Blad 23 Blad 24 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 pear jier ferlyn. Doe is Eringa midden yn de termyn de wacht oansein en wy stean no yn de sitewaasje dat it kon- trakt dochs ofrun is. De rjochter sil no de termyn respek- tearje en yn alle gefallen tastean dat der gjin werbenea- ming plakfynt. In wurkjouwer hat dat rjocht ommers. Der is in lytse kans dat Eringa gelyk kriget en dan sil sy in skeafergoeding krije. Mar it is de fraach at om de sinte raasje demokratyske beslütfoarming oan de kant reage wurde moatOars komt de oerheid net geloofweardich oer. Dêrom ek stypje wy de moasje fan de PvdA-fraksje Fierder sil ik noch in amendemint yntsjinje dat amtners, dy't goed funksjonearjenet nei 10 jier üntslein wurde. Wy wolle net dat amtners, dy't goed funksjonearje, oan de kant setten wurde. Oars moatte alle amtners bliede fanwege dizze kwestje en nei 5 of 10 jier, wylst sy goed funksjonearje oan de dyk setten wurde. Dat is in ridikül ütstel fan it kolleezje "De ried fan de Gemeente Ljouwert, byelkoar_op moandei 5 july 2004, dy't' it beneamingsbeslüt Bütengewoane Amtners fan de Boargerlike Stan (BABSen) besprekt, Oerweagjende dat: it funksjonearjen fan BABSen gjin streekrjochte re- laasje hat mei de termyn dat sy yn dy funksje oan it wurk binne; - by de measte organisaasjes it de gewoante is om by arbeidsrjochterlike situaasjes it ferlingen fan ar- beidskontrakten te dwaan op basis fan it funksjo nearjen en it foldwaan oan de easken dy't oan it wurk steld wurde; it de gemeente ekstra ynspanning en jild kostet om as ferfanging fan faak goed funksjonearjende trou- amtners wer nije te finen en yn te wurkjen; draacht it kolleezje op: it ferlingen fan kontrakten fan BABSen op basis fan it funksjonearjen te regeljen, en net op basis fan in be- neamingstermyn fan 2x5 jier,- en giet oer ta de oarder fan de dei." De moasje is ündertekene troch mysels. De heer Krol (weth.)Het is mijn bedoeling om nog één keer uit te leggen waarom het college gedaan heeft zoals het ge daan heeft aangaande het voorstel, dat nu aan de orde is. Ik heb ook begrepen dat de inhoudelijke bijdragen dusdanig zijn dat ik niet de illusie heb dat ik nog meningen zou kunnen veranderen, maar het is denk ik toch goed om nog één keer voor het voetlicht te brengen waarom het college op deze manier gehandeld heeft. In maart 2002 is door het college het besluit genomen om mevrouw Eringa te ontslaan met de bedoeling in beroep te gaan en een gang naar de Rechtbank mogelijk te maken. Wij hadden daarbij de bedoeling dat er ook inhoudelijk getoetst zou kunnen worden, waardoor er een einde zou komen aan deze kwestie. Dat was dus niet een nieuw besluit als zodanig, maar een herhaling van het besluit dat nodig was om in be roep te kunnen gaan of het mogelijk te maken dat mevrouw Eringa in beroep zou kunnen gaan. Ik denk dat daarom ook het misverstand ontstond met de PAL/GL-fractie aangaande het nieuwe besluit van maart 2002. In het memo heb ik ge tracht om dat nog een keer duidelijk te maken. Toen vervolgens de Rechtbank de uitspraak deed dat mevrouw Eringa in het gelijk werd gesteld, weliswaar niet op inhou delijke gronden maar wel op arbeidsrechtelijke gronden, heeft het college besloten om mevrouw Eringa de benoeming, die normaliter duurde tot 1 januari 2005, te continueren, gelet op de uitspraak van de Rechtbank. Vervolgens waren wij bezig om een aantal beleidsuitgangs punten te formuleren met betrekking tot trouwambtenaren en kwam de vraag naar voren wat te doen per 