Blad 4 Verslag van de raadsvergadering van 2 februari 2005 II. Afscheid en benoeming raadsleden Wordt van de agenda afgevoerd. III. Vragenhalfuurtje voor burgers Er wordt geen gebruik gemaakt van het vragenhalfuurtje IV. Beantwoording vragen PvdA-fractie betreffende slui ting van een woning Mevrouw Dikken (PvdA)Ik wil geen lange inleiding houden. Mijn fractie heeft een paar vragen naar aanleiding van het stuk van een journalist in de Leeuwarder Courant, waarin wordt gesproken over stukken die hij heeft bekeken en waar in onder andere zou staan dat wij juridisch niet zo sterk staan, terwijl de burgemeester, zowel op de nieuwjaarsre ceptie als ook later in de krant heeft gezegd, dat het wat de gemeente betreft moet lukken. Wij vinden het nodig als PvdA-fractie daar vragen over te stellen, omdat als je de stukken leest, tenminste ook het stuk in de Leeuwarder Cou rant, daaruit blijkt, dat wij juridisch niet sterk zouden staan, dat wij niet voldoende dossier hebben. Maar als je het verhaal van de burgmeester hoort, dan zou dat wel zo zijn. Dat is voor ons onduidelijk en daarom een paar vra gen. Klopt het, dat er onvoldoende feiten waren om de inwoners van het bewuste pand aan de Annie Westlandstraat mededelin gen te kunnen doen om hen uit de woning te zetten? Heeft de burgemeester ondanks de andersluidende adviezen van de ambtenaren toch besloten tot sluiting van de woning over te gaan? Zo ja, waarom? Wat is naar de mening van het college de invloed op de ge loofwaardigheid van de gemeente wat betreft deze gang van zaken? Wat de PvdA-fractie betreft is de actie van de burgemeester om bewoners, die overlast veroorzaken aan te pakken, ak koord. Ook de PvdA-fractie vindt dat een goede zaak. Wij investeren uiteindelijk heel veel in die wijken. Maar we vinden het wel belangrijk dat we de zaken goed voor elkaar hebben als we dat doen. De Voorzitter: Klopt het dat er onvoldoende feiten waren? Ik denk dat we dan moeten kijken naar wat de rechter daar van gezegd heeft. Die zei dat het besluit in dit geval on voldoende was gemotiveerd en dat er onvoldoende bewijsstuk ken zijn, waaruit duidelijk en overtuigend blijkt dat de overlast verbonden kan worden met het pand van verzoekers Dat is wat de rechter ervan zei Blad 5 Verslag van de raadsvergadering van 2 februari 2005 Het is niet aan mij om dat rechterlijk oordeel in twijfel te trekken, dus zo is het. Maar de vraag is even of de daaraan vooraf gegane afweging wel deugde, of er voldoende materiaal lag om toch wel tot een actie over te gaan. Hoe is het gegaan? Wij hebben, nog voorafgaand aan de maand september, een verzoek gekregen van het woningbedrijf om daar in dat bewuste appartement gebruik te maken van de be voegdheid van artikel 174a van de Gemeentewet. Dat heb ik niet geïnitieerd, dat verzoek kwam van het woonbedrijf. Ik was wel bezig met de gedachtevorming over dat artikel 174a, maar zij kwamen met het initiatief om het daar toe te pas sen, want zij waren vastgelopen in hun eigen mogelijkheden en de situatie werd als ernstig beschouwd. Op 22 september is de eerste brief naar die betrokken bewo ners de deur uitgegaan. Daarin is gezegd dat er sprake was van overlast, dat dat bleek uit meldingen van omwonenden en uit meldingen bij het meldpunt overlast en uit verklaringen van het preventieteam. Dus er lag toen al een behoorlijk dossier, waaronder ook nog verklaringen van stadswachten. Daar kom ik zo even op terug. De bewoners werden verzocht daar met onmiddellijke ingang een einde aan te maken. Op 6 december is er een tweede brief naar toe gegaan, waar in is gezegd, dat vastgesteld is dat de overlast niet was beëindigd. Dat was ook onderbouwd. Dat is niet zomaar ge zegd. In die brief werden de bewoners uitgenodigd voor een gesprek op 13 december om hun verhaal te vertellen. Daar is niet op gereageerd. Toen 13 december voorbij was, hebben we nog even gewacht of er alsnog bericht zou komen. Dat kwam er niet. Toen is op 24 december een derde brief geschreven, waarin stond dat ze de eerste twee brieven genegeerd hebben, dat ze niet op het gesprek gekomen waren waarvoor ze waren uitgenodigd, dat het dossier voldoende aanleiding geeft om te zeggen dat de situatie niet kan voortduren en dat de gemeente wel gehou den is om over te gaan naar de volgende fase. Er zijn dus drie brieven aan voorafgegaan, gebaseerd op een behoorlijk dossier, waarbij onder andere verklaringen over dat specifieke appartement van de stadswachten, die daar rondlopen en de zaak in de gaten houden. Dus verklaringen, niet alleen over de galerij, maar over dat appartement, op 16 juli, 19 juli, 10 augustus, 12 augustus, 13 augustus, 26 augustus, 2 september, 4 september, 6 september, 11 septem ber, 12 september, 29 september en 14 december. Dat zijn de meldingen van de stadswachten over ernstige vormen van overlast. Dan moet u denken aan geluidsoverlast, aan de ui terst hinderlijke aanloop van talrijke mensen, aan alcohol gebruik op de galerijaan het naar buiten gooien van meu bilair, aan het verspreiden van een buitengewoon hinderlij ke geur, aan samenscholingen op de gang en ernstig ge schreeuw vanaf het balkon. Dat is het dossier. Dat was gewoon geen fijne zaak daar in dat appartement. La ten we niet net doen alsof daar niets aan de hand was

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2005 | | pagina 3