tm>QL projector. 145549 MER De Zuidlanden Literatuuriijst 19 januari2006 versie 7 OraniSWOüd 145549 Samenvatting MER 19-01-06.doc blad 13 van 34 projector. 145549 19 januari 2006 versie 7 145549 Samenvatting MER 19-01-06.doc MER De Zuidlanden Literatuurlijst <^5 oranjewoud 3. De Theoretische Terugvaloptie De Theoretische Terugvaloptie geeft een "worst case" oplossing aan, die in hoofdlijnen nog we! past binnen het streven naar een differentiatie van woonmilieus in Leeuwarden en een kwalitatief hoogwaardige oplossing. Om deze reden is het uitgangspunt om landschappelijke en cultuurhistorisch waardevolle elementen te handhaven en te benutten bij de planvorming gehandhaafd. Ook is het watersysteem gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als bij de andere alternatieven en daaraan vanuit milieuoptiek gelijkwaardig. De ruimtelijke invulling van het plangebied wordt sterk bepaald door het gegeven, dat de Overijsselsewegen de Hendrik Algraweg hun functie voor doorgaand verkeer behouden: Er is een hinderzone voorzien langs deze wegen, met daarin geluidwerende voorzieningen. Ook het feit dat de wegen deel blijven uitmaken van de gevaarlijke stoffenroute, maakt enige afstand tot (geconcentreerde) woningbouw en bijvoorbeeld intensief gebruikte voorzieningen gewenst; Dit heeft tot gevolg dat het centrumgebied en de zone met de hoogste woningdichtheid verschuift. In de driehoek tussen de genoemde wegen en het spoor ligt (door de afstand tot het centrumgebied een ontwikkeling met een intensief stedelijk karakter) niet voor de hand. Ook is de zone langs het kanaal hierdoor niet meer geschild voor een intensieve stedelijke ontwikkeling; Om toch nog zoveel mogelijk woningen goed te kunnen ontsluiten, wordt een groter deel aangesloten op de Drachtsterweg, deels via de Wergeasterdyk (deze is bij de andere alternatieven verkeersluw en zonder functie voor de ontsluiting van de deelgebieden per auto); De bedrijvenontwikkeling bij de Werpsterhoek past ook in dit plan, maar doordat de kruising Werpsterhoek op dezelfde plek ligt ais in de huidige situatie, moeten de vorm en de ontsluiting iets anders worden. Deze factoren hebben samen met overwegingen omtrent de te realiseren woonmilieus, de waarde die is gehecht aan landschappelijke gegevenheden en de eisen aan het watersysteem - geleid tot de invuiiingvan het plangebied die is aangegeven op figuur SIC. Het "Lommerrijke" woonmilieu is hier gedacht in het westelijken het oostelijk dee! van het plangebied, het "Plantage-achtige" deel (dit is het deel met de hoogste bebouwingsdichtheid) ligt in het centrale deel. Het beeld op figuur 510 kan worden beschouwd ais een "worst case" ten behoeve van de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten. Bij de nadere uitwerking kan meer differentiatie worden aangebracht, bijvoorbeeld om in te spelen op marktontwikkelingen. Met name de Overijsseiseweg brengt een scheiding aan in het plangebied, waardoor de aansluiting van het plan op de verschillende landschapstypen en de contrasten daartussen minder zichtbaar wordt. Er is in dit "milieupessïmistische" alternatief minder aandacht voor energiebesparing dan bij de het Voornemen en het MMA. Hiervoor wordt het minimum op basis van de landelijke eisen gehanteerd. Het plan biedt slechts ruimte voor ca 4000 woningen en voldoet daarmee niet aan de doelen van het voornemen, die gericht zijn op een capaciteit voor 6500 woningen. Er is wel ruimte voor 20 hectare bedrijventerrein. Zoals in het voorgaande reeds is aangegeven, is gebleken dat dit alternatief een pakket van infrastructurele maatregelen zou vergen, dat niet ais realistisch kan worden beschouwd. Daarom wordt het alternatief aangeduid als Theoretische Terugvaloptie. blad 19 van 34

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 185