Blad 79 Blad 80 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 In uw voorstel heeft u de invoering van de nieuwe Wet Werk en Bijstand op een filosofische manier omschreven als: "De centrale overheid geeft het stempelkussen door aan het lokale bestuur, maar het Rijk houdt de inktpot in handen, waardoor gemeenten maar een beperkt aantal stempels kunnen zetten Hiermee is alles al gezegd. De drempel voor het aanvragen van een uitkering wordt met de nieuwe wet*flink verhoogd. Alhoewel in de binnenstad nog wel eens een ambtenaar foldertjes uitdeelt om te vertellen hoe je een uitkering aan moet vragen. Dat staat er even los van. Tegenover het recht hebben op een uitkering staan be hoorlijk wat plichten. Wij vrezen dat de rechten van de mensen in de Bijstand on dergeschoven zullen worden in de nieuwe Wet Werk en Bij stand, waarvan bekend is dat niemand weet hoe deze wet in de toekomst uit zal pakken. Met name als uitkeringsgerechtigden een traject aangaan, is het de vraag of de rechten van de cliënt voor de cliënt en het reintegratiebureau duidelijk genoeg zijn. Cliëntenraden en vakbonden hebben meerdere malen raadsleden geadviseerd om de rechten van bijstandscliënten vast te le gen in een verordening. Hierover komt mijn fractie met de volgende motie: "De Raad van de gemeente Leeuwarden, bijeen op 5 juli 2004, behandelende het Meerjarenbeleidskader Werk en Inkomen,- overwegende dat: de gemeente de intentie heeft te streven naar strikte handhaving en uitvoering om misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijstandswet tegen te gaan cliënten verplicht worden een traject te volgen bij een reïntegratiebedrijf reïntegratiebedrijven onduidelijk zijn in de re gelgeving richting de bijstandsgerechtigden,- draagt het college op in het voorstel voor de WWB- verordening uit te werken en op te nemen: 1. cliënten het keuzerecht van reïntegratiebedrijf moe ten hebben, indien de dienstverlening van het be drijf niet aan het verwachtingspatroon voldoet; 2. cliënten het recht hebben om zich, tijdens keuringen en/of öriënterende gesprekken bij sociale dienst en of reïntegratiebedrijfte laten bijstaan door een vertrouwenspersoon zijnde jurist, begeleider of ie mand uit de kennissenkring; 3. cliënten voorafgaand of tijdens een aangegaan tra ject de vrijheid moeten hebben om zelfstandig/actief naar werk te zoeken, indien zij dit duidelijk vooraf aangeven bij de uitvoeringsinstantie; 4. cliënten op deze rechten te wijzen bij aanvang van het traject; en gaat over tot de orde van de dag." Deze motie is ondertekend door mijzelf namens de LLP- fractie, de heer Stoker namens de CU-fractie en de heer Posthumus namens de FNP-fractie. In het voorstel staat ook dat een aanzuigende werking van potentiële bijstandsgerechtigden uit andere gemeenten ver wacht wordt. Met name de vestiging van opvanginstellingen zouden als oorzaak aangewezen kunnen worden. Het komt re gelmatig voor dat mensen die elders in Friesland dakloos raken doorverwezen worden naar de daklozenopvang in Leeu warden. Omdat Leeuwarden eigenlijk niet alleen voor deze problematiek moet opdraaien heeft wethouder Sluiter onge veer twee jaar geleden geprobeerd om met andere gemeenten tot een oplossing te komen. Zo was de bedoeling dat andere gemeenten postbussen voor daklozen zouden openen, zodat zij in ieder geval in hun eigen gemeente hun uitkering kunnen houden. De raad zou op de hoogte worden gehouden over het verloop van deze onderhandelingen. Tot nu toe hebben wij er niets meer over gehoord. Tijdens de behandeling van dit onderwerp in de commissie stelde ik deze vraag