Blad 2
3De samenwerkingsovereenkomst inzake het revolving fund
met de stichting Nationaal Restauratiefonds
Volgens de Gemeentewet is het sluiten van overeenkomsten
een bevoegdheid van ons college. Toch hebben wij de con
ceptsamenwerkingsovereenkomst met het NRF bij de stukken
gevoegd. Daarmee wordt u inzicht geboden in de wijze waarop
de uitvoering van de regeling in de praktijk zal plaatsvin
den. Wij gaan er van uit dat deze samenwerkingsovereenkomst
op uw instemming mag rekenen.
Looptijd leningen en minimumrente
In de raadsbrief van februari 2005 (kenmerk 7744 dp) hebben
wij er al op gewezen dat de huidige lage rentestand de aan
trekkelijkheid van laagrentende leningen vermindert. Wij
hebben in overleg met het NRF bezien hoe toch een zo aan
trekkelijk mogelijk aanbod aan de restaurerende eigenaren
kan worden gedaan. Wij zijn daarbij tot de conclusie geko
men dat dit het best kan gebeuren door de laagrentende le
ningen een looptijd te geven van 3 0 jaar. Deze langere
looptijd maakt de lening aanzienlijk aantrekkelijker dan de
aanvankelijk beoogde 20-jarige leningen. En ook met 30-
jarige leningen blijft het revolving fund voldoende gevuld.
Berekeningen waaruit dit blijkt zijn als bijlage bij de
stukken gevoegd.
Wij hebben bij deze berekeningen niet alleen een variatie
in looptijd betrokken. Wij hebben ook gekeken naar twee
rentevarianten. De ene variant gaat uit van een minimumren
te van 1%; de andere van een minimumrente van 1.5%.
De minimumrente van 1% is nodig om het revolving fund
enigszins inflatiebestendig te houden. Bij de variant van
1.5% wordt een opslag op de rente gelegd van 0.5%. Deze
opslag kan worden gebruikt om de beheerkosten die door het
NRF in rekening worden gebracht te dekken. Wij hebben ge
meend om voor de minimumrente van 1.5% te moeten kiezen en
daarmee de beheerkosten aan de subsidieontvanger door te
berekenen. Daarmee is de instandhouding van het kapitaal
van het revolving fund op termijn het best verzekerd.
Evaluatie
In artikel 21 van de subsidieverordening is de bepaling
opgenomen dat het gemeentelijk beleid iedere 4 jaar zal
worden geëvalueerd. De eerste evaluatie zal plaatsvinden na
3 jaar. Deze termijn wijkt af van de eerder genoemde 2
jaar; wij achten het wenselijk om een eerste gewenningspe
riode te verdisconteren in de termijn waarop zinvol een
eerste evaluatie mogelijk is. Mocht er eerder aanleiding
zijn om u te informeren over onverhoopte problemen met de
nieuwe vorm van subsidiëring dan zullen wij dat uiteraard
doen.
Financiën
De gemeente gaat een overeenkomst van geldlening (LUG) aan
van maximaal 3.850.000 met het NRF. Dit bedrag staat bij
Blad 3
het NRF op een rekening-courant en wordt met het Leeuwarder
Restauratiefonds (LRF) aangeduid.
Uit de lening die wordt verstrekt aan het NRF vloeien ren
telasten voort. De rentelasten van de lening kunnen ener
zijds worden gedekt uit de begroting, doordat voor een be
drag van 900.000 (uitstaande middelen bij het Stimule
ringsfonds Nederlandse Gemeenten) in de begroting reeds een
bedrag is opgenomen voor de rentelasten.
Tijdens de begrotingsbehandeling van 7 november jl. heeft
uw Raad een motie aangenomen waarin een gewijzigde dekking
is aangegeven ten opzichte van het eerdere raadsbesluit van
28 februari 2005.
Deze motie heeft ertoe geleidt dat de instelling van een
revolving fund (naast de middelen uit het Stimulerings
fonds) als volgt zal worden gedekt:
Algemene Reserve
Reserve Stadsvernieuwing
Voorziening ISV-1
Voorziening ISV-2
2.750.000
De jaarlijkse bespaarde rente (tegen renteomslag) die deze
reserve genereert komt ten gunste van de exploitatie (Pro
gramma Wonen) zodat de rentelasten van de geldlening aan
het NRF zijn gedekt. Doordat het bedrag dat wordt uitge
leend de eerste jaren nog niet 3.850.000 bedraagt, wordt
in deze jaren meer bespaarde rente gecreëerd dan nodig is
om de exploitatielasten van de lening te dekken. Dit rente-
surplus zal worden toegevoegd aan de Reserve die hiermee
het gewenste niveau bereiktHierdoor kan worden volstaan
met een incidentele storting van 3.650.000.
1050000
600.000
700.000
Leeuwarden, 6 december 2005
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mr. dr. G.D. Dales, burgemeester,
drsC.H.J. Brugman, secretaris.