1 januari 2005, mede gelet op het feit dat er een uitspraak lag van de Rechtbank betreffende het ambtenaar zijn en gelet op de vraag dat er inhoudelijk nog steeds niet getoetst was. De afweging om mevrouw Eringa op dezelfde manier te behan delen als de overige zittende BABSen, die wel een huwelijk van personen met hetzelfde geslacht willen voltrekken, is een puur pragmatische geweest. Dat heb ik ook verteld in de commissievergadering. Wij hebben ons een aantal vragen gesteld: - Willen we opnieuw een langdurige procedure, waarbij de uitkomst niet op voorhand in ons voordeel zou kunnen uit vallen? - Willen wij opnieuw daar ambtelijke inzet en financiële middelen voor beschikbaar stellen? Het is al gememoreerd, de vorige keer al met al 1 ton, inclusief de schadever goeding - Willen wij opnieuw op deze manier ons profileren, gelet ook op het imago dat daaromtrent ook aan de orde was. Uiteindelijk hebben wij de volgende afweging gemaakt. En ik kan u zeggen dat dit een moeilijke afweging is geweest voor het college, daar hebben wij een aantal collegevergaderin gen over gedaan, omdat individuele collegeleden op zich niet van standpunt zijn veranderd. Wij hebben daar uitein delijk van gezegd, dat wij de vragen, die ik zonet naar vo ren heb gebracht, uiteindelijk met 'nee' beantwoorden, om dat er een aantal juridische aspecten toch wel een rol heb ben gespeeld en wij niet zomaar over één nacht ijs zijn ge gaan Ik wil u een aantal juridisch inhoudelijke aspecten noemen, zonder daarover een oordeel uit te spreken, maar wel dat ze een rol spelen in de afweging van het college. Blad 25 Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 Verslag van de raadsvergadering van 5 en 7 juli 2004 1. Er is artikel 125a van de Ambtenarenwet en dat zegt: 'een ambtenaar dient zich te onthouden van het uitoefe nen van bepaalde grondrechten die de uitoefening van de functie of de goede functionering van de openbare dienst in redelijkheid niet zou zijn verzekerd' 2. Naar ons gevoel ging het om een grondrecht, het belij den van de godsdienst en de praktische toepassing daar van was in het geding. 3. Indien er binnen de dienst ruimte is voor vervanging, dan moet van die mogelijkheid gebruik worden gemaakt. Dat is een uitspraak van de Centrale Commissie van Be roep in relatie tot de uitspraak van brugwachters, die op zondag wel of niet wilden werken. 4 Dan is er de Commissie Gelijke Behandeling door een aantal van u naar voren gehaald, uitspraak Leeuwarden en Hattum. 'Wanneer er voldoende BABSen zijn is het ob jectief niet gerechtvaardigd om indirect onderscheid te maken en de betreffende BABS op te dragen een bepaald huwelijk te voltrekken'Bij Hattum bleek dit ook voor de nieuw te benoemen BABS te gelden. Nogmaals, ik doe geen uitspraak over de inhoud en wat wij daarvan vin den, wel dat dit een gegeven was waar wij rekening mee hielden toen wij de afweging maakten wel in beroep te gaan of op dezelfde manier de zittende BABS te behande len. 5. De gemeente Leeuwarden heeft voldoende BABSen om op elk moment een huwelijk te voltrekken of een partnerschap registratie uit te voeren. Voormalige staatssecretaris sen Cohen en Kalsbeek, indieners van het wetsontwerp homohuwelijk, hebben geadviseerd: ga er praktisch mee om. De Rechtbank van Leeuwarden heeft gezegd, in het beroep dat mevrouw Eringa had ingesteld, waar weliswaar geen inhoudelijke toetsing op heeft plaatsgevonden, dat bij weigering opnieuw te benoemen zal worden beoordeeld of verweerder (dat is de gemeente) binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling is gebleven. Let wel, de gemeente is vrij om beleid te bepalen, maar de afwe ging van diverse belangen dient in redelijkheid te heb ben plaatsgevonden. 