o>
Blad 55
Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004
Blad 56
Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004
De Voorzitter: Aan de orde is de
de CDA-fractie.
stemming over het amendement van
Het amendement van de heer Tamminga namens de CDA-fractie, meeon
dertekend door de heer Posthumus namens de FNP-fractie wordt aan
genomen met algemene stemmen.
De Voorzitter: Aan de orde is het voorstel van het college "Ge
meentelijk Rioleringsplan".
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel va het college, met de aantekening dat de leden van de
fractie van D66 geacht wil worden te hebben tegengestemd.
Punt 17
Trouwbeleid: Standpuntbepaling inzake de motie van PvdA, PAL Groen
Links, SP en D6 6 met o.a. de opdracht om vast te leggen dat BAB-
SEN, die per 1 januari 2005 in dienst zijn, geen beroep mogen
doen op gewetensbezwaren en alle huwelijken moeten sluiten en
alle partnerschappen moeten registreren.
Mevrouw Dikken (PvdA)De PvdA-fractie is uitermate teleurgesteld
over de gang van zaken rondom het onderwerp trouwambtenaren. Waar
gaat het ons om. In juli hadden we kritiek op het college dat zij,
zonder de raad te raadplegen over een dergelijk politiek beladen
onderwerp, met een nieuw en ander standpunt kwam op grond van een
zwak juridisch advies. Het college koos toen voor een oplossing
die zij praktisch noemde en hield geen rekening met de principiële
uitspraken van de raad, die zij eerder al had gedaan. In nieuwe
juridische adviezen blijkt nu dat juist door dat besluit van fe
bruari 2004 een nieuwe rechtsgang zo goed als onmogelijk wordt,
omdat er bij de trouwambtenaar verwachtingen zijn gewekt, dat zij
kan blijven werken. Dat is voor mijn fractie uitermate zuur. Daar
naast blijkt nu uit het juridische advies dat door de wethouder
verzuimd is een concept rechtspositiebesluit op de goede manier te
toetsen. Het is bijvoorbeeld niet voorgelegd aan het georganiseerd
overleg en er ontbreekt een formeel toetsingskader. Ook is in de
conceptverordening onduidelijk of de plicht om alle paren te trou
wen ook geldt voor een verlenging van het contract. En tenslotte
is het alleen besproken in een werkoverleg.
In de julivergadering zei de wethouder op een vraag van mijdat
hij aannam dat alles op orde was. De wethouder formuleerde dat
toen al voorzichtig. Hij nam aan dat het op orde was. Nu is duide
lijk geworden dat het niet zo is. Leest u de juridische adviezen
er nog maar eens grondig op na.
Dan waar het ons allemaal om begonnen is. Het gaat om de opdracht
aan de overheid om allen gelijk te behandelen, art. 1 van de
Grondwet, tegenover het recht om de geboden van zijn of haar gods
dienst na te leven, art. 6 van de Grondwet. Het gaat dus om de
principiële vraag welke van de 2 grondrechten, gelijke behandeling
of vrijheid van godsdienst (en dus beroepen op gewetensbezwaren)
het zwaarst weegt. De verantwoordelijke wethouder heeft nog een
poging gedaan om in overleg met de advocaat van de trouwambtenaar
die principiële vraag voor te leggen aan de rechter, want daar
zijn twee partijen voor nodig. De bewuste ambtenaar wil niet aan
deze zaak meewerken. Zij kiest volgens haar advocaat voor de ze
kerheid, dus voor het behouden van haar functie, maar door deze
opstelling zal zij altijd tegen het gegeven oplopen dat een meer
derheid in de raad blijft vasthouden aan het standpunt dat de raad
geen trouwambtenaar wil, die niet alle huwelijken sluit. Ook zij
heeft er belang bij dat die principiële vraag beantwoord wordt,
want door een gerechtelijke uitspraak zal dit verschil van mening
beslecht kunnen worden. De PvdA-fractie vindt het onbegrijpelijk
dat zij kiest voor deze lijn.
