Blad 71 Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004 Alderearst, omdat ferskillende saken lykas de üntsluting en de ferkearsöfwikkeling noch net hielendal düdlik binneTwadsdat stiet ek düdlik omskreaun yn de taakopdracht, omdat it idee be stiet dat de konkrete behoefte op dit stuit noch net sa grut is. De sinjalen, dy't de hear Posthumus neamt, hawwe it kolleezje ek berikt. Portefüljehaldermefrou Waanders, sil 10 novimber mei de betreffende bedriuwen en it bestjoer fan Doarpsbelang oerlis hawwe oer hoe grut dy behoefte is. Op it momint dat it ferlet om konkre te realisaasje fan it bedriuwsterrein yn hege mate urgint is, en der op koarte termyn in oplossing fün wurde kin, bygelyks foar dy üntsluting, dan sil it kolleezje by it fierder meitsjen fan it bestimmingsplan gjin wizigingsfoech opnimme, mar fuortendaliks de bestimming bedriuwsterreinen takenne oan de betreffende perselen. Dus de yntinsje fan it kolleezje is, as der ferlet is en de ünt sluting esfh. kin ek op koarte termyn goed besjoen wurde, om de saak yn ien kear goed te regeljen. As bliken docht dat it ferlet der net is en der dochs mear tükelteammen binne as wy yn earste ynstansje tochten, dan kin der yn dat gefal noch keazen wurde foar in wiziginsfoech, mar dan stiet it de ried frij om by de fêststel- ling fan it bestimmingsplan te sizzen dat sy it dan op dat momint noch goed regelje wolle. Mar de yntinsje fan it kolleezje is in oare As ik no sjoch nei it léste part fan de moasje, dér wurdt frege 'dat der net ütgien wurdt fan wizigingsynstruminten, bygelyks art. 19 prosedueres'Dat sil tink ik art. 11 wêze, it ütwurkjen fan in bestimmingsplan, in frij koarte proseduere. Op dit stuit hat it kolleezje der gjin ferlet fan, omdat ik al sein haw dat wy it noch oan it ündersykjen binne. Ik kin net krekt sizze hokker kant it opgiet. Ik kin wol sizze wat de yntinsje fan it kolleezje is. Tweede termijn De hear Posthumus FNP)Ik haw al oanjün dat it ferlet der echt is. Op basis fan ien telefoantsje waard my dat düdlik, en ek üt de kontakten dy't ik seis yn it doarp haw. Wat de tagong, de oansluting oangiet, wit ik dat dat dykje yn han- nen is fan de hear Reitsma. Dér fait hiel goed oer te praten. Ik bin derfan oertsjüge dat der hiel goede mooglikheden lizze. De heer Van der Wal (PAL/GL)Ik pleit er wel yoor om dit nu in de taakopdracht op te nemen. Er staat ook niet bij hoe groot dat ge bied moet worden, dus er is nog alle ruimte voor het college en de ambtelijke diensten om de behoefte te peilen. Dat is ook toege zegd. Dan blijkt in de bestemmingsplanbehandeling wel hoe we dan handelen. Maar ik pleit er wel voor om dat nu in de taakopdracht op te nemen. De hear Van Mourik (wet.): As de beide oannames fan de hear Post humus klopje, dan wurdt it fuortendaliks regele. Dan wurdt it yn ien kear detailleare opnommen yn it bestimmingsplan troch middel fan in bestimming bedriuwsdoeleinen, ynklusyf oan- en öffier fan it ferkear. Op it momint dat dy saken net helder binne, en bliken Blad 72 Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004 docht dat it ferlet dochs wat minder hurd is as wat dizze jün sein is, en bliken docht dat der problemen binne mei de üntsluting, dan sil keazen wurde foar in wizigingsfoech. De heer Jacobse (LLP)Ik heb er bezwaar tegen dat we iets in een taakopdracht van het bestemmingsplan vaststellen, uitgaande van een economische situatie en de behoefte op dit moment. Op dit mo ment zitten we natuurlijk in een economische recessie en zitten de meeste bedrijven niet te wachten op uitbreidingen. Maar als het gaat om een bestemmingsplan moeten we wat verder vooruit kijken. Ik vind het dus ook logisch dat je dit soort dingen bij een taak opdracht regelt: die richting wil de raad uit. Ik vind dat dit het moment is dat je dat regelt. De Voorzitter: U hebt gehoord dat de wethouder in feite zei, dat als die behoefte er is, het meteen geregeld wordt. Wilt