6. Dan is er tot slot de uitspraak van de externe advi seur, waarvan een aantal van u zegt dat die dun is en dat zegt betrokkene ook zelf, hoewel er geen andere ju risprudentie op dit moment te vinden is, dat het niet zeker is dat de een of de ander wint en hij gaat uit van een percentage fifty-fifty. Dan brand je je in ie der geval niet aan koud water. Bovengenoemde uitspraken, overwegingen, wat je er ook van moge denken, zijn voor het college aanleiding geweest om te zeggen: stop er mee! Wij gaan mevrouw Eringa op dezelfde manier behandelen als zittende BABSen, een periode van maximaal nog tien jaar en dan is het over, zoals het ook over is voor alle overige BABSen. Dat heeft dus niks te ma ken met dat principe als zodanig. Dat is kort en goed nog een keer geformuleerd, heel zake lijk pragmatisch, de overweging geweest van het college, waarbij dus nog een keer inhoudelijk collegeleden niet van mening zijn veranderd. Dan nog een paar opmerkingen die gemaakt zijn. BABS is inderdaad geen erebaantje meer, dat is het ooit in het verleden geweest. Tegenwoordig is het wel een ambte naarschap waar veel voldoening uit te halen valt, dat geldt overigens ook voor het overige werk van ambtenaren, maar dat er veel tijd in gestopt moet worden en dat daar rela tief weinig vergoeding tegenover staat. Dus erebaantje hoe ven wij het niet meer over te hebben, er moet hard gewerkt worden. Wij hebben op dit moment kwalitatief goede trouw ambtenaren en dat willen wij ook zo houden. Vandaar dat wij gezegd hebben, mijnheer Posthumus, wij willen niet meer dat ambtenaren op hun 30-ste benoemd worden en tot hun 70-ste door kunnen gaan en steeds na 5 jaar opnieuw benoemd worden als ze goed functioneren. Er komt een moment dat er verver sing nodig is. Los van deze hele principiële zaak, die nu aan de orde is, hebben wij geconcludeerd in het college dat het verstandig zou zijn dat na 10 jaar een zekere verver sing, vervanging, plaatsvindt, zodat het ook voor trouwpa ren aantrekkelijk blijft om hier in Leeuwarden te kunnen trouwen. Daar hebben wij het over, want dat staat ons voor ogen Mevrouw Crijns vraagt hoe deze wethouder met een en ander om zou dan wel wil gaan. Ik heb u al eens eerder uitgelegd dat ik uitspraken tot nu toe van de raad heb uitgevoerd op een loyale manier. Ik heb dat ook aangegeven toen ik begon als wethouder, anders had ik er niet aan moeten beginnen, mede gelet op het punt dat wij hier bespreken. Ik denk dat dat voldoende gebleken is en dat waarborgen daaromtrent er wel zijn, mede gelet op het feit dat ik uitstekende colle ga's naast mij heb. Maar mocht de burgemeester mij werk uit handen willen nemen, dan is dat altijd welkom. Ik denk dat ik ben ingegaan op de motie van de heer Posthu mus dat die 10 jaar niet gebaseerd is op het inhoudelijke standpunt, dat het te maken heeft met het feit van verver sing en dat wij de kwaliteit hoog willen houden. Dus wat dat betreft hebben wij geen behoefte aan die motie. De motie van mevrouw Dikken. Ik denk dat het duidelijk is hoe wij daarover denken. De motie van de heer Stoker. Ik denk dat het ook daarom trent helder is dat de meerderheid van het college, want het minderheidsstandpunt dat ik inneem geldt alleen nieuwe

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2004 | | pagina 7