Tenslotte over de politieke gevolgen. Die vraag is mij de afgelo
pen week zowat elke dag gesteld. Vandaag zelfs nog twee keer door
de pers, want die stelt mij die vraag iedere keer. Wij vonden en
vinden dat alle trouwambtenaren alle huwlijken moeten sluiten. Wij
vinden dit een zeer principieel onderwerp. Wij hadden een juridi
sche procedure nog wel willen aangaan, maar het is ons geen colle
gecrisis waard. Daar is Leeuwarden niet bij gebaat. Wij hebben het
belang van onze gemeente afgewogen tegen het belang van deze zaak.
Het college heeft volgens ons een fout gemaakt door in februari
een besluit te nemen, maar het college was wel gerechtigd dit te
doen.
Conclusie is voor ons dat de PvdA-fractie zich neerlegt bij de
huidige situatie.
Wel dienen wij nog namens een aantal partijen de volgende motie
in.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
bijeen op 11 oktober 2004,
behandelende de brief van het college met daarin de reactie op
de motie over de Buitengewone Ambtenaren van de Burgerlijke
Stand (BABSen)
overwegende dat
de wet die het mogelijk maakt om personen van hetzelfde ge
slacht met elkaar te laten trouwen onduidelijk laat of Bab-
sen op grond van gewetensbezwaren mogen weigeren deze taak
uit te voeren;
het voltallige college in februari 2004 zonder overleg met
de raad een besluit heeft genomen om alle Babsen een con
tractverlenging te geven van twee keer vijf jaar;
het college opnieuw adviezen heeft ingewonnen die precies
aangeven waar de problemen zitten die een rechtsgang bemoei
lijken;
uit deze adviezen blijkt dat het collegebesluit van februari
2004 de kans op een positieve uitspraak van de bestuursrech
ter om Babsen met gewetensbezwaren geen contractverlenging
te hoeven geven heel klein maakt;
Blad 57
Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004
oj.au u a
Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004
- het college derhalve door haar besluit de meerderheid van de
raad in een onmogelijke positie heeft gebracht;
- voor de meerderheid van de raad de principiële vraag nog
steeds niet beantwoord is welk grondrecht de voorkeur heeft,
het grondrecht om niet gediscrimineerd te worden of het
grondrecht om een beroep mogen doen op gewetensbezwaren;
- de betreffende Babs mee zou moeten werken aan een procedure
om daarover tot een uitspraak te komen;
zij dit heeft geweigerd;
spreekt uit:
- dat zij het zeer betreurt dat door deze gang van zaken de
inspanningen om ongelijke behandeling uit te sluiten geen
resultaat hebben gehad;
- dat zij het college opdraagt verdere ongelijke behandeling
en controverse rond het voltrekken van huwelijken te voorko
men;
- dat zij de conclusie trekt dat een verdere rechtsgang niet
haalbaar is;
en gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is ondertekend door mevrouw Dikken namens de PvdA-
fractie, de heer Nicolai namens de PAL/GL-fractie, de heer Kals-
beek namens de SP-fractie, mevrouw Crijns namens de D66-fractie en
mevrouw Van Ulzen van de WD-fractie.
Mevrouw Haitsma (CDA)Wij zijn blij dat we dit hoofdstuk nu kun
nen afronden. We vinden het jammer dat het voor toekomstige ambte
naren nog steeds niet goed is geregeld. De wet had destijds meteen
klare wijn moeten schenken en op alle fronten de positie van hui
dige en toekomstige gewetensbezwaarde Babsen daarin goed moeten
regelen.
Wel waren de opmerkingen van de staatssecretaris bij de behande
ling in de Kamer duidelijk: gemeenten konden dit gewoon praktisch
regelen. Maar goed. Aldus gebeurde niet in Leeuwarden door hard
nekkige vasthoudendheid, laat ik het maar zo noemen, van diverse
partijen.
Na de vorige motie van deze partijen heeft het college geprobeerd
om er voor een ieder zoveel mogelijk winst uit te halen. Als er
dan toch geprocedeerd moest worden, laten we dan proberen om een
principiële uitspraak te krijgen over de kwestie of een ambtenaar
van de burgerlijker stand met succes een beroep kan doen op gewe
tensbezwaren. Dat is niet gelukt, omdat de betreffende ambtenaar
er uiteindelijke vanaf zag om mee te werken aan zo'n procedure.
