Blad 5
Verslag van de raadsvergadering van 18 augustus 2003
Blad 6
Verslag van de raadsvergadering van 18 augustus 2003
een monumentenfonds ook gedeeld werd door het college, al
leen we hebben er op dit moment geen centjes voor. Dat is
eigenlijk de enige reden waarom we daar niet mee aan de
slag gaan. Toen heb ik gezegd, om nou te voorkomen dat deze
goede gedachte die ook door het college onderschreven wordt
helemaal gaat verdwijnen, lijkt het mij goed dat wij vol
gend jaar bij de begroting daar bij de kaderbrief daar weer
een voorstel voor krijgen. Ik heb niet gezegd dat moet een
positief voorstel zijn. Dat kan ook niet, want dan zou ik
nu reeds in preprioriteit leggen voor een begroting, ter
wijl we deze begroting nog niet eens hebben vastgesteld. Zo
bont maken wij het ook niet. Maar het verslag luidt nu als
volgt en dat is een reactie op de vraag van hoe we met het
voorstel doorgaan 'Wat voor vorm dat zal aannemen zal in
een eventueel voorstel tot uiting komen.' Dat is natuurlijk
hom noch kuit, bij wijze van spreke. Daar kunnen we niet
mee uit de voeten. Mijn verzoek is dan ook om gewoon hier
te laten staan dat er een voorstel zal komen en dat natuur
lijk op dit moment nog niet gezegd kan worden of dat een
positief voorstel is.
De Voorzitter: meneer Zwart we zullen de band erop naslaan
en nahoren, want het gaat niet om een nieuwe interpretatie
nieuwe discussie, maar het gaat erom wat u gezegd hebt. Dus
we luisteren naar de band.
We gaan uit van datgene wat er gezegd is.
Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de op
merking van de heer Zwart.
Punt 7
Ingekomen stukken
De ingekomen stukken worden vastgesteld.
Behandeling punt 5
De Voorzitter: Dan gaan we nu naar het interpellatieverzoek
van het raadslid Jacobse
De gang van zaken bij een interpellatie is dat degene die
het verzoek indient, de heer Jacobse in dit geval, als eer
ste het woord neemt. Daarna hebben de wethouders het woord.
Daarna mag de heer Jacobse weer antwoorden en daarna mag u
als raad meteen reageren. Daarna reageert in laatste in
stantie het college, de wethouders, en daarmee is het rond.
Ik geef het woord aan de heer Jacobse.
Blad 3
Verslag van de raadsvergadering van 18 augustus 2003
Ik heb een bericht van verhindering gekregen van mevrouw
Dolstra en de heer Van Mourik. De heer Wijmenga komt later.
Punt 2
Vaststellen van de agenda
De Voorzitter: Ten aanzien van de agenda wil ik voorstellen
dat wij op het ogenblik dat we de punten tot en met tien
afgehandeld hebben, een koffiepauze hebben, want dat bete
kent dat we daarna we een verse voorzitter kunnen inroepen.
Punt 3
Installatie nieuw raadslid voor de fractie van D66, dhr.
W. Elzinga
De Voorzitter: Voordat ik dat ga doen wil ik eerst het ver
slag van de onderzoekscommissie krijgen.
Mevrouw Haitsma: De onderzoekscommissie in wier handen wer
den gesteld de geloofsbrief en verdere bij de kieswet ge
vorderde stukken ingezonden door Elzinga, Wietse, man, op
maandag 18 augustus 2003 benoemd tot lid van de Raad van de
gemeente Leeuwarden. Rapporteert de raad van de gemeente
Leeuwarden dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onder
zocht en in orde bevonden. Gebleken is dat de benoemde aan
alle in de gemeentewet gestelde eisen voldoet.
De commissie adviseert tot zijn toelating als lid van de
raad van de gemeente Leeuwarden.
De Voorzitter: dan nodig ik dhr. Elzinga uit om hier naar
voren te komen, teneinde tot raadslid geslagen te worden.
Mag ik u vragen allemaal op te staan.
Meneer Elzinga ik verzoek u het volgende tot u te nemen en
daar een antwoord op te geven.
"Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te wor
den rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of voor
wendsel dan ook enig gift of gunst heb gegeven of beloofd;
ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of
te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of eni
ge belofte heb aangenomen of zal aannemen;
ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik
de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van
het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen."
De heer Jacobse (NLP)Gelet op de tijd die ik heb vanavond
heb ik een aantal vragen moeten inkorten, dus het kan iets
afwijken van wat u is toegezonden.