u de motie in stemming brengen? De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie van de FNP-fractie over het bedrijventerrein Wirdum. De motie van de heer Posthumus van de FNP-fractie over het bedrij venterrein Wirdum, meeondertekend door de heer Stoelinga namens de LLP-fractie, de heer Van der Wal namens de PAL/GL-fractie en de heer Stoker namens de CU-fractie wordt aangenomen met algemene stemmen De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van het college 'Taakopdracht voor een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied Wirdum' Het voorstel van het college 'Taakopdracht voor een nieuw bestem mingsplan voor het plangebied Wirdum' wordt aangenomen met algeme ne stemmen, met inachtneming van de aangenomen motie. Punt 22 Vaststellen verordeningen in het kader van de Wet Werk en Bijstand De heer Nicolai (PAL/GL)Wij zijn gekomen bij het sluitstuk van de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) We kunnen als raad niet anders dan de uitvoering van de WWB verder overlaten aan het college en de uitvoerende diensten. Wij zullen controleren op afstand. Uiteindelijk gaat het om de manier van uitvoering. Die bepaalt de rechtvaardigheid en de werkzaamheid van de wet. De PAL/GL-fractie gaat ervan uit dat de uitvoerders van de wet deze zo constructief, positief en optimistisch mogelijk zullen uitvoeren. Wij pleiten voor een correcte opstelling van de over heid. De overheid kan gezien de voorliggende verordeningen veel corrigeren, afstraffen en een geloofwaardige overheid heeft dat soms ook nodig. De PAL/GL-fractie wil echter wel dat de nadruk zal blijven liggen op het stimuleren en emanciperen van burgers in de bijstand. Door Blad 73 Blad 74 Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004 Verslag van de raadsvergadering van 11 en 13 oktober 2004 afstraffen en stigmatiseren kan het juist verhinderd worden. Wij zijn voor een duidelijke, maar ook een vriendelijke overheid. Vriendelijk en duidelijk zijn is soms moeilijk, maar voor een pro fessionele dienst mag dat geen bezwaar zijn. De kwaliteit van de verordening is belangrijk, maar het is ook van papier. De inzet van cliënten, ambtenaren en reïntegratiebureau is eigenlijk veel belangrijker. Daarom vinden wij het een eigen keuze maken in reïntegratiebureaus en grip kunnen houden op het eigen reïntegratietrajeet ook zo belangrijk. Wij zijn om die reden dan ook niet voor het dichttimmeren van ver ordeningen. In de nieuwe rol voor raad en college, is het op zijn plaats om het maatwerk verder aan het college over te laten. En maatwerk is meestal niet dichtgetimmerd. Wij vragen wel om goede beleidsregels en een goede rapportage aan de raad om de controle op afstand goed te kunnen waarmaken. Wij zullen dat ook controle ren uiteraard. Het zijn ruime verordeningen en wij vinden het dus geen probleem dat zo te houden. Wel missen wij op enkele punten algemene basale rechten, die ook gelden voor cliënten in de bijstand. Wij vinden het ook thuishoren in een dergelijke basale verordening van alge mene strekking, zoals die nu voorligt. Ik ga er vanuit dat de heer Stoker deze verder gaat benoemen. Hij heeft het initiatief genomen tot een amendement. Dat amendement van de CU-fractie hebben we mede ondertekend, maar dat laat ik verder aan de heer Stoker over, die heeft hem tenslotte gemaakt. Dan tenslotte ons eigen amendement. In de maatregelen verordening zit naar ons inzicht een onredelijkheid, die wij graag willen weg poetsen. Als een cliënt zich niet tijdig laat registreren, een eerste categorie gedraging, en binnen een jaar vervolgens algemene arbeid niet accepteert, krijgt hij of zij onmiddellijk een maatre gel van 4' categorie. Als je begint met het niet accepteren van algemene arbeid, kun je vervolgens een heleboel administratieve en afspraakfouten maken, om dezelfde korting te halen. Dat achten wij niet redelijk. Bovendien vinden wij dit in strijd met de uitgangs punten van recidieven. Er moet naar ons inzicht wel enig verband zijn tussen gedragingen. Stel je voor, ik pleeg fraude, bijna on denkbaar, maar dan vind ik het wel logisch dat een vorige fraude zaak hard wordt meegerekend. Maar ik vind het niet logisch dat al die kleine overtredingen, die ik dan maak, vervolgens meegeteld worden in de strafzaak. Vandaar het volgende amendement. