Blad 101 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 17 december Blad 102 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 17 december De heer Kruithof (PvdA)Ik heb over een aantal van die wijzigingen vragen gesteld. Er blijven 2 over, waar ik be zwaar tegen heb dat ze op zo'n manier aan ons worden voor gelegd. Ik wil de wethouder vragen om die nader in de com missie te brengen. Het betreft voorstel 2, organisatie aanpassing sector Mili eu op bladzijde 8. Daar wordt een uitbreiding van formatie voorgesteld, wel structureel door het Ministerie van VROM betaald, maar er wordt ook nog 0,5 fte vrije vacatureruimte voor gebruikt. Wij vinden dat dit voorstel als uitbreiding van de formatie in elk geval niet thuishoort in een begro tingswijziging, die op deze manier wordt gepresenteerd. Het tweede voorstel is voorstel 24 op bladzijde 13, inves teringen ten bate van tekeningenbeheerkadastrale gegevens en geografische basisregistratie adressen (GIV)Er staat dat er in de perspectiefronde geen middelen voor beschik baar zijn gesteld en dat heeft ons verbaasd, want in de zelfde tijd dat er bij de begroting helemaal geen geld er gens voor te vinden was en er ontzettend krapte was, is het college erin geslaagd om nog genoeg investeringsgeld te vinden om dingen, die wij in eerste instantie afgewezen hadden, toch door te voeren. Ik wou daarom deze twee punten in commissieverband bespreken. De hear Posthumus FNPIt giet my om punt 26: Diverse aan- en verkopen. Dit jier hawwe der advertinsjes yn de krante stien fan de ferkeap fan huzen en pleatsen fan de gemeente, ek noch my moaie foto's derby. Wy hawwe der yn- formaasje oer krigen en dêr die ut bliken dat de pleats oan de Pündyk in Wytgaard foar mar leafst 1 miljoen euro kocht is troch de gemeente en foar 400. C00 euro wer ferkocht, dit jier. De gemeente is der dus 600.000 euro by yn sketten. Dat is fansels in grut bedrach in dizze tiid. Graach in re- aksje De heer Krol (weth)Ten eerste, u hebt natuurlijk al be grepen, dat dit een achterstallig onderhoud is wat niet tot de normale wijkwijze zou moeten behoren. Wij zullen ook zorgen dat er een andere procedure komt, die sneller werkt, en proberen begrotingswijzigingen te koppelen aan raads voorstellen, zodat dat meteen wordt geregeld, en we dit ge doe niet meer krijgen, ook niet van maanden terug. We trek ken ons dat zelf aan dat dat niet meer op deze manier moet. Ten tweede, de heer Kruithof heeft ten dele gelijk, want met betrekking tot het milieuverhaallaat ik het zo maar noemen, is mij verzekerd, dat dat zowel in college als in de raad, maar ook in de commissie aan de orde is geweest. Dat was al maanden terug, maar dit is niet iets wat plotse ling wordt voorgesteld. Ik denk dat het goed is dat we de zaken niet over doen, maar dat dit een heel normaal gegeven is Het andere deel van het verhaal kan ik mij voorstellen. Dat is een voorstel dat wij u doen bij een begrotingswijziging. Het is niet in de commissie geweest en we stellen het op deze manier aan u voor. Wij hebben gemeend dat we het op deze manier kunnen doen, omdat we vinden dat het dermate belangrijk is, ook voor de dienstverlening naar de burgers toe, dat we intern een oplossing gevonden hebben en dat op deze manier aan u voor kunnen stellen. We kunnen het nog wel een keer in de commissie doen en als u dat wilt dan doen we dat, maar ik zou, gelet op de effectiviteit, de dienstverlening en de manier waarop er nu gewerkt wordt, uw clementie willen vragen om het toch even op deze manier af te handelen, zodat we op een prettige manier verder kunnen. Dan kom ik bij de PQndyk, meneer Posthumus, ikweet daar niets van. Ik zeg u toe dat ik dat zo snel mogelijk laat weten hoe dat in elkaar zit. Ik overval waarschijnlijk ook de wethouder Vastgoed hiermee, dus we gaan dat met elkaar uitzoeken en u krijgt daar bericht over. Hier gaat het om een begrotingswijziging, die gestoeld is op besluiten van de raad die we op deze manier doorvoeren en het technische verhaal ken ik op dit moment niet, dus wat mij betreft krijgt u in de eerste week van januari een e-mail. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college. De Voorzitter: Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de agenda en dat betekent dat we nu de droeve plicht hebben om afscheid te nemen van de heer Roekiman. Meneer Roekiman, wij nemen vanavond afscheid van u als raadslid van de gemeente Leeuwarden. Daar staan we even bij stil, want u bent niet een raadslid waar we zo aan voorbij kunnen gaan. Dat heeft te maken met de manier waarop u al tijd gewerkt heeft en dat heeft ook te maken met het feit dat u natuurlijk al behoorlijk lang in deze raad doende bent. U bent in 1993 lid geworden van de PAL/GL-fractie en in 1994 heeft men u al rijp gevonden om lid te worden van de gemeenteraad. En dat betekent dat u zich in eigen gele deren al bewezen had en ze hadden er ook gelijk in dat u een goed raadslid zou kunnen zijn. Dat bent u ook geweest. U hebt in die periode dat u in de raad van Leeuwarden zat, gemanifesteerd als een uitermate gedreven kritisch en ook fanatiek politicus. Dat past ook helemaal bij u. U was een snelle denker, u had de politiek implicaties altijd heel snel in de gaten naar welke kant het