Blad 18
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2004
In mijn hele bestuurlijke carrière zijn er twee constanten:
te weten bestuurlijke reorganisatie en ruimtelijke orde
ning. Over dat laatste sprak ik al. Nu een paar woorden
over bestuurlijke reorganisatie.
Vanaf het wetsontwerp "het Gewest Groot Amsterdam" van mi
nister Beernink, dat in 1970 door de Raad van Wormer wal
gend ter zijde werd geschoven, heb ik vele voorstellen zien
passeren
Een bestuurlijke herindeling met 17 provincies, één met 45
gewesten, later werden het er 56; stadsprovincies; z.g. Bon
regio's; grootschalige gemeentelijke herindeling; samenwer
king op basis van verlengd lokaal bestuur; ik vergeet vast
nog een paar varianten.
Over deze en andere voorstellen is meer dan 35 jaar gespro
ken, vergaderd, geschreven, ruzie gemaakt om daarna alles
weer in de prullenbak te stoppen en opgewekt met een nieuwe
variant te beginnen.
Herman Tjeenk Willink schreef in het vorige week verschenen
Jaarverslag van de Raad van State: "Het is opmerkelijk hoe
weinig aandacht bij bestuurlijke en ambtelijke vernieuwing
aan de definiëring van de problemen wordt geschonken en hoe
weinig wordt nagedacht over wie de problemen nu daadwerke
lijk ondervinden. Zonder heldere probleemdefinitie wordt
elke oplossing een toevalstreffer"
Als we niet kunnen aangeven welk probleem met de voorge
stelde vernieuwing opgelost wordt, wat voor soort bestuur
ders zijn we dan? Stop met de op het eigen functioneren ge
richte rituele dansen.
Dat geldt ook voor de rechtsreeks gekozen burgemeester. Een
door de Raad gekozen burgemeester is een democratisch geko
zen burgemeester. Rechtstreekse gekozen burgemeesters be
vredigen vooral ons verlangen naar theater. Kwaliteit wordt
er niet mee gegarandeerd.
Besturen is geen technocratisch proces. De kern is altijd
weer: hebben we bestuurders die ergens voor gaan? Die de
kar willen trekken vanuit een diepgevoelde overtuiging dat
het er toe doet dat alle burgers zich prettig voelen in hun
stad. En hebben die gemotiveerde bestuurders dan ook vol
doende bevoegdheden en beleidsvrijheid om te doen wat in
die specifieke lokale omstandigheden het juiste is.
De opstand der burgers in 2001, zoals dat wel eens zwaar
overdreven genoemd wordt, vond zijn oorsprong in onvrede
over de dagelijkse leefsituatie in de steden. Waar is de
versterking van dat lokaal bestuur gebleven als een ant
woord op die onvrede?
Blad 19
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2 0 04
Het lokaal bestuur is voor de burger de belangrijkste be
stuurslaag. Regering, maak van dat lokaal bestuur dan ook
het kristallisatiepunt voor de nieuwe politiek en decentra
liseer
Ik stop met die prozaïsche praat over binnenlands bestuur.
De Poolse dichteres Szymborska zei eens: "Bij schoonheid
rust ik uit van lelijkheid". Laat ik dat nu ter harte nemen
en nog even verwijlen bij de Friese kunst en cultuur.
In die twee en half jaar dat ik in Leeuwarden mocht werken
heb ik verschillende absolute hoogtepunten meegemaakt. In
willekeurige volgorde:
het concert van de Leeuwarder Cantorij onder leiding van
dirigent de heer L. Runia,
het Frysk Jeugdorkest o.l.v. Theo Brouwer;
de Johannes Passion van Hoite Pruiksma,
Tryater met King Lear,
en Walther P5
het Noordelijk Filmfestival en nog veel meer, dit is
slechts een greep.
De Friezen en de Leeuwarders zijn gezegend met zo'n rijke
cultuur. De tweetaligheid speelt daar een positieve rol in.
Ik heb het een groot voorrecht gevonden om daar een tijd zo
dicht bij betrokken te mogen zijn.
Vorige week heb ik van de gezamenlijke ondernemers in Leeu
warden een straattegel gekregen met een gedicht door Willem
Abma speciaal voor mij gemaakt. Het gegeven dat er straat-
tegels met gedichten hier liggen hebben wij te danken aan
mijn voor-voor-voorgangerde heer Te Loo, burgemeester van
deze stad, die dat initiatief indertijd genomen heeft. Ik
ben heel blij met die straattegels, het geeft aan dat ook
onze ondernemers kunstzinnig en erudiet zijn.
Ik heb zo-even gesproken over de stad als concentratiepunt
van cultuur en voorzieningen; maar het is ook een toe
vluchtsoord voor kwetsbare eenlingen, zoals we er zoveel
hebben.
Daar gaat het gedicht over. Ik neem de vrijheid dat hier
voor te dragen in de Friese taalIk weet dat het een dood
zonde is om dat niet te vertalen, maar het zou kunnen zijn,
als u goed luistert, dat u het toch wel begrijpt.
Stêd
Tüzenen oan tüzenen foarbij
In eachopslach in amerij
In wif haldfêst yn it ferlitten