Blad 2
medewerkers van burgerzaken gecontroleerd op
persoonsgegevens en kiesgerechtigheid conform art. 3 lid 3
van de Referendumverordening. De handtekeningen zijn in
orde bevonden. Het rapport van de afdeling burgerzaken is
als bijlage bij dit raadsvoorstel gevoegd.
De commissie is van mening dat zich geen van de in art. 2
van de Referendumverordening genoemde uitgezonderde
onderwerpen voordoet, zodat het inleidend verzoek dan ook
voldoet aan de eisen gesteld in uw verordening.
De Referendumverordening zegt vervolgens in artikel 4 lid 4
en artikel 6, dat de raad indien aan de vereisten voor het
indienen voor het inleidende verzoek is voldaan, zijn
besluit over het betreffende onderwerp aanhoudt. Er is in
dat geval sprake van een voorgenomen besluit.
De verordening stelt in artikel 7 dat de raad ook kan
besluiten tot het houden van een raadplegend referendum. De
NLP heeft een voorstel gedaan voor het houden van een
raadplegend referendum. Het is de referendumcommissie uit
een persbericht gebleken, dat meerdere partijen een
voorstel voor het houden van een raadplegend referendum
willen doen, maar bij de griffie is daarvan tot 14 januari
20 06 nog niet gebleken.
De vraag is in de nu ontstane situatie welk referendum, een
raadplegend of een raadgevend referendum, moet worden
gehouden. De door u vastgestelde verordening geeft geen
antwoord op die vraag.
In dit geval ziet de commissie, mede gelet op het feit dat
de verzoeken tot het houden van een raadgevend en een
raadplegend referendum door dezelfde partij zijn
geïnitieerd, geen bezwaren indien u mocht besluiten tot het
houden van een raadplegend referendum. Andere overwegingen
die daarbij kunnen worden betrokken zijn:
a. Een eventueel besluit tot het houden van een raadgevend
referendum kan - in vergelijking met de termijn die
nodig is voor het houden van een raaplegend referendum
- leiden tot een verlenging van het
besluitvormingsproces met minimaal een maand.
b. Het pad dat leidt tot een raadgevend referendum leidt
tot extra werkzaamheden van burger en gemeentelijke
organisatie (inzamelen en controleren van 3000
handtekeningen)
c. Een raadsmeerderheid heeft zich op 22-10-2005 al
positief uitgesproken over het houden van een
raadplegend referendum aangaande Nieuw Zaailand. Bron:
geluidsverslag gemeenteraad 22-10-2005.
Advies
Gelet op het tijdpad waarbinnen de besluitvorming moet
plaatsvinden (zie hierna onder B.), kan de commissie zich -
alles overwegend - goed voorstellen dat u op grond van
artikel 7 van de verordening besluit tot het houden van een
Blad 3
raadplegend referendum. De commissie adviseert u wel in de
verordening een bepaling op te nemen die in de toekomst
deze onduidelijkheid wegneemt.
B- De planning van het referendum
Op grond van artikel 11 van de Referendumverordening stelt
de raad twaalf weken voor het houden van het referendum de
datum en de formulering van de vraagstelling vastDe
commissie kennis genomen hebbend van het voorstel van het
college zal u ter besluitvorming van de raad van 27
februari een advies daaromtrent doen toekomen.
Uitgaande van een raadsbesluit over de vraagstelling van
het referendum op 27 februari a.s. kan - gelet op artikel
11, eerste lid van de Referendumverordening - op zijn
vroegst1 op 24 mei 2006 een raadplegend referendum worden
gehouden
Een eerst mogelijke datum voor een raadgevend referendum
zou op 21 juni zijn. De 3000 handtekeningen moeten dan
binnen enkele weken worden verzameld, waarna een
raadsbesluit over het definitieve verzoek op 27 maart moet
worden genomen. In de bijlage is de mogelijke tijdsplanning
voor een raadgevend en een raadplegend referendum
opgenomen
Conclusie
Indien u besluit tot het houden van een raadplegend
referendum zal de commissie u ter besluitvorming van de
raad van 27 februari een advies omtrent de vaststelling van
de datum en de vraagstelling voor een raadplegend
referendum doen toekomen.
C. De wijze van uitvoering van de taak door de
referendumcommissie
De commissie heeft als taak op grond van artikel 9 van de
verordening toe te zien op:
1. een goede begeleiding en organisatie van het
referendum;
2. een neutrale informatievoorziening.
Door een bepaalde wijze van informatievoorziening kan het
te houden referendum sterk worden beïnvloed. De commissie
rekent de bewaking van de neutrale informatievoorziening
dan ook tot haar verantwoordelijkheid. Anders dan de
burgemeester tijdens de presentatie van de plannen op 10
januari j.l. stelde, behoren klachten over onjuistheden in
1 Aangezien verkiezingen in het algemeen op een woensdag
worden gehouden, adviseert de commissie u ook om een
referendum op een woensdag te houden.