Blad 93
Verslag van de raadsvergadering van 10 november 2003
Blad 94
Verslag van de raadsvergadering van 10 november 2003
groepen met bepaalde huidskleur niet aangesproken zouden worden
op hun gedrag. Dat is een volstrekte onzin redenering.
Sterkere jongens regeren de straat. Ook dat ben ik dus heel
verbaasd over, want gelukkig is het niet zo in Leeuwarden dat
sterke jongens de straat regeren en dat er van handhaving geen
sprake zou zijn, is ook niet het geval. Dan eindigt u, en dat
op zichzelf ben ik het daar zeer mee eens, "wij willen dat zo
de toekomst wordt" en dat spreekt mij als oude sociale demo
craat zeer aan, want het is de maakbaarheid van de samenleving
in optima forma en daar vinden we elkaar weer.
Ik zou mijn inbreng hiermee willen eindigen.
Het is precies half 9, het college heeft zich uitstekend aan de
tijd gehouden.
Wij gaan naar het volgende onderdeel van ons avondvullend
programma en dat is de schorsing.
De Voorzitter schorst om 20.30 uur de vergadering
De Voorzitter heropent om 21.00 uur de vergadering.
We beginnen nu aan het laatste deel van de begrotingsdebatten.
Wat nu aan de orde is, is dat u van uw kant kunt reageren op de
inbreng van de zijde van het college. Wij betrekken daar ook de
moties bij
Van de zijde van het college hebben wij geen termijn meer, maar
ik heb wel tegen de heer Krol gezegd dat daar waar het noodza
kelijk is iets toe te voegen, hij uiteraard de mogelijkheid
heeft om te interrumperen.
De heer Zwart (PvdA)Ik merk dat het onthaasten in de politiek
nog niet helemaal ingeburgerd is.
Ik zal niet alle moties nalopen, dat ter geruststelling.
Ten eerste de dekkingsmotie. De gekozen structuur van deze
vergadering leidt er dan toch toe dat het toch wel wat jammer
is dat je niet wat meer in discussie kunt komen met het college
en met name over deze motie. Wij hebben als collegepartijen de
verschillende punten van de dekkingsmotie onderling verdeeld en
die zullen door verschillende fracties toegelicht worden.
Ik beperk mij op dit moment even tot de versobering uitvoering
drukwerk en het punt 6, inhuur externe adviseurs.
Voor wat betreft het drukwerk hebben wij wat informatie inge
wonnen en we hebben ook gevraagd van hoe dat nou precies zit en
te horen gekregen dat daar ook al naar gekeken wordt. Wij
rekenen wij ook de stukken die naar ons toe komen hier toe. Het
is dus niet zo dat we zeggen van nou moet het Facilitair
Bedrijf maar 30.000 inleveren. Nee, wij zeggen ook bewust,
wij kiezen voor een versobering van de rapporten en de nodige
informatie, die in onze richting komt. Wij hebben als voorbeeld
daarvoor, volgens mij komende woensdag, in de commissie Bestuur
Blad 91
Verslag van de raadsvergadering van 10 november 2003
de jaarwisseling of iets later klaar zijn en kunt u natuurlijk
zonder meer ter inzage krijgen, als u dat zou willen.
U hebt gevraagd om een actieplan. Ik zou u op dit ogenblik
willen vragen om dat verzoek nog eens te heroverwegen, want wij
zijn nu zo druk doende met dat werk, als wij nu opdracht geven
aan onze ambtenaren om eerst weer dit gehele traject te gaan
beschrijven en een actieplan daarvan te maken, dan denk ik dat
het op zich zelf wel weer papier en woorden toevoegt, maar dat
het niet veel toevoegt aan de activiteiten die we met elkaar
aan het ondernemen zijn. Ik denk dat het allerbelangrijkste is,
waar we nou mee doende zijn, dat al die partijen zich verant
woordelijk voelen en dat al die partijen hun steentje zullen
bijdragen om dat hele traject zowel van de vawers als van de
veelplegers, zowel minderjarig als meerjarigen, goed in de
klauwen te krijgen, om het maar heel duidelijk te zeggen, zodat
we daar een geweldige stap voorwaarts kunnen zetten.
