De keuzes bij prestatieveld 3, informatie advies en
cliëntondersteuning
De gemeentelijke opdracht
In het wetsontwerp Wmo is over prestatieveld 3 de volgende toelichting
geschreven:
"Dit beleidsterrein, het geven van informatie en advies en
cliëntondersteuning, kan zowel een algemene als een individuele component
hebben. Met 'geven van informatie en advies' wordt gedoeld op activiteiten
die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning.
Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende)
informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen, zoals een
individueel advies, of hulp bij het verhelderen van een
ondersteuningsvraagHet is wenselijk dat de gemeente zich daarbij laat
leiden door de 'éénloketgedachte': een burger dient zich in principe niet
vaker dan één maal tot de gemeente behoeven te wenden om over het gehele
scala van voorzieningen de nodige informatie te verkrijgen. Daarbij dient
de gemeente zich niet te beperken tot die voorzieningen waar zij zelf 'over
gaat', maar ook informatie te geven over relevante aanpalende terreinen,
zoals zorg en wonen.
Onder cliëntondersteuning' wordt verstaan de ondersteuning van een cliënt
bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem.
Cliëntondersteuning heeft de regieversterking van de cliënt (en zijn
omgeving) tot doel ten einde de zelfredzaamheid en maatschappelijke
participatie te bevorderen. Dit kan informatie en advies, maar vooral ook
uitgebreide vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische ondersteuning
bij keuzes op diverse levensterreinen omvatten.
Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt
zich op mensen die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex
is dat de persoon het niet zelf of met zijn omgeving op kan lossen.
Maatschappelijke organisaties hebben in hun reactie op een ontwerp van dit
wetsvoorstel gewezen op het belang om juist de positie van de zwakkere
cliënt te versterken in de uitvoering van dit wetsvoorstel. Dit is voor de
regering aanleiding geweest cliëntondersteuning in dit beleidsterrein te
expliciteren. Ten behoeve van de uitvoering door gementen van deze
activiteiten zullen per 1 januari 2008 de gelden die gemoeid zijn met de
AFBZ-subsidie voor MEE-organisaties aan het gemeentefonds worden
toegevoegd.
Tot zover het uitgebreide citaat uit de toelichting op het wetsontwerp.
De Leeuwarder situatie
De gemeente Leeuwarden kent geen centrale loketfunctie op het terrein van
welzijn, zorg en wonen. Een inventarisatie (zie bijlage) van het huidige
aanbod levert het beeld op van een grote versnippering en diversiteit aan
steun- en informatiepunten binnen de gemeentegrenzen. Sommige daarvan zijn
duidelijk onafhankelijk, andere hebben een meer hybride karakter en sommige
zijn duidelijk van een bepaalde leverancier/aanbieder.
De eerste keus.
Allereerst wordt vastgesteld dat de gemeente met deze versnipperde en
diverse invulling niet voldoet aan de door het wetsontwerp aanbevolen
inrichting van de informatie advies functie samen met
cliëntondersteuning. De éénloketgedachtevoor de burger op deze terreinen
is ver te zoeken. Vanuit het oogpunt van dienstverlening aan de burger is
uitwerking van de 'éénloketgedachte' geboden. Niet voor niets wordt dit
door het wetsontwerp wenselijk geacht. Ook de belangenorganisaties van
cliënten dringen er op aan.
1
Daarom wordt als eerste van de raad gevraagd uit te spreken dat in de
gemeente Leeuwarden de éenloketgedachtemet name op de terreinen zorg,
zorgondersteuning, welzijn en wonen concreet moet worden uitgewerkt en
ingevoerd. In dit 'zorgloket' zoals een dergelijk loket vaak wordt genoemd,
dient naast informatie advies ook de cliëntondersteuning een plek te
krij gen
De theoretische keuze voor inrichting van het loket.
Er zijn verschillende verschijningsvormen, zie de Leeuwarder situatie, van
het zorgloket. De mogelijke varianten kunnen als volgt worden getypeerd:
1. Een loket dat werkt in opdracht van publieke partijen: de gemeente,
de rijksoverheid (voor wat betreft de Mee-organisatie tot 2008
gesubsidieerd door VWS, daarna de gemeente) en het zorgkantoor.
2. Een samenwerkingsverband tussen de publieke partijen en een beperkt
aantal partners
3de informatie en advies functie wordt overgelaten aan de
zorgaanbieders met de verplichting naast het eigen aanbod ook
algemene informatie te verstrekken en te verwijzen.
Op het terrein van zorg is marktwerking ingevoerd. Het is voor aanbieders
van (AWBZ-)zorg steeds belangrijker zich te profileren, bijvoorbeeld in een
eigen zorgwinkel. Een marktpartij heeft minder belang bij het vervullen van
de functies informatie advies en cliëntondersteuning op de volle breedte
van de genoemde terreinen.
Vastgesteld moet worden dat de laatste variant, de loketvorming over te
laten aan marktpartijen, nooit kan voldoen aan de 'éénloketgedachte', noch
aan een onafhankelijke en objectieve informatievoorziening.
Blijft over de keus tussen een samenwerkingsverband of een volledig door
publieke partijen ingericht loket.
Samenwerkingsverbanden
Op verschillende plaatsen in het land zijn samenwerkingsverbanden ontstaan
voor de inrichting van zorgloketten. Voorbeelden hiervan in Friesland zijn
de Stiploketten en Delphion. De mogelijkheid om zo gezamenlijk het
zorgloket te financieren is een belangrijke reden voor deze samenwerking.
Ook in deze samenwerkingsverbanden is het spanningsveld merkbaar tussen het
eigen belang van de zorgaanbieder en de onafhankelijkheid, objectiviteit
van het advies en de cliëntondersteuning. Tegelijkertijd blijven sommige
aanbieders ook een eigen zorgwinkel exploiteren waarmee er voor de burger
een onduidelijke situatie blijft bestaan. Voor de burger die kan kiezen of
al een keus heeft gemaakt, is dit geen probleem.
Maar met name voor de burger met minder mogelijkheden het eigen leven te
regisseren, is dit wel problematisch. Dit geldt niet alleen voor de functie
informatie advies maar vooral ook voor de functie cliëntondersteuning.
Het minsterie van VWS subsidieert mede daarom de onafhankelijke instelling
MEE om burgers met een beperking onafhankelijk te informeren en te
ondersteunen. Zoals uit de hiervoor geciteerde toelichting op het
wetsontwerp blijkt, komen deze subsidiemiddelen voor onafhankelijke
informatie en ondersteuning per 2008 ter beschikking van de gemeente. Van
deze organisatie kan een substantiële maar geen toereikende bijdrage worden
verwacht bij de afhandeling van vragen om informatie advies en
cliëntondersteuning
Naast de éénloketgedachte wordt, zo blijkt, in de zorgmarkt ook het
criterium objectief/onafhankelijk een belangrijk criterium in de afweging
bij de keus voor loketinrichtingVooral de belangenorganisatie van
cliënten dringen sterk aan op een onafhankelijk, objectief zorgloket.
Ook het zorgkantoor, de financier van de AWBZ-zorg, heeft onderkend dat de
merkwaardige situatie is ontstaan dat gecontractreerde marktpartijen met de