Blad 2
Voor de eerste fase (fase 1 a) gebeurt dat gedetailleerd
op bestemmingsplanniveau, voor latere fases globaler.
3Start beoordelingsfase
Met de aanbieding van het MER De Zuidlanden aan de Raad
start de beoordelingsfase. In deze fase wordt de Raad
gevraagd een oordeel uit te spreken over de
aanvaardbaarheid van het MER. Vervolgens wordt het MER ter
inzage gelegd en aan de (wettelijke) adviseurs voor advies
toegezonden. Daarna toetst de Commissie m.e.r. het MER op
juistheid en volledigheid en houdt daarbij rekening met de
inspraakreacties en adviezen van de overige adviseurs. Het
MER en het advies van de Commissie m.e.r. vormen tenslotte
de basis voor de besluiten die de ontwikkeling van De
Zuidlanden mogelijk maken. Het gaat hierbij om de door de
Raad (en mogelijk door ons college) te nemen besluiten in
het kader van de ruimtelijke ordeningsprocedures, zoals de
vaststelling van bestemmingsplannen en
vrijstellingsprocedures (of zelfstandige
projectprocedures)
3.1. Doelstelling en beoocrd effect
Uitgangspunt is beoordelen of het MER De Zuidlanden
voldoende informatie bevat om de milieuaspecten volwaardig
in de besluitvorming over de ruimtelijk relevante
activiteiten te kunnen betrekken. Een inhoudelijk oordeel,
de afweging, op basis van de resultaten van het MER vindt
gedurende deze fase niet plaats. Dat is pas aan de orde op
het moment van de besluitvorming in het kader van de
ruimtelijke ordenings- en vergunningprocedures.
3.2. Argumenten
Het oordeel over de aanvaardbaarheid van een MER is
gebaseerd op de volgende punten:
a. komen er onjuistheden in het MER voor;
b. voldoet het MER aan de wettelijk gestelde eisen;
c. komt het MER tegemoet aan de richtlijnen.
Ad. a. Onjuistheden
De milieuonderzoeken die aan het MER ten grondslag liggen
zijn zo veel mogelijk gebaseerd op bekende, beschikbare en
actuele gegevens van activiteiten en milieueffecten in De
Zuidlanden. Voor zover hiervan geen gegevens beschikbaar
zijn, is op basis van deskundigenadvies een gemotiveerde
aanname gedaan dan wel is aangegeven dat over de
desbetreffende aspecten geen informatie aanwezig is
(leemte in kennis). Bijzondere aandacht is besteed aan
afstemming op de gegevens die aan de Trajectnota/MER voor
de Haak ten grondslag liggen. In het aangehechte
deelrapport 'Onderbouwing verkeer, geluid, luchtkwaliteit'
(DHV jan. 2006) worden de gebruikte methodieken
toegelicht. Wij hebben in het MER geen onjuistheden
aangetroffen.
Blad 3
Ad. b. Wettelijk gestelde eisen
Het MER is getoetst aan de inhoudseisen voor het MER. Het
MER voldoet aan de wettelijke eisen.
Ad. c. Richtlijnen
De richtlijnen geven richting aan de inhoud van een MER.
Het voorliggende MER is regelmatig getoetst aan de
richtlijnen, waarbij is geconstateerd dat het MER goed
aansluit bij de richting die in de richtlijnen is
aangegeven en voldoende milieu-informatie bevat om het
milieubelang volwaardig in de besluitvorming te kunnen
betrekken. Wel geldt hierbij het volgende aandachtspunt
Bij nadere uitwerking van de alternatieven is duidelijk
geworden dat slechts een beperkt aantal woningen (ca.
1200) kan worden gerealiseerd vooruitlopend op de formele
besluitvorming over de Haak, zelfs wanneer aanvullende
maatregelen aan het bestaande wegennet worden getroffen.
Feitelijk is alleen de concreet voorgenomen ontwikkeling
van de deelgebieden Techum en Jabikswoude (aangesloten op
de Overijsselseweg) en een beperkte ontwikkeling in het
oostelijk deel van het plangebied (onder de locatie Blauw
wit) verantwoord mogelijk.
Omdat nu - gegeven het feit dat nog geen formeel besluit
is genomen omtrent de Haak - feitelijk slechts 1200
woningen kunnen worden ontwikkeld, zou kunnen worden
gesteld dat er niet sprake is van een m.er-plichtig
voornemen. Een MER is - voor ontwikkeling van locaties
buiten de bebouwde kom - wettelijk pas vereist als het
gaat om 2000 woningen of meer. Gezien de voorgeschiedenis
van het plan De Zuidlanden en de concreetheid ervan, geven
wij er echter de voorkeur aan om door te gaan met de
m.e.r. procedure. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt welke
de milieugevolgen zijn van de voorgenomen verdere
ontwikkeling conform het Voornemen en het MMA. Hiermee kan
tevens worden voldaan aan de woningbouw-taakstelling van
de gemeente voor de komende jaren.
Het MER maakt duidelijk, dat de plannen voor Techum en
Jabikswoude zowel passen in de situatie met aanleg van de
Haak als in een onverhoopte situatie zonder Haak.
4. Aanpak/Uitvoering
Na aanvaarding van het MER De Zuidlanden door uw Raad
wordt het MER gedurende vier weken (voor inspraak) ter
inzage gelegd gelijktijdig met een voorontwerp
bestemmingsplan en een vrijstellingsverzoek ex artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor een eerste
cluster woningen in het deelplan Techum. Daarnaast wordt
het MER De Zuidlanden aan de (wettelijke) adviseurs
toegezonden, waaronder de Commissie m.e.r.
Na afloop van de inspraaktermijn brengt de Commissie
m.e.r. binnen vijf weken advies uit over de volledigheid
en de kwaliteit van het milieueffectrapport.