op zou gaan en wat de springende punten waren in het politieke debat. U kon de meningsverschillen ook heel scherp analyseren en u hebt Blad 99 Blad 100 Verslag van de raadsvergadering van 15 en 17 december Verslag van de raadsvergadering van 15 en 17 december handeld en wie er niet was heeft iets gemist, zou je bijna denken. In de discussies werd duidelijk dat de raad en het college in het duale stelsel nog zoekende zijn, over wat er precies in de financiële verordening moet worden opgenomen op basis waarvan in andere documenten, zoals de begroting, invulling kan worden gegeven aan de begrippen die horen bij planning en control, sturen, beheersen, verantwoorden en controle. Met daarbij uiteraard de rolverdeling tussen raad enerzijds en college anderzijds. Kortom we bevinden ons nog in een ontwikkelingstraject. Dat betekent ook dat we stap voor stap verbeteringen zullen moeten maken. Het is logisch dat de raad en het college dat in de Cie. van de Rekening verder zullen doen en dat we de argumenten en voors en te- gens zullen uitwisselen. Ten aanzien van de paragrafen, dit zullen we op 7 januari zullen bespreken. Voor de CDA-fractie betekent dit dat wij nu akkoord gaan met deze verordening, maar dat betekent niet dat wij dit nu definitief voor een aantal jaren vaststellen. Bijstelling van de verordening, afhankelijk van de resultaten van de besprekingen in de Cie. van de Rekening zullen mogelijk lei den tot hier en daar een aanpassing van deze verordening. Mevrouw Crijns (D66)In de commissies zijn vele opmerkin gen gemaakt, het stuk is ook een keer teruggegaan naar het college en ook wij hebben gezegd: laten we de komende jaren nou maar via trial en arror proberen deze toch wel hele belangrijke verordening voor de raad eventueel bij stellen. Laten we nu maar even door dit punt heen bijten, daar zij we heel erg diep op ingegaan. We willen ons inderdaad niet vastleggen op een heel definitief stuk, maar toch ook kij ken wat de praktijk de komende periode nog gaat opleveren, waarbij ook de discussies van de eerste twee maanden heel belangrijk zullen zijn. Daarbij sluit ik mijn aan bij me vrouw de Vries van de WD-fractie. De heer Krol (weth.): Het is inderdaad twee keer in de com missie geweest en hier ligt het resultaat. Bovendien is daar mondeling aan toezegging aan toegevoegd, één en ander maal zeg ik u, want we hebben daar wel eens vaker over ge sproken, dat het college volkomen bereid is in een open discussie met u te gaan praten over hoe u de programmabe groting inricht, inclusief alles erop en eraan. Het is uw programmabegroting, maar het moet natuurlijk uitvoerbaar zijn, daarom wil het college hierover graag een discussie met u voeren over hoe we dat zullen inrichten en of het vervolgens uitvoerbaar is. Daaromtrent hebben wij elkaar ieder keer kunnen vinden dat dat zou gaan gebeuren in de Cie. van de Rekening. Dat is een inspanning die we gezamen lijk moeten plegen en naarmate die commissie vaker bij el kaar komt, komen we er sneller uit. Ik ben blij dat ik nu hoor dat op 7 januari de eerste bijeenkomst is. Wij zullen er voor zorgen dat we er zijn. Ik denk dat u qua voorberei ding waarschijnlijk ook al een behoorlijk stuk werk gedaan hebt, want ik heb een aantal concepten gezien van ideeën. Ik denk dat wij er ook ideeën over hebben en dan komen we er wel uit. Wel is het zo dat we vóór 1 april moeten weten hoe de pro grammabegroting 2005 eruit moet zien, anders is het onwerk baar. Dat is een soort deadline voor de programmabegroting 2005. Wat mij betreft kunnen we samen dat proces in. Ik heb ook iedere keer gezegd dat die discussie onbevredigend is, dat geldt ook voor onze kant. Wij willen graag op een goeie manier spijkers met koppen slaan, wat dat betreft zijn wij als was met uw handen. Mevrouw De Vries (WD) Ik vind het antwoord wel weer teke nend voor de hele discussie. Het zijn open discussies en wat wij van het college gewoon gevraagd hebben is heel con creet of er goed voorbereide stukken komen te liggen voor dat wij die discussie aangaan. In afgelopen periode is ge bleken dat dat er vaak niet is en er wordt wat in dat blau we hinein gepraat en dan komen we er niet. Ik heb een hele concrete vraag gesteld en daar heb ik nog geen antwoord op, volgens mij De heer Krol (weth.): Ik wil daar best kort op antwoorden. Wij zullen onze inspanningen leveren. (Mevrouw De Vries: Wij zullen onze inspanningen ook leve ren, maar dan verwacht ik ook een heel concreet stuk en een welwillende houding en niet dat er achterover wordt ge leund. Ik garandeer u niet dat we er vóór 1 maart uit zijn. We moeten er in ieder geval vóór 1 april uit zijn en als het vóór 1 maart kan, dan is mij dat lief, want dan weten we een maand eerder waar we aan toe zijn. Onze inspanning zal er op gericht zijn zo snel mogelijk, wat mij betreft vóór 1 februari, maar daar hebben we de medewerking van u ook voor nodig (Mevrouw De Vries: Die medewerking heeft u in ieder geval. Ik ben tevreden over deze toezegging De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college, met inachtneming van de toe zegging van het college. Punt 18 Wijzigen van de concernbegroting voor het dienstjaar 2003.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2003 | | pagina 26