Vrijheidswijk-Noordoost
Inleiding
De noordrand van Leeuwarden onderscheidt zich van de omliggende
wijken door de stijlkenmerken van het Nieuwe Bouwen, die in de
jaren zestig en zeventig veelvuldig in ons land werden toegepast.
Kenmerkend voor deze bouwstijl zijn de herhaalde stempelpatronen
die in een gemeenschappelijke groep van grondgebonden- en
gestapelde woningen in vijf, acht en veertien lagen zijn gebouwd. Dit
patroon van zogenaamde visuele groepen is door Van den Broek en
Bakema consequent doorgezet vanaf de Troelstraweg tot en met de
Lekkumerweg. Een visuele groep werd ontsloten vanaf een
wijkontsluitingsweg. Deze ontsluitingsweg liep voor het autoverkeer
uiteindelijk dood in verschillende hoven.Tussen deze groepen werd
ruimte geschapen voor collectieve groenvoorzieningen waar de
fietsers en voetgangers zich vrijelijk konden bewegen. Zo ontstond er
een groene wijk met een hoge bebouwingsdichtheid. De Dokkumer Ee
en de Lekkumerweg waren twee relicten die het strakke patroon van
de ontwerpers op een diagonale wijze doorkruisten. Hierdoor kwam
de botsing tussen de traditionele lintbebouwing aan de Lekkumerweg
en het Nieuwe Bouwen aan de Annie Westlandstraat maximaal tot
uitdrukking. Zie foto.
Analyse van het Noordoost kwadrant
Het Noordoost kwadrant van de Vrijheidswijk is in een latere fase
aangelegd. Het principe van de visuele groep en het stempelen van de
bouwblokken werd losgelaten. Men koos voor een scheiding tussen
hoog- en laagbouwcomplexen en voor een onduidelijke structuur. De
zuidelijke en oostelijke grenzen zijn scherp geaccentueerd door
galerijflats in de vorm van schijven van vier tot maximaal veertien
lagen. Zij vormen de buffer tussen de stedelijke hoofdroute -
Groningerstraatweg- en de achterliggende laagbouwwoningen. Het
verkavelings patroon valt uiteen in zes buurtsegmenten met een
introvert karakter. Deze segmenten bestaan uit woonpaden waarlangs
de woningen worden ontsloten. Van een onderlinge relatie tussen de
woonpaden is nauwelijks sprake. Het zijn op zichzelf staande
elementen, die worden aaneengeregen door de verkeersontsluiting.
De grondgebonden woningen die langs de Bonkevaart zijn gebouwd,
ontberen een relatie met deze vaart en met het open landschap.
Woonpaden vanuit de wijk naar de Bonkevaart hebben een dusdanig
smal profiel gekregen dat een zichtrelatie met het landschap ontbreekt.
Bovendien zijn de woningen dicht op elkaar gebouwd wat leidt tot een
opgesloten gevoel bij bewoners en bezoekers. Voor de
verkeersontsluiting is een lusvormige route aangelegd, die voert langs
collectieve parkeerplaatsen. Vanaf de parkeerclusters zijn de
woningen via woonpaden bereikbaar. De grondgebonden woningen
staan hierdoor met hun achterzijden naar de hoofdwegen gericht. Een
openbare groenstrook langs de achtertuinen vormt de buffer tussen de
openbare en de privé ruimte. Het gevolg van deze opzet is een
onduidelijke en inconsequente structuur. Sociale controle vanuit de
woonkamer op de openbare ruimte ontbreekt. De woonpaden vormen
anonieme ruimtes waar weliswaar gespeeld kan worden, maar waar
enige vorm van toezicht vanuit de woning uitsluitend via een smalle
keuken gerealiseerd wordt. Met de intrede van de rolcontainers voor
de afvalinzameling werd een nieuw ruimtelijk probleem toegevoegd.
Door de ligging van de keuken aan de voorzijde en door het ontbreken
van een achterom worden de rolcontainers massaal in de woonpaden
geplaatst, met alle consequenties van dien: zwerfvuil, stank en visuele
aantasting van de openbare ruimte. Daarnaast is de openbare ruimte
na ruim dertig jaar aan slijtage onderhevig. De woonpaden zijn op
diverse plaatsen verzakt en het openbare groen tussen de achtertuin en
de openbare weg toont een dusdanig verval dat fysieke ingrepen
1