ook, maar het antwoord van wethouder Van Mourik was voor mij niet duidelijk. Vandaar deze vraag opnieuw. Hoe ver staat het met deze onderhandelingen en wat zijn de plannen voor de toekomst? De heer Elzinga (D66)Wij hadden graag net als de PvdA- fractie ook een complimentje willen uitdelen, maar wij heb ben ons een beetje geërgerd, we zijn een beetje gevallen over de cijfermatige onderbouwing. Ik heb geprobeerd te achterhalen welk deel van het bijstandsbestand nu daadwer kelijk in het reïntegratie traject zit. Volgens de ene pa gina wordt beweerd dat het 35% van 50% is en op een ander pagina wordt rustig beweerd dat het 35% is. Dat zijn na tuurlijk behoorlijke verschillen. PEL kwam er onder andere niet achter wat het rendement van de reïntegratietrajecten is. Wij vinden het wat onbevredigend, omdat wij de indruk hebben dat er misschien meer mogelijk is dan uit het stuk blijkt. Daar worden we niet zelden als raadslid op aange sproken, met name door de ID- en WIW-ers. Even terugkomend op dat bijstandsbestand. Als dat een zoda nige dynamiek kent dat net niet in een cijfer te vatten is, moet je dat ook niet proberen. Dan moet je een aantal sce nario's opstellen van wat er zou kunnen gebeuren. Dan kun nen we risico's beter in beeld krijgen en dan kun je ook wat beter onderbouwen waarom een reserve van 1 miljoen euro of daaromtrent nodig is. Blad 81 Blad 82 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 Op dit moment wordt het W-deel voornamelijk aangewend voor ex-ID- en WIW-ers. Dat is even niet anders. Maar wat ons betreft is net als bij de WD-fractie het W-deel bedoeld voor reïntegratie van mensen uit het inkomensdeelNu gaat een te groot deel van het W-deel op aan die ID- en WIW-ers en dat betekent dat er te weinig ruimte is voor loonkosten subsidietoepassingen De ondergrens van 4 00 in het W-deel staat bij ons dan ook bepaald niet vast, want wij willen meer ruimte voor loon kostensubsidie Komen we nog even op een fundamenteel verschil tussen een aantal partijen en volgens mij ook het college. Waar je in derdaad nu een structureel deel van het W-deel aan gaat be steden, zijn dat dan maatschappelijk relevante functies of ga je dat besteden aan mensen die geen perspectief hebben op een regulier betaalde baan. De CDA-fractie laat als ge luid horen dat zij het graag aan de mensen besteedt, be heerders van digitale trapveldjes, buurthuizen enz. Dat zijn volgens ons geen blijvers, die kunnen doorstromen. Hoe denkt u dan die functie in de toekomst te gaan opvullen? Dat is nog even een grote vraag. Wat ons betreft ligt primair de nadruk op maatschappelijk relevante functies, maar ik vermoed dat we er niet aan ont komen dat we een heel klein deel mensen met relatief weinig perspectief toch blijvend zullen gaan financieren uit het W-deel (Mevrouw Dames (CDA): Ik vind dat u niet helemaal rechtlij nig denkt. Aan de ene kant zegt u dat u geen ID-hanen meer wilt, maar juist zo weinig mogelijk gesubsidieerde arbeid, aan de andere kant stelt u aan mij de vraag hoe de mensen van de digitale trapveldjes betaald moeten worden als dat geen ID-baan meer kan zijn. Bent u nu voor ID-banen of bent u nu niet voor ID-banen? Dat vind ik niet geheel duidelijk uit deze bijdrage.) Ik begrijp uw vraag. We zullen er niet aan ontkomen om een aantal maatschappelijk relevante functies op een andere ma nier gefinancierd te krijgen. Dat gaat ons zeker niet op korte termijn lukken, dus vandaar dat wij ermee akkoord gaan dat het W-deel nog enig tijd opgaat aan maatschappe lijk relevante functies. Maar klassenassistenten, om maar eens een voorbeeld te