Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2 0 04
Getekend: de Directeur van de Nederlandse Jeugdherberg Cen
trale
Zo begon mijn arbeidzaam leven.
De jeugdherbergcentrale. Hoewel het voor mij een gewone
werkkring was, maakte ik kennis met een wereld die ik niet
kende. Vele weekenden de natuur in; in de zomervakantie Eu
ropa ontdekken
Samen met een voor die tijd ongebruikelijke mengeling van
werkende arbeidersjongeren en uit progressief liberaal mi
lieus voortkomende gymnasiasten en studenten.
Het was zowel de sfeer van de AJC als van de NJN.
Bij geen van beide groepen hoorde ik thuis, maar ik genoot
van de wereld waar ze me mee in contact brachten. De liefde
voor de vrije natuur had ik van thuis wel meegekregen.
Mijn belangstelling voor planologie, architectuur en ste
denbouw ontstond bij de NJHCDaar leerde ik dat ruimte
iets anders is dan leegte. Een grote ruimte, kan volmaakt
gevuld zijn met slechts een enkele takken in een Keulse
pot. Je hoefde geen duur meubilair te hebben om iets mooi
in te richten. Integendeel zelfs.
Er werden in die tijd van de wederopbouw nieuwe jeugdher
bergen gebouwd. De mooiste waren die met een heldere een
voudige structuur. Zonder dat we het wisten hingen we de
principes van het modernisme aan.
Direct buiten de stad begon het open groene land. Amsterdam
en omgeving zag er afgezien van Amsterdam West niet zo an
ders uit als Nescio het beschreef. De stad was nog stad,
dorpen waren nog dorpen en buiten was nog buiten. Een on
derscheid dat we heden ten dage door gebrek aan zorgvuldige
planvorming, steeds meer kwijt raken.
In zijn boek "Waarom vergeten we steeds meer als we ouder
worden" stelt Douwe Draaisma: "De herinnering is als een
hond die gaat liggen waar hij wil"Bij die herinnering van
het ongerepte Noordhollandse landschap en het idyllische
reeds lang verdwenen Opsterlandse riviertje de Wispel zou
ik graag lang willen blijven liggen.
Maar weest u gerust, ik zal meer systematiek in mijn af
scheidsspeech aanbrengen dan alleen de verlangens van mijn
hond te volgen. Ik neem met u slechts een paar van mijn
herinneringen door. Als goede leerling van een "School met
den Bijbel" zal ik daar algemene betekenissen uit trachten
te halen. Ik richt mij met name op mijn ervaringen in en
met het lokaal bestuur. Andere ervaringen heb ik in een an
der verband reeds gememoreerd.
Ik werd volwassen in een burgerlijke verzuilde samenleving.
Scheiding van de sexen was een gegeven. In onze gemeente
lijke zwembaden waren de jongens- (met badmeesters) en
meisjesbaden (met badjuffen) streng gescheiden. Vrije huwe
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 16 april 2 0 04
lijkskeuze was een relatief begrip. Om toestemming te krij
gen waren geloof en maatschappelijke status vaak belangrij
ke ijkpunten, hetgeen van tijd tot tijd tot familiedrama's
kon leiden. En van de Islam hadden we nog nooit gehoord.
In de zestiger jaren veranderde dit alles rigoureus.
Mede door de pil, entree van de televisie werd onze blik
van ons zelf naar buiten gericht. Onder druk van externe
omstandigheden en nieuwe communicatiemiddelen verandert de
maatschappijDit ondanks verzet van geestelijke leiders en
maatschappelijke belanghebbenden. Ook vandaag de dag.
Mijn bouwjaar is van een gelukkige generatie. We waren, met
een variatie op het boek van Christien Brinkgrevelaat
mondig, maar vroeg volwassen. Wij hebben min of meer bewust
de oorlog - de hongerwinter - meegemaakt; maar ook de be
vrijding; de woningnood, maar ook de wederopbouw,-
de armoede, maar ook de welvaart.
Ook al werden we in de termen van Cees Schuyt vaak gehin
derd door "hoogtevrees", we waren "social climbers"!.
De ontdekkingstocht door het leven die ondanks vallen en
opstaan elke keer weer nieuwe inspirerende inzichten en
uitzichten bood, is misschien wel het beste wat een mens
kan overkomen. Je maakt die tocht met je naasten, ouders,
kinderen, partners, vrienden, maar hoe die tocht verloopt,
hangt heel sterk af van de manier waarop je gevormd wordt
in je jongste jaren.
Ik had het grote geluk de juiste ervaringen te hebben.
Ouders die zeer geïnteresseerd waren in de wereld om hen
heen; een hartelijke Friese familie die met hun mooie taal,
hun boeken, het Frysk Sjongboek een contramal verschafte
voor de Amsterdamse cultuur waar we opgroeiden; een jaren
lang lidmaatschap van het elitaire "Jeugd en Muziek"maar
ook van "Jonge Strijd" de jeugdafdeling van het N.V.V. en
zoals gezegd de Jeugdherberg Centrale.
Die invloed van maar ook de spanningen en botsingen tussen
die verschillende werelden hebben mij gevormd. Een mens kan
zich niet beter wensen.
Zijn hier nu ook lessen uit te trekken voor jongeren van
nu? Jongeren die ook te maken hebben met verschillende cul
turen? Dat is gevaarlijk, want de vergelijking gaat groten
deels mank. Maar toch. We beschouwen de ontwikkeling van
jongeren met een buitenlandse afkomst vooral als probleem.
Maar is dat per definitie ook zo? Opgroeien in een gezin
met weinig ontwikkelde ouders, die zich uit angst krampach
tig vasthouden aan hun waarden en normen, is niet eenvou
dig