s
fi
!U
.s e
5
6
-<D
G
O
<D
CX
12
en
1)
TJ
a3
c
S
<D
<D :-
D
<D
3D
c
<D
G
<D
C
c
G
ca
aj
.2
c
Xi
<D
O
*3
CM
u
v>
<Z)
<D
<D
-3
D
G
ca
G
<D
&o
D
*N
G
'S
<D
<D
c
a
3
Q
G*
X
D
C/7
CX
G
G
O
ca
<D
<D
a
'3
CX X
Ö4D
e k e
G i) c
ca 03 CÖ
CX CX
D <D CL)
X ÖD X
"O T3 T3
e e e
JJ J) <D
cC cö
C. C. Q.
D <D <D
XXX
ca ca ca
<D D <D
öd öd öd
T3
C
<d
03
O,
D
-C
•o
*3
ex
<D <D
CD 35
CD
3
O
X!
a
O
X
3
■c
O
O
•O
u
O
O
2
v c
-2- <D
cd
e
s -i s
1°
'u S5 '5
O 3
i
X.
Q
20
<D
0
Ui
"3
13
C
ca
<D
ÖD
Ut
O
O
13
c
G
ca
ca
ca
ÖD
ca
"3
c'
.■31
73
C
C
c
<D
13
ÖD
^G
<D
bD
LM
X
D
O
X
O
ca
'u
O
C
O
<D
c
*3
c
H.
'0
<D
O
O
O
0
t—
ÖD
C/3
D
D
G
<D
'J2
ÖD
X-M
u
0
tS)
u->
c
0
D
3
O
"3
G
ca
'H
Ut
D
*3
D
*3
c
•3
ca
X
0
'0
C/3
X
CX Jr
en O
CD
O
C "3
O
en
O
T3
G
C
O
<D
<D
CD
<D
0) 5—
5D
15
g M
so
-i
Sr
,.2 J=
»2 1,3
2 CD ij
ca M_»
Tj T3 .11
3 u .e1
3 O ü/l
X CD
<D 33 '3
C M c G
v<d e ca ca
*<d d ex
<d
G
2 2
03 "O
ca e
ex ca
<d ca
"en
S cd
O X)
I
C <D
a's
O
Ut
CX'?
<d
G=
13
<d i
G W
G CD
CD
CX X <D
O 23
r ca e
ca u u
O 3 <D T3
<D
G N
.5 'C
3 O
O ;x
X
1—
5
c
p
ca
r;
r;
c
C
0
:3>
N
<D
<D
p
ÖD
öD
H
15
15
O
<D
<D
O
X
O
X
Ut
<D
"3
X
X
C
0
0
CD
<D
u
U.
O
:x>
:3
13
ca
X>
G
<D
ex
O
ex
O
O X X X
<D
CD
15
D
O
-C
-O
G
03
03
CX
1)
CD
"u
D
o
3
O
3
r-
B
ta 3
O o
O
CD CX
CD O
G
(D
3
O
»G
CX
O
CD
*3
C
O
<3
- <D CD
2
,-C H
:3 00
IS <D
.SP
u -3
s "3
ca 5 O
N
G
D
(D
O
_C
'n
co -g
M -o
o ca j-
W
d j- ca
CD .5 -O
Q
5
GÜ
a
u
w
w
Q
3
D 'en
<1 3 D
2
o
ex
cd cd
s: e
X. C3 D
■C Q 3
5 G
U 0. O
-3
C
ca
ca
<D
CD
S CD
D G
-3 -C
3
o 'C
3
O
e
O
O
en
CD
e
O
ï-
oo eo
e e
03
-a
e
03
J3
u
-e
E
e
O
s:
12
CD
'53
X
ÖD
C/3
.3
N
X
0
G
'O
c
CX
'u
CD
D
0
ÖD
ÖD
0
-Ui 03
a os
S3 'C
o; u
5, M
<o E
<u
^4 "O
j^eactienota voorontwerpbestemmingsplan deelgebied Vrijheidswijk Noordoost:
Resultaten van Overleg en Inspraak
Algemeen
In het voorontwerp van het bestemmingsplan deelgebied Vrijheidswijk Noordoost, ook wel bekend als het
gebied van de Robinsonstraat, zijn de stedenbouwkundige en volkshuisvestingsplannen verwerkt, zoals die zijn
opgesteld door het bureau Kamps en Jacobs. Deze zijn daarin bijgestaan door een projectgroep met daarin
vertegenwoordigers van de corporatie WoonBedrijf/CHF (tevens projectleiding), de huurderraad van de
corporatie (de Bewonersraad) en de gemeente Leeuwarden. Het WoonBedrijf, als onderdeel van de Corporatie
Holding Friesland, heeft zich bij het maken van de plannen wat betreft de contacten met de buurt, de kopers en
haar huurders gehouden aan de afspraken die daarover bestaan binnen de Corporatie Holding Friesland. Kort
gezegd komt het er op neer dat de bewoners van dit wijkdeel tussentijds via een drietal informatieavonden (drie
voor de kopers, drie voor de huurders) in de periode maart 2004 tot maart 2005 van de plannen op de hoogte
zijn gesteld en gelegenheid hadden hun opmerkingen te plaatsen. Daarna zijn in de periode maart tot juni 2005
alle huishoudens in dit wijkdeel individueel bezocht, waarbij het een verplichting was voor het WoonBedrijf tot
een schriftelijke afspraak te komen met minimaal 70% van haar huurders.