In de raadsvergadering van 14 april 2003 is de taakopdracht
vastgesteld. Ook is helder aangegeven dat er haast was. Hoe
kan het dat vervolgens pas in juli een procedure door het
college wordt vastgesteld en dat in die procedure staat dat
men pas in augustus 2003 gaat beginnen? Het bouwen van een
zwembad is immers niet uniek in lokaal Nederland. Waarom
moest het wiel weer opnieuw uitgevonden worden in Leeuwar
den met al het tijdsverlies tot gevolg? Ik verwijs naar do
cumenten van de gemeente Wassenaar. Zuiver als voorbeeld.
Volgens uw planning zal er enige jaren maar één zwembad
zijn in Leeuwarden. Het is overduidelijk naar de mening van
mijn fractie dat de wethouder verantwoordelijk is voor al
het getreuzel in de processen van de afgelopen jaren. Ook
al geeft u in brieven aan derden de indruk dat het de
schuld van de raad is
Hoe denkt u de problemen die u heeft veroorzaakt voor zwem
mers en verenigingen, op een aanvaardbare wijze en in over
leg met hen op te lossen?
De heer Brok (weth.): ik zal als eerste namens het college
reageren op de opmerkingen en de vragen, zoals die gesteld
zijn door de heer Jacobse van de NLP-fractie. Ik doe dat
omdat sinds het voorjaar het college er bewust voor heeft
gekozen om de hele casus te splitsen, waarbij alles wat te
maken heeft met de behandeling eerder in de raad over de
bouw en verbouw van het Kalverdijkje, de realisering van
het nieuwe zwembad, onder de portefeuille Vastgoed valt.
Collega Hafkamp zal zodadelijk nog even op een aantal zwe-
monderdelen ingaan.
Als het college zo kennis neemt van de spandoeken die ook
vanavond weer op de publieke tribune hangen, wil het colle
ge vooraf, voordat we gaan reageren op de opmerkingen van
de heer Jacobse, kwijt dat als je het proces achteraf be
kijkt, vanaf 1994, je gewoon moet onderkennen dat, achteraf
nogmaals, bekeken het één en ander wel wat anders in tijd
gezet had kunnen worden. Waardoor we eerder ook tot een
nieuw zwembad hadden kunnen komen. Echter eerdere colleges,
wel of niet op sommige momenten ondersteund door de raad,
hebben er voor gekozen om niet op de momenten die daar voor
lagen de keuze te maken om het zwembad te slopen, te slui
ten en snel over te gaan tot nieuwbouw. Uiteindelijk is het
zo dat pas kortgeleden het feitelijke besluit is genomen om
tot sluiting over te gaan, maar ook dat er heel duidelijk
door deze gemeenteraad op voorstel van het college besloten
is dat er zwemgelegenheid blijft op het Kalverdijkje. Het
comité en anderen zeggen: wij willen dat er in ieder geval
een zwembad blijft op het Kalverdijkje. Een deel van de
spandoeken, zoals ik zie, en ook van uw betoog vanavond,
maar ook het verleden, pleitte er voor om een zwemvoorzie-
Blad 4
Verslag van de raadsvergadering van 18 augustus 2003
Wat is daarop uw reactie?
De heer Elzinga: Dat verklaar en beloof ik.
De Voorzitter: Dat betekent dat u hiermee lid bent geworden
van de gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden.
Ik wil u daar graag van harte mee feliciteren. Ik wens u
heel veel succes en politieke voorspoed in uw werk.
Ik schors de vergadering voor 5 minuten, zodat uw collega's
u ook kunnen feliciteren.
Punt 4
Vragenhalfuurtje voor burgers
Er wordt geen gebruik gemaakt van het vragenhalfuurtje voor
burgers
Punt 5
Interpellatieverzoek raadslid Jacobse (NLP) inzake Kalver
dijkje
De Voorzitter: Dat is een interpellatieverzoek, dat bete
kent dat er eerst over het verzoek gestemd moet worden of
de raad akkoord gaat dat meneer Jacobse vanavond een inter
pellatie houdt. Wie kan zich vinden in het verzoek.
Voor stemmen de leden van de fracties van PvdA, PAL/GL,
CDA, WD, D66SP, CU, LL, FNP en de NLP.
(Die agendapunt wordt na punt 7 besproken.)
Punt 6
Vaststellen van het verslag van de raadsvergadering 12 en
14 mei 2003
De heer Zwart: Mijn opmerking heeft betrekking op blz. 87
van dit verslag. Bij dat punt hadden we het over het monu
mentenfonds, waar we toen uitgebreid bij stilgestaan heb
ben. Bij afwezigheid van de portefeuillehouder heeft dhr.
Sluiter daar zeer vakkundig het woord gevoerd.
Maar het ging eigenlijk een beetje over de staart van de
discussie en dat speelt zich in het verslag af op blz. 87
Toen heb ik nog een keer dhr. Sluiter in de rede gevallen
Ik heb gevraagd aan de dhr. Sluiter, dat is namelijk het
punt, dat we steeds hebben gezegd dat de gedachte rondom