Blad 32
Verslag van de raadsvergadering van 28 februari 2004
wordt om het fonds wat eerder, zij het in wat afgeslankte
vorm, alvast op te starten. Dat zou wat mij betreft een
goede constructie zijn, dan kunnen we namelijk al wel de
aanvraag alvast in 2005 in behandeling nemen. Immers als
wij wachten op die laatste negen ton, betekent dat wij tot
1 januari 2006 moeten wachten en dat betekent dat we voor
alsnog geen aanvragen in behandeling kunnen nemen en dat
zou ik betreuren.
De door het college geformuleerde voorwaarden. En dat is
een soort opschortende voorwaarde die ze hebben geformu
leerd aangaande de externe fondswerving. Dat betreft dan
het bedrag van 350.000,-. Het zal duidelijk zijn dat wij
daar geen behoefte aan hebben. Het is in afwijking met de
door de raad breed gesteunde motie. Als het college hiermee
duidelijk probeert te maken dat er een prikkel moet komen
voor die fondsenwerving, dan kan ik u mededelen dat die
prikkel al bestaat in het feit dat de motie als uitgangs
punt heeft dat de inzet voor de gemeentelijke monumenten op
het niveau van ISV-1 moet blijven, dat houdt automatisch in
dat we die externe fondsenwerving voor elkaar moeten krij
gen. Overigens behoort de externe fondsenwerving straks tot
de portefeuille van het college. Die zullen dat gaan trek
ken met behulp van het comité van aanbeveling.
Het opnemen van deze opschortende voorwaarde is wat ons be
treft dan ook buitenproportioneel. Je besluit tot het creë
ren van een dergelijke structurele voorziening, waarvan de
voordelen duidelijk zijn, of je doet het niet. Zo helder
moet het gewoon zijn.
Ik wil het volgende amendement indienen.
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 28 februari 2005; ehande-
lende de financiële haalbaarheid van een revolving
fund voor de monumentenzorg;
overwegende dat:
de raad bij motie in haar vergadering van 8
november 2004 heeft besloten tot het instellen
van een revolving fund voor de monumentenzorg;
de raad het gemeentelijk monumentenbeleid mi
nimaal op ongeveer hetzelfde niveau als in de
afgelopen periode wil houden;
de raad in de financiële dekking van het re
volving fund deels voorziet door de werving
van externe bijdragen van private fondsen;
de raad de effectuering van de externe bijdra
ge niet als opschortende voorwaarde voor het
instellen van het revolving fund in de motie
heeft opgenomen;
het niet volledig volstorten van het revolving
fund 3,5 miljoen in plaats van 3,85 mil
joen) in de praktijk zal inhouden dat er één
Blad 33
Verslag van de raadsvergadering van 28 februari 2004
aanvraag minder dan voorzien in behandeling
kan worden genomen;
de fondsenwerving door het college in samen
werking met het comité van aanbeveling georga
niseerd zal worden;
de motie voldoende prikkel voor de genoemde
partijen bevat door duidelijk te bepalen dat
gestreefd wordt naar het minimaal handhaven
van het huidige niveau van de gemeentelijke
monumentenzorg;
het primair gaat om de keuze voor het principe
van een nieuw instrument als het revolving
fund voor de monumentenzorg;
in de commissie Bestuur en Middelen van 7 fe
bruari 2005 de meerderheid een voorwaardelijke
externe bijdrage niet noodzakelijk en/of wen
selijk werd geacht;
besluit
1. punt 4 van het concept-raadsvoorstel "een ex
terne bijdrage van 350.000 als voorwaardelijk
voor de uitvoering van de motie vast te stel
len" te laten vervallen;
2. indien binnen 2 jaar, nadat het revolving fund
voor de monumentenzorg daadwerkelijk is ge
start, de externe bijdrage van 350.000 als
inspanningsverplichting niet is gehaald, een
voorstel aan de raad te doen om of het tekort
aan externe bijdragen te dekken ten laste van
de algemene reserve of de totale eenmalige
storting te verminderen met het tekort aan ex
terne bijdragen (dat wil zeggen dat we dan op
dat moment alsnog een besluit gaan nemen of we
die algemene reserve ja dan nee willen inzet
ten)
en gaat over tot de orde van de dag."
Het amendement is ondertekend door de heer Zwart namens de
PvdA-fractie, mevrouw De Vries namens de VVD-fractie, de
heer Boomstra namens de SP-fractie en de heer Stoker namens
de CU-fractie.
Mevrouw Koster (CDA)Ik wil nog even op een paar kleine
punten ingaan. Inhoudelijk ga ik over dit voorstel niet te
veel meer zeggen, dat hebben we bij de begroting en in de
commissie al gedaan. De CDA-fractie is groot voorstander
van het instellen van een revolving fund, dus wat dat be
treft hoef ik er inhoudelijk niets meer over te zeggen.
Ik wil alleen nog op het amendement van de PvdA-fractie en
de VVD-fractie ingaan en op de financiering zoals die is
genoemd. Mijn fractie kan achter de financiering staan, zo
als het college die aangeeft in het voorstel. Wij kunnen
niet achter het amendement staan van de PvdA- en VVD-