^3 HHR oranjewoud 5.6 Ds bandbreedte van de mogelijke milieugevolgen in beeld 5.7 De vergelijking veïï de alternatieven *1 4 4 1 1 projector. 145549 19 januari 2006 versie 7 145549 Samenvatting MER 19-01-06.doc MER De Zuidlanden Literatuurlijst Bij de beschrijving van het deel van het MER is aangegeven, dat de bandbreedte voor de mogelijke milieugevolgen van het plan in beeld moet worden gebracht De vraag is nu, of de twee alternatieven en de Theoretische Terugvaloptie hiervoor inderdaad voldoende zijn. Om hier achter te komen is ook nagegaan, of het zin heefteen "Terug/aloptie" te ontwikkelen waarbij we! wordt uitgegaan van de realisatie van de Haak. Afhankelijk van de toekomstige ontwikkelingen van de woningmarkt zal zo'n alternatief echterveel lijken op het Voornemen (met relatief sterk accent op landelijk wonen in zeer lage dichtheden) of in de richting gaan van het MMA (met een sterker accent op kwalitatief hoogwaardige woonvormen in relatief hoge dichtheden). Wat betreft het aspect energie zou dit alternatief in het ongunstigste geval op de Theoretische Terugvaloptie kunnen tijken. Dit alternatief zou dus niets toevoegen aan het inzicht in de mogelijke milieueffecten en de bandbreedte waarbinnen deze zich bevinden. Daarom heeft het geen zin, ook van een dergelijk alternatief de effecten te beschrijven en is er voor gekozen om aan de hand van de Theoretische Terugvaloptie het negatieve uiterste van het spectrum van de milieueffecten in beeld te brengen. Van de drie alternatieven is onderzocht, wat naar verwachting de milieugevolgen zullen zijn. In aansluiting op de startnotitie zijn hierbij de gevolgen voor de volgende thema's onderzocht: bodem en water; ecologie,- landschap en cultuurhistorie (incl. archeologie); verkeer en vervoer; geluid; luchtkwaliteit; externe veiligheid; sociale veiligheid; duurzaam bouwen en energie. Hieronder wordt per thema ingegaan op de conclusies van de èffectbeschrijving. Bodem en water Waardevolle elementen zoals terpen worden bij alle alternatieven behouden. De overige gronden hebben geen bijzondere aardkundige waarde. In groengebieden wordt het bestaande bodemprofiel zoveel mogelijk intact gelaten. Vanwege deze aanpak zijn de effecten op de bodem als neutraal gewaardeerd. Er wordt zo zuinig mogelijk omgegaan met grond en vrijkomende grond wordt hergebruikt. Voor de ondergrond van de wegen is ophoogzand van buiten het plangebied vereist, hierdoor scoren het Voornemen en het MMA licht negatief, in de Theoretische Terugvaloptie is relatief meer zand nodig per woning, daarom scoort dit alternatief negatiever dan de beide andere alternatieven. Alle alternatieven kennen een watersysteem dat voldoende mogelijkheden biedt voor het bergen en vasthouden van het water en dat gunstig is voor de waterkwaliteit. Schoon regenwater wordt zoveel mogelijk direct of via vooroevers naar de sloten afgevoerd en komt niet inde riolerine terecht. blad 22 van 34 projector. 145549 19 januari 2006 versie 7 145549 Samenvatting MER 19-01-06.doc MER De Zuidlanden Literatuurlijst oranjewoud De aanwezige buffering zorgt eivoor dat alleen incidenteel boezemwater moet worden ingelaten, daarnaast is de relatief lange verblijftijd in het ruime buffersysteem gunstig voor de waterkwaliteit. Mede omdat kruipruimteicos bouwen hier naar verwachting niet haalbaar is, is een goede droogleggingvereist. Desiootpeilen in het gebied zijn echter zo gekozen, dat zo weinig mogelijk ophoging nodig is. Er wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de huidige peilen bij gebouwen en gebieden met archeologische waarden. Waar nodig zijn bij bestaande gebouwen en archeologische vindplaatsen hoogwatersloten voorzien. Er worden daarom geen effecten op bestaande gebouwen en op archeologische vindplaatsen verwacht. Tabel 51: Beoordeling alternatieven, bodem en water a§ sa ^^riïenïemt Théörëiischè: Terugvaloptie Sodem: - Behoefte aan ophoogzand (zuinig gebruik - - grondstoffen) - Behoud bodemprofiel in gebieden met natuurfunctie 0 0 0 en groengebieden V. Water: *3 Invloed op het kwantitatieve 0 0 0 E opperviaktewatersysteem E Invloed op de kwaliteit van oppervlaktewater 0 0 0 TS Invloed op de grondwaterstanden bij archeologische 0 0 0 03 objecten Beoordeling to.v. (landelijk) beleid en normen Ecologie In het MMA wordt hetweidevogelgebied in het zuidoosten van het plangebied gespaard. Dit is van grote meerwaarde gelet op het belang van dit gebied voor de Grutto en de Tureluur. In de andere alternatieven zal ditweidevogelgebied verdwijnen. In de Theoretische Terugvaloptie zal dit eerder gebeuren dan in het Voornemen, omdat er in de Theoretische Terugvalptie eerder gebouwd gaat worden. Een kieiner gebied dat ook van betekenis is voor de Grutto en de Tureluur, ten zuiden van de voormalige terp Techum, kan in geen van de alternatieven worden gespaard. Ten westen van de Overijsselseweg verdwijnt een gebiedje met relatief veel kieviten. Er moet bij alle alternatieven worden gezocht naar compensatie voor het verlies aan weidevogelgebied, bij het MMA is echter veel minder compensatie nodig. Betrokken partijen zullen de compensatie samen oppakken, in samenhang met de benodigde compensatie voorde Haak. Het Voornemen en de Theoretische Terugvaloptie scoren het meest negatief, omdat hier het weidevogelgebied in het zuidoosten wordt volgebouwd en in het MMA niet. De Theoretische Terugvaloptie heeft als bijkomend nadeel dat het genoemde weidevogelgebied eerder zal worden volgebouwd dan bij het Voornemen. Hierdoor is er bij de Theoretische Terugvaloptie minder gelegenheid om tijdig voor compensatie te zorgen. Voor diverse andere groepen vogels kan de betekenis van het gebied veranderen (vaak in positieve zin)afhankelijk van het alternatiefis dit meer of minder sterk. Op het niveau van het plangebied zelf gaat het hierbij om duidelijke verschillen, maar op regionale (Friese) schaal bezien gaat het niet om bijzondere functies of habitats. De scores in de tabel geven een indruk van het verschil op het niveau van het plangebied, vanwege het ondergeschikte belang op een hoger schaalniveau bezien, moet hier echter- anders dan bij d° be^skanis voer weidevogels nist vssl gswlchi ssn wordsn tos^êksnd. blad 23 van 34

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 2006 | | pagina 187