefst zo veel mogelijk uren op zo veel mogelijk scholen.
Maar de Christenunie is er altijd van uitgegaan dat het
aanbieden en het verzorgen, en dus ook de kosten van het
godsdienstonderwijs op school, een zaak van de kerken be
hoort te zijn. Er is scheiding tussen kerk en staat. En het
zou de kerken een eer moeten zijn om dit onderwijs volledig
voor haar rekening te nemen. Daar hoort die verantwoorde
lijkheid ook te liggen, ons inziens.
Verder zijn wij het niet eens met het voorstel om de regie
functionaris te dekken uit de afvalstoffenheffing.
Mevrouw Inberg refereerde nog even aan het met de bus langs
de wijken gaan in verband met de wijkbudgetten. Nu wordt
dat in de schoenen van mevrouw Van Maaren geschoven, maar
daar lag wel degelijk een soort 'college p.r.stunt' onder,
wethouders die hun grote daden bij de wijkbewoners onder de
aandacht wilden brengen en voor zichzelf al schitterende
rollen zagen weggelegd als wijkwethouder. Je moet het wei
nig goede dat dit heeft opgeleverd, die nuttige wijkbudget
ten, niet schrappen, maar de zaak structureel opnemen.
Dan het onkruid en het streven om te blijven borstelen. De
raad heeft hier in een vorige periode al stevig over gede
batteerd en er lag toen al een duidelijke notitie onder,
die aangaf dat milieuvriendelijk spuiten in essentie niet
bestaat. Het is nooit geheel onschadelijk. En wat ons be
treft blijft men dus borstelen. De motie van de FNP-fractie
daarover heeft dan ook onze steun.
De heer Krol (weth.): De raad is aan zet met deze kader
brief. Voor het eerst is er een kaderbrief verschenen in
het kader van die planning- en controlcyclusEen besluit
wat we met elkaar hebben genomen, om op deze manier te
doen. Dat betekent dat wij, in overleg met de commissie van
de Rekening, een eerste aanzet hebben gegeven tot een ka
derbrief. Het is dus een eerste keer dat wij dat doen. Ik
kan mij zo voorstellen, dat we vervolgens eens kijken hoe
kunnen we wellicht die kaderbrief verbeteren of is dit nu
het instrument waarmee we verder kunnen.
Sommigen van u hebben opmerkingen gemaakt: er staat weinig
informatie in; wij hadden bedragen gehad willen hebben; we
hadden effecten willen hebben. Wij hebben gemeend om deze
kaderbrief zo in te richten dat wij bouwstenen hebben aan
gedragen op grond waarvan u de discussie kunt voeren over:
wat wilt u wel; wat wilt u niet; welke richting moet het
uitgaan; welke effecten wil u bereiken. Om vervolgens dan
die begroting te maken. Dus niet een perspectiefnota, zoals
voorheen, inclusief bedragen en vaststaande besluiten, die
wij voorstellen van die kant moet het uitgaan, maar bouw
stenen op grond waarvan u, in onderlinge discussie, kunt
uitmaken welke richting het uit moet en welke kant het uit
moet met betrekking tot de begroting.
Nu zijn er partijen, die meteen al een voorschot nemen op
een andere insteek bij de begroting. Die zeggen: voor zover
we nu kunnen overzien kunnen, kunnen we er mee leven maar,
let op college, als het ons niet zint komen we er op terug
ij de begroting. Dat kunt u doen natuurlijk, dat is een op
stelling. Het college heeft natuurlijk liever dat u aan
geeft, klip en klaar, de richtingen die u als raad inslaat,
op grond waarvan wij dan ook een concrete begroting kunnen