Blad 6
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2 0 04
Punt 4
Toespraak van gemeentesecretaris de heer C.H.J. Brugman
Margreeth, Hans, verdere familie, dames en heren,
"Als we niet willen investeren in een goed sociaal pedago
gisch klimaat voor met name jongeren uit kwetsbare gezin
nen, dan hebben we geen recht van spreken. Dan moeten we
pretentieuze woorden als waarden en normen maar niet meer
in de mond nemen." Aldus drukte Margreeth de Boer zich uit
in de Volkskrant, toen zij zich in de kerstvakantie van
2002 zat te vervelen en een haar onwelgevallig artikel van
Joost Zwagerman tegenkwam.
Ik kom niet vaak tegen dat bestuurders met een lange en in
drukwekkende loopbaan zo krachtig neerzetten dat de arri-
vées in onze samenleving oog moeten hebben voor de ontwik
keling van kwetsbare jongeren. Jij doet dat wel en ook bij
herhaling. Deze week zelfs nog en je meldde er, onder ver
wijzing naar je leeftijd (dat is voor anderen een gevoelig
punt om aan te stippen), bij dat jij het mocht zeggen.
Dames en heren, Margreeth de Boer is een opvallend bestuur
der en een bijzonder mens en daarom is het mij een groot
genoegen dat ik hier de unieke kans krijg haar eens wat
breder te ontleden.
Margreeth, allereerst zou ik iets willen zeggen over je
voortdurende strijd tegen overbodig woordgebruik, vooral
als de boodschap inhoudsloos is. Je verzet je tegen amorfe,
onduidelijke redeneringen en structuren en tegen vage ver
antwoordelijkheden. Het gaat je altijd weer om de mensen en
wat zij doen, wat zij voelen en hoe zij verantwoordelijkhe
den dragen. Bestuurders met een gezicht, herkenbaar en aan
spreekbaar, voor jou doodnormaal maar vaak ligt het anders.
Voor de Raad van Openbaar Bestuur gaf de in Amsterdam be
noemde Amerikaanse hoogleraar James Kennedy zijn eerste ob
servaties van de Nederlandse politieke retoriek. Hij gaf
aan dat in het politieke debat werkwoorden vaak passief
worden gebruikt. Zo heeft de commissie Elzinga het bijvoor
beeld over "de eisen die aan de democratie worden gesteld"
zonder te vermelden wie die eisen stelt en wat de inhoud
daarvan is. En zo wordt in een bestuurskundig essay gepoogd
een passende motivering voor de gekozen burgemeester te
vinden: "Tijden veranderen. En met de veranderende tijd
geest is de vraag actueler geworden of de huidige vorm van
Kroonbenoeming wel past in de nagestreefde grotere gemeen
telijke zelfstandigheid".
Blad 7
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2 0 04
Het lijkt wel, zo stelde Kennedy, "alsof Nederlandse elites
zijn overgeleverd aan krachten die hen te boven gaan". Het
is duidelijk: zit het even tegen dan is er altijd wel weer
een onpersoonlijke macht aan te duiden waaraan het ligt
maar nooit ligt het aan de wijze van besturen. En de oplos
sing wordt gevonden in de vlucht naar voren door het bestel
aan te passen.
Vermoedelijk heeft prof. Kennedy nog geen kennis met je ge
maakt, anders was je ongetwijfeld in een voetnoot opgevoerd
als een Nederlandse bestuurder die de uitzondering vormt op
deze analyse. Je hebt niet voor niets weinig op met de
krampachtige motiveringen voor de direct gekozen burgemees
ter. Het is een genoegen om te horen en te lezen hoe je in
de regel korte metten maakt met dit soort lariekoekreto-
riek
Margreeth, met de volgende observaties begeef ik mij mis
schien op glad ijs. Maar op zichzelf kan het geen kwaad om
het risiconemend profiel van mijn beroepsgroep eens wat op
te vijzelen, dus vooruit maar. Waarom is het ijs glad? Ik
heb gemerkt dat je buitengewoon alert luistert en waarneemt
als het gaat om persoonlijke beschouwingen. Hoewel je zelf
op relativerende wijze kunt spreken over zaken als ouder
worden en over je bestuurlijke kwaliteiten, moeten derden
zich daar niet al te lichtvaardig aan wagen.
Zo ging ik in de fout toen we in de afgelopen winter met
het college en de directieraad naar Amsterdam togen. Er lag
sneeuw en uiteraard was het trottoir van de Amstelstraat
opgebroken. Terwijl ik naast je liep bood ik in alle on
schuld vriendelijk aan om even te wisselen, zodat je dicht
tegen de gevels op het laatste strookje droog trottoir zou
kunnen lopen. Tot zover niks aan de hand, want dat getuigt
van goede manieren en daar houdt Margreeth van. Maar toen
ik er iets te ondoordacht aan toevoegde dat "ik immers jon
gere benen heb dan jij", was het wel mis. Er werd mij hel
der te verstaan gegeven dat de benen van Margreeth de Boer
nog uitstekend in staat waren om waar dan ook op dat trot
toir uit de voeten te kunnen.
Tijdens de collegevergaderingen was je een sterke, gezag
hebbende voorzitter. Vooral bij moeilijke begrotingsbespre
kingen prees ik mij gelukkig met jouw voorzitterschap.
Cees' Buddingh gaf ooit een mooie typering van het begrip
"debat"Hij zei "een debat is meestal een verhit gesprek,
waarbij twee mensen tegen elkaar praten en naar zichzelf
luisteren". Zoiets gebeurt ook wel eens met vijf wethouders
in een college en dat heet dan een stevig debat. Enerzijds
gaf je de wethouders alle ruimte, maar je zorgde er ook
voor dat de discussie respectvol en met behoud van weder
zijds vertrouwen verliep.