Ik hoop dat u daarmee ook begrepen hebt dat het ons absoluut
ernst is als het gaat om de repressie. Ik ben met u van mening,
mevrouw De Vries, dat preventie een uitermate belangrijk goed
is. Ik vind preventie ook een teken van beschaving, eerlijk
gezegd. Maar daar waar preventie niet meer helpt, of waar het
zijn effecten niet heeft gehad, daar moet er natuurlijk repres
sief opgetreden worden en dan moeten er ook sancties getroffen
worden. Dat zal ook betekenen dat mensen op een gegeven ogen
blik een straf moet ondergaan. Want alleen preventie zonder dat
er andere maatregelen getroffen kunnen worden, dat kan natuur
lijk niet. Ik denk dat iedereen in deze zaal er van overtuigd
is dat het niet of het ene of het andere is, maar dat het juist
de twee kanten van de medaille zijn die we in de gaten moeten
houden, én de preventie én het straffen als dat nodig is of de
behandeling als dat nodig is of de behandeling in combinatie
met straf als dat nodig is.
U hebt een motie ingediend en het besluit bestaat uit drie
elementen. Daar staat de korpsbeheerder op te dragen om bij de
eerstvolgende mogelijkheid in het prestatiecontact minder
aandacht te besteden aan verkeersovertredingen. U kunt wel iets
opdragen aan de burgemeester, aan uw burgemeester, maar u kunt
niet iets opdragen aan de korpsbeheerder. De korpsbeheerder
heeft een relatie of met de minister of met de burgemeesters
hier in deze regio, provincie. Maar u kunt niet de korpsbeheer
der iets opdragen, maar u kunt wel de burgemeester iets opdra
gen. U kunt ook niet zeggen dat er minder aandacht besteed moet
worden in het prestatiecontract aan verkeersovertredingen, want
de discussie over het prestatiecontract wordt gevoerd met de
Minister van Binnenlandse zaken en op achterhand de Minister
van Justitie en wordt geaccordeerd of niet geaccordeerd door
het regionaal college, zijnde het college van burgemeesters. U
kunt natuurlijk uw eigen burgemeester daarop aanspreken om te
vragen of daar wel voldoende aandacht besteed wordt aan het
andere aspect dan de verkeersovertredingen. Verkeersovertredin
gen worden overigens niet geregeld in het prestatiecontract,
en Middelen de rapportage majeure projecten. Als je dat rapport
bekijkt, dan is dat een prachtig rapport, op elke pagina staat
een kleurenfoto en dat vinden wij op zich ook heel prachtig.
Maar dat zijn nou de voorbeelden die wij bedoelen van dat wij
beseffen dat we dat misschien op een wat soberdere manier
kunnen doen. Gezien ook onze wensen, want daar zijn we heel
eerlijk in, dit heeft natuurlijk ook een verhouding met onze
wensen, kiezen we dan voor deze bezuiniging.
Wat betreft de inhuur van externe adviseurs hebben wij natuur
lijk ook in het verleden al een aantal keren gevraagd in de
richting van dit college en ook het vorige college, geef ons
nou wat meer inzicht in welke mate wij gebruik maken van
externe adviseurs. Eerlijk is eerlijk, daar is eigenlijk nooit
een helder antwoord op gekomen. We hebben ooit eens een keer
een lijst gezien, ik zie dat ding nog voor me, dat ging over
alles wat derden voor ons doen, dat ging bij wijze van spreke
van stagiaires tot dure accountantsbureaus. Daar konden wij ook
niet zo verschrikkelijk veel mee. Waar baseren wij ons nou op,
want wij begrijpen best wel dat de heer Krol zegt: wij huren
die mensen natuurlijk ook niet voor ons plezier in, wij maken
daar wel degelijk gebruik van. Daar gaan wij uiteraard ook van
uit. Alleen wij zeggen onder druk van de huidige situatie: kijk
daar nog eens goed naar. Wij hebben bijvoorbeeld om maar een
voorbeeld te noemen, begrepen dat afgelopen zomer in het
college een intentieovereenkomst is behandeld met een niet
nader te noemen groot bureau in de sfeer van accountancy. Dat
ging in 2002 al om een bedrag van 454.000 en daar wordt ook
nog eens een keer gesproken dat in de komende jaren dat daar
ook bedragen in de orde van groot van 350.000 t/m een miljoen
mee gemoeid kunnen zijn. Ik ga op dit moment niet zeggen dat
die werkzaamheden niet nodig zijn, dat kan ik ook niet over
zien, dat zult u mij ook niet horen zeggen, ik geef wel aan dat
ook op dit terrein een versobering past. Dat wil ik daar over
zeggen. Mocht dat leiden tot vertragingen in een aantal proces
sen, dan zeg ik dan komen we daar in de commissie en dan mag u
ons ook mee confronteren. Dat is de keerzijde daarvan, daar
zijn wij dan ook weer op aanspreekbaar. Vooralsnog laten wij
deze beide dekkingsonderdelen in de motie staan.