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 13 oktober 2004, behandelende het vaststellen verordeningen in het kader van de Wet Werk en Bijstand; overwegende dat: een opeenvolging van maatregelwaardige gedragingen een groot effect heeft op de maatregelen, uit het oogpunt van redelijkheid er geen verschil mag zijn in de hoogte en duur van de maatregel bij verschil lende volgordes in categorieën van verwijtbare gedragin gen binnen 12 maanden, (Toelichting: In de huidige conceptverordening is de uitein delijke maatregel verschillend van hoogte en duur wanneer er bijvoorbeeld eerst een 'gedraging' in de eerste categorie plaatsvindt gevolgd door een gedraging in de vierde catego rie dan wanneer de gedragingen in de andere volgorde plaats vinden. Vierde categorie gevolgd door de eerste categorie besluit de verordening als volgt aan te passen: In artikel 11, lid 2 van de maatregelenverordening de zin snede 'opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categoriete vervangen door 'opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging in dezelfde ca tegorie' en gaat over tot de orde van de dag" Dit amendement is ondertekend door de heer Nicolai namens de PAL/GL-fractie Mevrouw Dames (CDA)Het laatste eindje van de WWB ligt nu voor ons. We hebben een traject van vele maanden debatteren en kaders stellen achter ons. Het is een langdurig en intensief traject ge weest, maar naar mijn idee wel heel boeiend. Van een kale wet naar geheel ingevuld beleid. Maar last but not least is hier wel van toepassing. Beleid in een verordening vervatten is een lastige zaak. Het waren dus echt de laatste loodjes. Tijdens de laatste commissievergadering van 4 oktober hebben wij duidelijk aangegeven dat wij een tijdelijke ontheffing van het aanbieden van voorzieningen in het geval van zorgtaken en oplei ding een belangrijke zaak vinden. Het college gaf toen aan, dat dit in de beleidsregels duidelijk beschreven stond. Beleidsregels die nog niet waren vastgesteld door het college. Beleidsregels die wij nog niet hadden gezien. Er werd ons toen toegezegd, dat wij een deel van die beleidsregels alvast konden inzien. Welnu, deze hebben we nog steeds niet ontvangen. Wij willen de verordening beslist niet volstoppen met details, maar dit vinden wij als CDA-fractie en CU-fractie zo belangrijk, dat wij deze ontheffing via de reïntegratieverordening willen vastleggen. Daarom wil ik het volgende amendement indienen. "De raad van de Gemeente Leeuwarden, bijeen op 13 oktober 2004, behandelende de verordeningen Wet Werk en Bijstand; overwegende dat de Wet Werk en Bijstand de cliënt het recht geeft een aanvraag in te dienen voor een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht; ondergetekenden een groot belang hechten aan de vervul ling van zorgtaken en mantelzorg; een verantwoorde combinatie van reïntegratie en betaalde arbeid enerzijds, en zorgtaken anderzijds in de reïnte gratieverordening gewaarborgd zou moeten zijn; er een mogelijkheid moet zijn dat een opleiding, die uit zicht biedt op betere kansen op de arbeidsmarkt, afge maakt zou moeten kunnen worden; besluit dat: artikel 8 van de reïntegratieverordening als volgt te wijzi gen: Lid 5a. De uitkeringsgerechtigde heeft de mogelijkheid een aanvraag in te dienen voor een tijdelijke ontheffing van de verplichting om deel te nemen aan de door het college aangeboden voorziening dat gericht is op ar beidsinschakeling;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2004 | | pagina 19