1.1. Vraagstukken en scenario's oud Wvg
1.1.1. Het huidige individuele voorzieningenpakket Wvg
1.1.2. Financieel kader gericht op de toekomst
1.1.3. Feiten en cijfers.
verloop aantallen aanvragen en verstrekkingen
1.1.4. Onderbouwing van de kostenstijging
De Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) is bedoeld voor mensen die door ziekte,
lichamelijke gebreken of ouderdom problemen ondervinden bij het wonen of het zich binnen
of buiten de woning verplaatsen. Er kunnen voorzieningen worden verstrekt op het terrein van
woningaanpassing, vervoer en rolstoelen. De voorzieningen worden op individuele aanvraag
en beoordeling toegekend.
De wet geeft randvoorwaarden aan, de gemeente heeft binnen die randvoorwaarden een eigen
voorzieningenbeleid ingevuld via de Verordening voorzieningen gehandicapten. De wijze
waarop dat voorzieningenbeleid in de praktijk wordt uitgevoerd is beschreven in het
Verstrekkingenboek.
De individuele voorzieningen worden in de volgende categorieën onderscheiden:
1Woonvoorzieningen (verhuiskosten, woningaanpassing, losse woonvoorzieningen);
2. Vervoersvoorzieningen (collectief vraagafhankelijk vervoer, financiële tegemoetkoming in
vervoerskosten, scootmobielen);
3. Rolstoelen.
Om goede keuzes te kunnen maken met betrekking tot de toekomst van het individuele
voorzieningenpakket is het belangrijk inzicht te hebben in het financiële kader van de Wvg.
Daarom is hierna een financiële analyse opgenomen.
Uit de financiële analyse blijkt dat op de langere termijn een gestage stijging, weliswaar met
pieken en dalen, van de kosten moet worden voorzien. Bij instandhouding van het huidige
Wvg pakket zal naar verwachting de financiële consequentie zijn, dat de benodigde
gemeentelijk middelen gestaag zullen stijgen.
Deze verwachte stijging kan mede worden onderbouwd door de vergrijzing van de bevolking
en de extramuralisering van de zorg. Aan de ene kant stijgt het percentage ouderen (zie
grafiek) en aan de andere kant neemt het aantal mensen met een beperking, dat zelfstandig
blijft wonen toe. Dit zijn twee externe factoren die bijdragen aan een geleidelijke en
structurele verhoging van de financiële druk op de individuele voorzieningen.
5500000
5000000
4500000
4000000
3500000
J 3000000
J 2500000
2000000
1500000
1000000
500000
0
■90 jaar en ouder
80-89 jaar
70-79 jaar
80-69 jaar
Prognose bevolking van 60 jaar en ouder op 1 januari naar leeftijd, 2005-2050. (Bron: CBS Statline,
januari 2005)
Op basis van de eigen historische gegevens en een landelijke prognose van de stijging van de
zorgkosten, gebaseerd op diverse onderzoeksrapporten, kan worden verwacht dat bij
ongewijzigd beleid de stijging van de uitgaven voor Wvg voorzieningen zich voortzet,
mogelijk met lmiljoen over 5 jaar. Echter: veel van de genoemde rapporten en adviezen
bespreken de hachelijkheid van voorspellen. Het Sociaal Cultureel Planbureau toont in een
terugblik aan dat het doortrekken van reeds bekende trends een redelijk betrouwbare
voorspelling kan opleveren, maar dat anticipatie op nieuwe ontwikkelingen lang niet altijd
succesvol is.
Iedere aanvraag die binnenkomt, moet in behandeling worden genomen. Een aanvraag kan
leiden tot één of meer verstrekkingen. Dit wordt in onderstaande grafiek weergegeven. De
piek in het aantal aanvragen (en verstrekkingen) in 2001 kan worden verklaard door de
wijziging in de verordening, waarbij de inkomensgrens kwam te vervallen.
aantallen
4.500
4.000
3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
jaren
- aantallen aanvragen
- aantallen verstrekkingen
In de afgelopen jaren is er sprake geweest van een geleidelijke groei van de uitgaven. Dat er
in 2004 een forse budgetoverschrijding zichtbaar werd, vloeit voort uit het afschaffen van de
egalisatiereserve. Voorheen deden zich ook overschrijdingen van het begrote bedrag voor,
deze konden echter worden gecompenseerd middels die reserve. Anderzijds waren er ook
jaren dat minder werd uitgegeven dan begroot, deze meevallers werden aan de reserve
toegevoegd. De fluctuaties in de uitgaven Wvg werden op deze wijze niet als mee- of
tegenvallers in de jaarstukken zichtbaar.
Het kostenverloop is terug te halen tot 1998 en is hierna in een tabel en grafiek weergegeven.