Dan kom ik nu even op een aantal andere moties.
Dan begin ik met de motie over het levensbeschouwelijk onder
wijs zoals die door de CDA-fractie wordt ingediend.
Na rijp en uitgebreid beraad zal het overgrote deel van onze
fractie voor deze motie stemmen, dat wil zeggen dat een zo
klein mogelijke minderheid tegen deze motie stemt.
Dan de motie van de FNP-fractie over de woningbouw. Gezien het
antwoord van de wethouder, die aangeeft die gegevens die hebben
wij en die kunnen wij ook in uw richting helder maken of
inzichtelijk te maken, dat gaat dan met name ook over de
gegevens rondom de grondexploitatie. Ik wacht nog even af wat
Blad 92
Verslag van de raadsvergadering van 10 november 2003
wat wel geregeld wordt is dat bij het zogenaamde project Fryske
Diken, dat is denk ik een jaar of 2 of 3 jaar geleden afgeslo
ten, met de Officier van Justitie dat er extra gehandhaafd zou
worden op verkeersovertredingen op de wegen uiteraard in
Friesland, omdat wij hier in Friesland een groot aantal ver
keersdoden te betreuren hadden. Dat heeft ook zijn effect
gehad, het aantal verkeersdoden is naar beneden gegaan, nog
lang niet voldoende overigens. Daar hebben wij ook geld voor
gekregen, daar zijn middelen voor ter beschikking gesteld. Wij
kunnen lopende dat traject niet zo maar zeggen: daar stoppen we
nu mee. Bovendien die middelen, die we dan hebben, zouden we
dan ook niet meer mogen gebruiken voor andere zaken. Dus dat
houdt op
U zegt dat er verder een discussie moet plaatsvinden in de
gemeenteraad om meer invloed uit te oefenen op de kaders en
keuzes met betrekking tot de politie en het veiligheidsbeleid
in de gemeente. Ik ben het daar volstrekt mee eens.
De heer Zwart zei dat de commissievergadering in september
teleurstellend was verlopen. Ik deel die mening zeer. Ik vond
het een uitermate teleurstellende bijeenkomst en ik denk dat we
ons daar allemaal wat van moeten aantrekken.
Op dit ogenblik is het beleidsplan voor 2004 is vastgesteld.
Ook het regionaal beleidsplan is vastgesteld, waar natuurlijk
midden Friesland, waar Leeuwarden onder valt, een onderdeel van
is. Maar ik kan mij voorstellen dat wij zo snel mogelijk in het
komend jaar, in 2004, weer een discussie over beginnen, juist
om op tijd te zijn met die discussie voor het volgende beleids
plan. Dan zouden we ook met elkaar kunnen verkennen waar de
prioriteiten liggen en waar wij met name als gemeente onze
invloed zouden kunnen uitoefenen.
Nog een paar opmerkingen ten aanzien van de heer Jacobse. Ik
denk dat wij misschien het nooit eens zullen worden over de rol
van ouders, de rol die ouders zouden moeten spelen als het dus
gaat over de opvoeding, het jongerenbeleid, wat dies meer zij
Ik ben en blijf van mening dat ouders de allereerste en de
allerbelangrijkste verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van
de opvoeding van hun kinderen, dat zult u ongetwijfeld delen.
Het tweede vind ik dat ook wanneer dingen fout gaan, dus daar
waar je kunt zeggen, en die wijken hebben we dus in Leeuwarden,
waar jongeren ontzettend veel overlast veroorzaken, dat ook
daar de ouders aangesproken moeten worden. En ook daar de
ouders uitgenodigd moeten worden om mee te praten over de
problemen die zijn ontstaan o.a. door hun kinderen en dat wij
ook hen daar op aan willen spreken. Als je dat niet meer doet,
dan betekent het dat je daarmee een kans mist om die mensen nog
eens te attenderen op hun verantwoordelijkheid, maar ook nog
eens mee te nemen in een positieve richting.
U hebt ook gezegd en dat verwonderd me zeer: "allochtonen
worden niet aangesproken"Ik begrijp niet waar die uitspraak
op gestoeld is. Het is mij volstrekt onduidelijk, ik kan u wel
zeggen dat in deze gemeente er geen sprake van is dat bepaalde