noemen, die nu ook door sommige ID- ers worden vervuld, vinden wij toch iets dat uiteindelijk door het Ministerie van Onderwijs betaald moet gaan worden. Zo lang dat nog niet geregeld is, kan ik mij voorstellen dat we dat uit het W-deel doen, maar structureel moet dat gewoon bij Onderwijs vandaan komen. Voor heel veel van die huidige ID- en WIW-banen moeten we dat toch eens even in beeld brengen. Dat is ook de strekking van de motie van de PvdA-fractievoor welke kunnen we op korte termijn iets regelen, waar moeten we iets structureels voor regelen en waar doen we dat tijdelijk uit het W-deel. De heer Van Mourik (weth.)Het college is blij met de ver schillende opmerkingen die zijn gemaakt. Er zijn ook punten van kritiek geuit. Ik denk dat het goed is om een aantal algemene opmerkingen vooraf te maken. Ten eerste. De mensen die de discussies in de vakbladen volgen, die bijvoorbeeld Binnenlands Bestuur lezen, zal het zijn opgevallen, dat er momenteel landelijk nog hard gekis sebist wordt over het verdeelmodel, waarmee de gelden van de Wet Werk en Bijstand worden verdeeld over de verschil lende gemeenten. Er zijn nadeelgemeenten en voordeelgemeen ten. Tot nu toe zijn de verschillende opties, die landelijk in beeld zijn gebracht, voor de gemeente Leeuwarden min of meer budgettair neutraal uitgepakt. Maar die discussie is nog niet afgerond. Gemeenten, die ten opzichte van de situ atie onder de voormalige Algemene Bijstandswet nu gecon fronteerd worden met een korting van 2 0% op hun budget - dat soort gemeenten zijn er - trekken heel hard aan de bel. Ik sluit niet uit dat in de loop van dit jaar, dat zal in september bekend worden, het verdeelmodel wordt bijgesteld. Dat kan natuurlijk ook consequenties hebben voor de budget ten van de gemeente Leeuwarden en dus ook voor de keuzes die we kunnen maken. Ik denk dat die algemene opmerking vooraf cruciaal is. Verschillende partijen hebben aangege ven dat ze de vrijheid willen hebben om op keuzes terug te kunnen komen, op het moment dat bijvoorbeeld blijkt dat een bepaald instrument succesvol is en andere instrumenten min der succesvol zijn. Ik denk dat dat een terechte opmerking is. Het college behoudt zich uiteraard het recht voor om terug te komen op nu te maken keuzes, op het moment dat blijkt dat de budgetten niet toereikend zijn. We hebben in ons Meerjarenperspectief geen rekening gehouden met uitzet ting van de gelden voor de Sociale Zekerheid. Een gemeente als Leeuwarden, die een dikke miljoen euro structureel zelf bijvoorbeeld in minimabeleid steekt en dat soort zaken, be steedt een fors deel eigen middelen aan de sociale zeker heid. Met een uitbouw van dat eigen deel is in ons Meerja renperspectief geen rekening gehouden. Dus alles, wat dat betreft is het een heel overzichtelijke discussie, alles waar we over praten en alles wat op ons af komt moet binnen de budgetten worden opgelost, zoals die nu aan de raad zijn voorgelegd. Daar bestaan natuurlijk uitzonderingen op. Ik doel dan op de oplossing die u vorig jaar na heel veel discussie hebt gecreëerd met betrekking tot de stadswachten. Toen heb ik u gezegd dat wij een deel van het eigen budget gaan inzetten om een oplossing te creëren voor de stadswachten. Zonder dat budget was die oplossing niet gerealiseerd. Maar het toont wel, dat te gemakkelijk roepen dat het college met oplossingen moet komen, binnen de systematiek van de WWB en binnen de randvoorwaarden die wij daarbij moeten aanhouden, ook nationaal, wij niet altijd, of heel vaak niet, met ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2004 | | pagina 21