Wat betreft de inhoud van deze reactienota is het relevant op te merken dat er niet ingegaan wordt op het
gestelde door de bewoners op de in de periode maart 2004 tot maart 2005 gehouden informatieavonden, evenmin
als op opmerkingen afkomstig uit de gehouden individuele gesprekken. Dit omdat het hierbij om niet-openbare
informatieavonden van het WoonBedrijf ging (alleen alle bewoners van dit wijkdeel waren uitgenodigd).
Hetzelfde geldt voor de individuele gesprekken.
Tijdens de terinzageligging in het kader van de inspraak op het voorontwerpbestemmingsplan in de periode 22
juni tot 7 augustus 2005 heeft de gemeente een aparte informatiemiddag gehouden op 4 juli 2005. In deze
reactienota wordt wel ingegaan op het gestelde op deze informatiemiddag. Het verslag van deze middag is in
bijlage 1 bijgevoegd.
Het voorontwerp van dit bestemmingsplan is verder onderwerp geweest van overleg met de provincie en met
andere organisaties.
In het navolgende wordt eerst ingegaan op het overleg, daama komen de inspraakresultaten aan de orde.
1. Overleg
Het voorontwerp van het bestemmingsplan Vrijheidswijk Noordoost is in het kader van het overleg ex artikel 10
Bro behandeld in de vergadering van de Commissie van Overleg (CvO) d.d. 6 oktober 2005. In deze commissie
zijn diverse rijksdiensten vertegenwoordigd. De CvO heeft bij brief van 24 oktober 2005, primair nummer
604057, kenmerk 616080, gereageerd op het voorontwerp van het bestemmingsplan.
In het navolgende wordt ingegaan op de inhoud van de ingekomen reacties.
Reactie Commissie van Overleg
In de reactie heeft de CvO gebruik gemaakt van de rubricering naar onderwerp en, waar nodig, voorzien van een
categorieaanduiding. E.e.a. conform wat over de rubricering is opgenomen in de Handleiding Gemeentelijke
Plannen 2000.
Deze handleiding geeft met betrekking tot de uitkomsten en mogelijke gevolgen van het overleg aan, dat de
overlegadviezen in drie categorieën kunnen worden opgedeeld.
Categorie 1-opmerkingen betreft harde uitgangspunten. Het betreft strijdigheid van (delen van) het
bestemmingsplan met rijks- en provinciaal beleid, waarvan in beginsel niet via interpretatieruimte en
afwijkingsmarges kan worden afgeweken. Indien het bestemmingsplan niet met dat beleid in overeenstemming
wordt gebracht, dreigt het risico van onthouding van goedkeuring.
Categorie 2-opmerkingen betreffen overleg- en discussiepunten. Deze punten raken delen van het
bestemmingsplan die, voor een adequate beoordeling in het licht van provinciaal- en rijksbeleid nadere
toelichting of motivering behoeven.
Daarnaast betreft het plandelen, die in beginsel strijdig kunnen zijn met rijks- of provinciaal beleid, doch
waaraan op grond van interpretatieruimte in dat beleid, respectievelijk de bij dat beleid toegestane
afwijkingsmarges, in overleg met alle betrokkenen medewerking zou kunnen worden verleend. Ook de
mogelijkheid van een eventuele afwijking of herziening van rijks- of provinciaal beleid kan in de beschouwing
worden betrokken.
Bij deze categorie behoeft niet op voorhand sprake te zijn van onthouding van goedkeuring.
Categorie 3-opmerkingen tenslotte zijn kwaliteitspunten. Het betreffen overlegopmerkingen in de
"meedenksfeer" ter verhoging van de stedenbouwkundige, planologische en juridische kwaliteit van het plan.
Afgezien van incidentele uitzonderingsgevallen bestaat er in beginsel geen risico voor onthouding van
Verwijderd:
t
1