1.1.8. Efficiency - maatregelen.
1.2 Huishoudelijke Verzorging (overheveling uit de AWBZ)
1.2.1 Wat is huishoudelijke verzorging? De huidige situatie
1.2.2 Grondslag huishoudelijke verzorging
1.2.2.1 Aanvraag bij het CIZ
1. Het huidige pakket volledig handhaven. Dit betekent dus een geleidelijke stijging van de
uitgaven. Zoals in de paragraaf 1.1.2. is vermeld, wordt landelijk met een kostenstijging
rekening gehouden. Uitgaande van de voor 2005 verwachte uitgaven aan Wvg
voorzieningen ad ruim 4.3 miljoen betekent dit dat in 2010 de kosten bij ongewijzigd
beleid zouden kunnen stijgen tot meer dan 5 miljoen.
2. Het huidige pakket handhaven, en het in afstemming met de centrale regelgeving nader
onderzoeken van het stellen van inkomensgrenzen, eventueel in combinatie met een
eigenbijdrageregeling voor oud-Wvg en bij latere invoering dan 2007 van Wmo deze
regeling te treffen voor de Wvg.
Vanuit gemeentelijk perspectief is op dit moment nog niet aan te geven wat de
financiële gevolgen hiervan zijn voor dit scenario.
3. Pakket aanpassen, voorzieningen screenen op algemeen gebruikelijkheid. Dit houdt in
dat voorzieningen worden getoetst aan een drietal criteria: a. de voorziening is niet
speciaal voor gehandicapten bedoeld; b. de voorziening is overal te koop; c. de
voorziening is niet duurder dan vergelijkbare producten. 9
Een voorbeeld hiervan is de verhoogde toiletpot, die inmiddels algemeen verkrijgbaar is
in bijvoorbeeld bouwmarkten, normaal geprijsd is en niet specifiek door gehandicapten
wordt gebruikt.
4. Pakket aanpassen, afschaffen forfaitaire vervoersvergoeding. De forfaitaire vergoeding
is een vaste financiële tegemoetkoming van 500 per jaar waarvoor mensen kunnen
kiezen die geïndiceerd zijn voor collectief vervoer. Dit is een extra keuzemogelijkheid
voor Wvg gebruikers. Op jaarbasis is hier ongeveer 541.000,- mee gemoeid. Als de
raad ervoor kiest deze keuzemogelijkheid af te schaffen zal dit een besparing opleveren.
Hierbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat een deel van de gebruikers
over zal stappen op het collectief vervoer, waardoor de uiteindelijke besparing lager zal
zijn dan 541.000,-.
Tenslotte:
Voor de langere termijn zou met betrekking tot de woningvoorzieningen kunnen worden
onderzocht of er in de toekomst substitutiemogelijkheden zijn, door bijvoorbeeld via de
woningbouwcorporaties collectieve oplossingen te realiseren.
Naast een keuze uit een van de hiervoor geschetste scenario's is in alle scenario's voordeel te
behalen door efficiencymaatregelen uit te werken.
Aan de volgende mogelijkheden kan gedacht worden:
1Bureaucratie in de regelgeving zoveel mogelijk beperken. De bestaande en
toekomstige gemeentelijke regelgeving m.b.t. individuele voorzieningen screenen op
doelmatigheid en administratieve belasting. Minder administratieve lasten betekent
lagere kosten en een klantvriendelijker uitvoering.
2. Herverstrekken van gebruikte hulpmiddelen. Vanaf eind 2004 is een online-overzicht
van de voorraad her te verstrekken hulpmiddelen beschikbaar voor de
indicatieadviseurs. Hierdoor kan heel direct een gebruikt hulpmiddel worden
-6-
geselecteerd, waardoor het aantal herverstrekkingen toeneemt. De leverancier is
verplicht om hulpmiddelen die langer dan een halfjaar in depot staan terug te kopen.
Dus ook de leverancier heeft er belang bij om zoveel mogelijk gebruikte hulpmiddelen
opnieuw in te zetten. Als gevolg van deze maatregel wordt m.i.v. 2005 al een daling
van de uitgaven zichtbaar.
3. De toegang tot individuele voorzieningen efficiënter regelen. Op grond van de WMO
heeft de gemeente geen verplichting om indicaties te (laten) stellen voor de
voorzieningen die zij levert aan haar burgers. De gemeente is vrij zelf te bepalen op
welke wijze de beoordeling plaatsvindt die toegang geeft tot deze voorzieningen en
om zelf te bepalen wie deze beoordeling uitvoert. Deze optie is verder uitgewerkt in
hoofdstuk 4.
Het bieden van huishoudelijke verzorging in de AWBZ heeft als doel 'het
geheel of gedeeltelijk overnemen van activiteiten op het gebied van verzorging
van het huishouden, met inbegrip van enige hulp bij de organisatie van het huishouden.'
Huishoudelijke verzorging komt in beeld als disfunctioneren dreigt. De functie huishoudelijke
verzorging is verbijzonderd naar activiteiten op de gebieden van:
1Huishoudelijke werkzaamheden, bijvoorbeeld stof afnemen, afwassen, opruimen, ramen
zemen, sanitair schoonmaken, was of kleding opbergen, bed opmaken, verzorgen van planten
en huisdieren en het bereiden van de maaltijd.
2. Organisatie van de huishouding in verband met chronische ziekte of beperkingen.
3. Het verzorgen en opvangen van jonge kinderen in verband met uitval van de primaire
verzorger(s) en afwezigheid van informele zorg.
Een beperkte mate van begeleiding kan deel uitmaken van huishoudelijke verzorging.
De grondslag (volgens de AWBZ regels) om in aanmerking te komen voor huishoudelijke
verzorging is een somatische of psychogeriatrische aandoening of stoornis, een verstandelijke,
lichamelijke of zintuiglijke handicap, een psychiatrische stoornis of ernstig psychosociaal
probleem, leidend tot disfunctioneren van de verzorging van het huishouden of van de
leefeenheid waartoe de verzekerde behoort.
Op het moment dat burgers een zorgvraag hebben en professionele zorg willen ontvangen
kunnen ze contact opnemen met het regiobureau van het CIZ. Het CIZ bekijkt samen met de
zorgvrager de gezondheidssituatie en de leef- en woonomgeving. Deze indicatiestelling doet
zij in drie stappen: de aanvraag, het onderzoek en het indicatiebesluit. De aanvraag waarbij de
situatie direct helder is kan soms telefonisch worden afgehandeld. Op dit moment wordt 50 tot
60 van de aanvragen om huishoudelijke verzorging telefonisch afgehandeld. Bij meer
complexe vragen wordt aan de hand van een aanvraagformulier de zorgvraag in kaart
gebracht. Professionals als een huisarts, verpleegkundige of ziekenhuis kunnen daarbij indien
-7-