In de motie van vandaag van de betreffende partijen staat dat de
betreffende Babs mee zou moeten werken aan een procedure om een
principiële uitspraak te verkrijgen. Dat kun je natuurlijk niet zo
zeggen. Daar is en was ze vrij in. Niettemin vinden wij het ook
heel jammer dat ze niet meegewerkt heeft. Ze zou wellicht een be
langrijke bijdrage hebben geleverd aan helderheid, hoe die ook
geweest zou zijn, in de voor haar toch zo belangrijke principiële
kwestie en dat niet alleen voor zichzelf, maar wellicht ook voor
anderen
(Mevrouw Van Ulzen (WD) Hoewel ik het op geen enkel punt met u
eens bent, wil ik in dit geval toch een lans breken voor mevrouw
Eringa. U gaat toch niet verlangen dat iemand dan zelf zijn hoofd
in de strop steekt. Ook zij heeft een rechtspositieIk heb geen
goed woord voor haar houding over, maar dit vind ik onzinnig. Dit
vind ik ook een punt in de motie, waar ik enige afstand van neem.
In uw opwinding heeft u denk ik niet goed naar mij geluisterd. Ik
heb die motie, die u ondertekend heeft, niet ondertekend. Ik zeg
net dat dat fout is in die motie, dat zij het recht heeft om er
niet aan mee te werken. Maar daarom kan ik dat wel betreuren, het
geen u blijkbaar ook doet, gezien de helderheid die er voor ons
was uitgerold.
Trouwens, in die motie staat dat voor een meerderheid van de raad
de principiële vraag niet is beantwoord. Volgens mij is de vraag
voor de gehele raad en voor heel Nederland niet beantwoord, maar
dit terzijde.
In Leeuwarden kunnen we nu toch het boek sluiten daar genoemde
partijen nu eindelijk lijken te berusten in het standpunt van het
college en in de adviezen waarop het besluit van het college mede
rust. Sterker nog, en dat vond ik wel heel aardig in die motie,
men berust er niet alleen in, in de motie noemen ze een beroep op
gewetensbezwaren zelfs al een grondrecht. Dat is een draai van 360
graden die ons buitengemeen verheugt
Ik vraag me wel af waarom partijen nu opeens wel waarde hechten
aan de aan B&W verstrekte adviezen. Deze hebben in ieder geval de
laatste tijd altijd dezelfde strekking gehad. Voor ons gevoel
druipt u met deze motie toch een beetje met de staart tussen de
benen af. Wat er ook van zij, wij zijn wel blij dat u dat doet.
(Mevrouw Dikken (PvdA)De eerste juridische adviezen waren fifty-
fifty, waren een zwak juridisch advies. De advocaat zei zelfs ik
heb niet voldoende tijd, ik heb geen tijd gehad om de jurispruden
tie na te kijken', dus ga nu niet zeggen dat dat goede gedegen
adviezen waren. Volgens mij hebben alle partijen zich erop uitge
sproken dat ze vonden dat het beter had gekund.
Bij de tweede juridische adviezen, toen hebben ze ook een arbeids
kundige gevraagd, is veel dieper ingegaan op de zaak. Daaruit
blijkt, dat heb ik in mijn bijdrage ook gezegd, dat in wezen die
rechtsgang onmogelijk is gemaakt door het collegebesluit van fe
bruari. Nou kunnen wij op een gegeven moment wel zeggen dat wij
doorgaan. Natuurlijk vinden wij het heel vervelend dat wij ons
terug moeten trekken. Wij hadden die principiële vraag graag wil
len voorleggen. Dat wordt ons onmogelijk gemaakt. Dat is in deze
laatste juridische adviezen heel duidelijk geworden. Daar leggen
wij ons dan dus bij neer.)
Ik sloot ook af dat ik heel blij ben.
(Mevrouw Dikken (PvdA)En met de staart tussen de benen vind ik
echt flauwekul.)
Ik ben heel blij dat u dat doet. Ik had het beeld wel voor me. Ik
zie in de nieuwe adviezen niet veel nieuws.
Tenslotte spreken wij de hoop uit dat de wetgever nog steeds de
wet aanpast en daar zullen wij ons best ook voor doen. Het is de